zaterdag 28 december 2019

Kerst met dieren


Meestal komt mijn broer met z’n gezin bij ons met kerst. We hebben wat meer ruimte en H. vindt het leuk om een uitgebreid kerstdiner te maken. Maar dit jaar is er een zieke (schoon)moeder die ze niet alleen willen laten, dus zijn we uitgenodigd in De Ilp. 
We trekken zorgvuldig niet-al-te-nette kleding aan en op advies van m’n schoonzus oude schoenen. “Ons pad is één en al prut”, appt ze, “dus nette schoenen zijn kansloos.” Na die waarschuwing valt het pad niet eens tegen. We doen het tuinhek netjes achter ons dicht zodat er geen huisdieren de weg op kunnen rennen en stappen om de blubberigste stukken heen naar de deur. In de hal zetten we onze schoenen bij de verzameling die er al staat en gaan op sokken de kamer in.

 Zodra ik op de bank ga zitten, vlijt 40 kilo hond zich tegen me aan. Charlie komt gezellig  bij me zitten en probeert mijn gezicht te likken. Tegenover me heeft zoon J. een piepklein monster op schoot dat veel weg heeft van een Gremlin. Het is een van de twee jonge naaktkatjes. Aandoenlijk lelijk. 

Dochter E. mag niet meer stoppen met het aaien van twee chihuahua’s. Zodra ze niet meer aait, trekken ze met hun kleine pootjes haar handen weer naar zich toe. Ook voor de familie zelf zijn er nog genoeg dieren over. Een paar pluizige katten wandelen van de een naar de ander, mijn broer heeft een derde, kouwelijke chihuahua onder z’n vest en in de hal zwabbert nog een kleine, dikke hond tussen de schoenen door. Alleen neefje M. heeft niks op schoot. Hij zit in een hoekje te gamen, maar zal ons later de jonge baardagamen laten zien in zijn terrarium.

Onze oude schoenen komen weer van pas als we een wandeling maken over allerlei kleine paadjes in de omgeving. Het is prima wandelweer en het is lekker om een tijdje buiten te zijn. Terug bij het huis bekijken we de veestapel: sinds dit jaar heeft mijn broer een paar zeboe’s, kleine koeien. Een verzameling cavia’s woont al langer in de schuur en buiten protesteren een paar ganzen luidkeels tegen zoveel vreemd volk op het erf.  

Binnen is mijn schoonzus T. intussen in de weer met een heleboel lekkere hapjes, die nauwelijks op de tafel passen. Als we echt niks meer op kunnen, gaan de restjes naar de schuur en doen we een vraag- en antwoordspel, waarbij T. en ik jammerlijk verliezen. We kunnen het hebben.
Dan is het tijd om terug te gaan naar ons huis. Zonder dieren, maar wel met allebei onze kinderen, want de tweede kerstdag vieren we met z’n vieren.

dinsdag 24 december 2019

Beuningen on Ice


Ik hou niet van schaatsen.
Daarom heb ik ook nooit veel opgehad met Beuningen on Ice. Jaarlijks staat de ijsbaan in een enorme tent een paar weken op het terrein tegenover de kerk. Er is drukte en muziek, je kunt er wat drinken en een frietje halen, klassen met kinderen komen er schaatsen. En, zoals ik dit jaar heb ontdekt, er is in de tent ook EHBO aanwezig. 

Sinds afgelopen voorjaar ben ik in het bezit van een EHBO diploma en om dat geldig te houden, moet je lessen volgen bij de EHBO vereniging, waarmee ik dus ongemerkt lid van die vereniging ben geworden. Al tijdens de tweede herhalingsles ging er een schema rond waarop je je kon inschrijven voor Beuningen on Ice. Oeps… moest dat? Nee, het was niet verplicht, maar het werd me wel vriendelijk aangeraden. Een dienst samen met een ervaren EHBO-er om eens te ervaren hoe dat gaat. 

Oké dan, ik schreef me in voor een zondagavond. Van 18.00 tot 23.00 u.
Ik zie er tegenop, ik vind het griezelig om verantwoordelijk te zijn voor de eerste  hulp als iemand gewond raakt. In de lessen elkaar verbinden en een pop reanimeren is één ding, maar mensen met echte, bloedende wonden… ik weet of ik kalm en vaardig hulp zal kunnen bieden. Met tegenzin fiets ik door de stromende regen naar de feestelijke tent. Om zes uur is het er rustig. De twee EHBOers van de middagdienst laten me zien wat er vandaag voorbij is gekomen. Vooral schaafwonden en blaren van de gehuurde schaatsen. En iemand die hard op z’n hoofd is gevallen. Ik kan een jas, een shirt of een sweater uitkiezen om opvallend in aanwezig te zijn. Dan komt mijn maatje voor de avond binnen. L. draait al jaren mee en is een tijd voorzitter geweest bij de vereniging Ewijk-Winsen. Het stelt me gerust. 

We zitten een half uurtje te praten als de eerste patiënt zich meldt. Een jongen met een bloedende hand. Iemand is met z’n schaats op zijn vingers gaan staan. L. neemt hem mee naar de kraan om de wond schoon te spoelen en ik haal een coolpack uit de vriezer. Het is niet zo ernstig als het leek. Tien minuutjes koelen en dan krijgt ie een verbandje om z’n vinger. Even later komt een medewerker van de ijsbaan ook al met een wond aan z’n vinger. Een verbandje wil hij eigenlijk niet. Hij steekt z’n gewonde middelvinger omhoog: “Dat ziet er dan toch niet uit.” L. geeft hem toch een ‘vingerbob’, een bescheiden, blauwe verbandsok. 

“Wat hierna binnenkomt is voor jou, oké?” stelt L. voor. Het is een klein, roze meisje met een sneetje in haar vinger. Ze krijgt er van mij een roze prinsessenpleister op waar ze blij mee is.
Nu gebeurt er een tijdje niks en we lopen een rondje door de tent. Achter de ijsbaan is een kleine curlingbaan. We kijken even naar een wedstrijd en dan steekt de medewerker daar een blauwe middelvinger naar ons op. Als de curlingteams uitgespeeld zijn komt hij naar ons toe en vraagt of we ook een potje willen curlen. Dat doen we. Eén tegen één, en ik win!

Als we terug bij de post zijn, komt er nog een jongen met geschaafde enkels, een meisje dat een paracetamol wil en een moeder met een koortsig kind -ook voor een paracetamol. En dan wordt het rustig in het EHBO hok. Om tien uur sluit de schaatsbaan en om half elf komt de secretaris van EHBO Beuningen even buurten.

Om elf uur zit de dienst erop. We ruimen de boel op en ik fiets naar huis. Het was dus vooral veel aanwezig zijn, praten, wachten en een heel klein beetje eerste hulp bieden. H. vraagt of ik het geen verloren avond vindt, maar dat vind ik niet. Het is oké dat er EHBO aanwezig is op zo’n plek en al heb ik niet veel gedaan, ik ben toch een ervaring rijker. Al is het maar omdat ik voor het eerst van m’n leven een wedstrijdje curling heb gedaan.


zondag 15 december 2019

Klusbus


Drie weken achter elkaar ben ik nu met de auto naar het werk en terug gereden.
Het is een ongekende luxe om me niet elke avond voor een werkdag druk te hoeven maken over het weer:
Regen? Dan zeker een regenbroek aan
Koud? Goed inpakken
Onder nul? Is er kans op gladheid? Dan overleggen of ik de auto kan gebruiken.
Kan dat niet? Dan vroeg op om de bus te halen
Die hele lithanie kan ik nu vergeten. Alleen als het vriest, moet ik even opletten: een dekentje over de voorruit scheelt een heleboel krabwerk.

Intussen staat mijn scootertje in de schuur. Eén keer in de week trap ik hem aan voor een onderhoudsrondje, want het is niet goed voor em om te lang achter elkaar stil te staan. In de tweede week bel ik vriend en garagekabouter P. Of hij de scooter met al z’n gebreken wil adopteren. Hij vindt het leuk, want zat net weer eens uit te kijken naar een klusmotor of -brommer. We spreken af dat hij hem op een woensdag komt halen.
Als hij aanbelt, doen we eerst een rondje koffie en dan gaan we de papieren bekijken. Er blijkt een code te ontbreken, die we via de rdw aan moeten vragen. Dat betekent dat P. officieel nog even niet met de scooter mag rijden.
Geeft niks. Hij gaat em toch eerst helemaal uit elkaar halen. En nu gaat ie mee in de bus. Jawel, P. heeft een echte klusbus voor motoren. Handig.

Dan is het afscheid daar. De Kisbee gaat met een klein loopplankje de bus in, waar ie stevig wordt vastgezet. Met droge ogen zie ik ze vertrekken.
Een week later hoor ik wat er allemaal mis is. P. vertelt het vrolijk met veel technische details en met enige verontwaardiging over bepaalde reparaties die wel erg nonchalant zijn verricht.
Ik ben blij dat de scooter in goede handen is, want net als hij zelf, ben ik er van overtuigd dat P. hem weer netjes aan de praat krijgt en dat hij of een van zijn kinderen er nog een hoop plezier van kan hebben.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...