woensdag 27 december 2017

Een spectaculair toetje

“Ik wil graag het toetje verzorgen!” zegt mijn dochter. Ze is voor de kerst een paar dagen bij ons en op eerste kerstdag eten we thuis. Met z’n vieren, want haar broer is er ook.
“Er kan eigenlijk van alles in, maar het gaat vooral om de presentatie.”
Ze legt uit wat ze wil maken; ze heeft het gezien op instagram en het is best spectaculair. Je smelt au bain-marie een flink stuk donkere chocolade, daar rol je voorzichtig één kant van een opgeblazen ballon door. Dat laat je goed afkoelen en als je dan de ballon doorprikt, heb je een dunne, ronde kom van chocola.
Maar dan komt het: die kom of stolp zet je óver het toetje heen – dat bijvoorbeeld uit tropisch fruit bestaat. Voor het opdienen maak je een warme chocoladesaus door weer een stuk chocola au bain-marie te smelten en er wat slagroom door te roeren. Dit giet je óver de chocoladebol, waardoor die over het fruit heen ‘instort’.
Het klinkt geweldig.

Op eerste kerstdag vraagt ze me om bij dit bewerkelijke toetje te helpen. We blazen vier ballonnen op en gaan aan de slag met pannetjes en chocola. Al gauw begint de hele keuken heerlijk naar gesmolten chocolade te ruiken. E. zet een bakblik klaar met bakpapier en daar lepelen we de donkerbruine smurrie op. Nu moeten daar voorzichtig de ballonnen doorgehaald worden om een chocoladen helm te krijgen. Met een steelpan met water in m’n ene hand en een lepel in de andere, sta ik naast haar om te kijken of het lukt.
PANG
De eerste ballon is bijna klaar als ie spontaan uit elkaar klapt. De chocoladespetters vliegen in het rond.
“Oooh …. de keuken….”
Geschrokken kijken we elkaar aan en schieten meteen in de lach. Ik zie donkere chocoladesproeten op het gezicht van mijn dochter en zij ziet chocoladevegen op het mijne.
“Oh nee … onze kleren…..”

Een paar seconden staan we met onze handen in de lucht te kijken naar de ravage. Waar moeten we beginnen met opruimen? Dan besluiten we dat eerst de kleren in het water gezet moeten worden.
Even later zijn we aan het poetsen. Op de knieën de spetters van de vloer wrijven. Languit reiken naar het plafond, waar je beter niet aan de kleine, donkerbruine sproetjes kunt komen, want je veegt ze alleen maar groter. Met een scherp mesje de opgedroogde chocoladespatten van de muur schrapen… Na een uur ziet alles er weer toonbaar uit.
“Ik was er al bang voor,” zegt H., die niet vrolijk wordt van al die bruine spetters. “Ballonnen en hete chocola…”
“Had dat dan gezegd!” roepen wij.

We beginnen tamelijk laat aan het kerstdiner en sluiten het af met een heerlijk toetje. Tropisch fruit met ruige brokken donkere chocolade. Iets minder mooi dan de bedoeling was, maar spectaculair was het allemaal zeker.

dinsdag 19 december 2017

Mijn blogs in ballen

We hebben op het werk met de bovenverdieping lootjes getrokken voor Secret Santa. De spelregels zijn summier: verras je collega met iets aardigs. In deze laatste week voor kerst moest het gebeuren en afgelopen weekend heb ik me het hoofd gebroken over een leuke verrassing. Ik bedacht uiteindelijk iets waar ik wel tevreden over was. De kunst is om het vervolgens anoniem bij de betreffende collega bezorgd te krijgen. Dat lukte en nu ben ik heel benieuwd hoe mijn cadeautje ontvangen is. Maar ik vergat eigenlijk om erover na te denken hoe ik zelf verrast zou worden. 

Dinsdag. Ik zit aan mijn bureau te werken aan de laatste loodjes van een draaiboek dat morgen voorgelezen moet worden. Ik hoef deze keer niet te stressen, want het is al voor een groot deel klaar. Vroeg in de middag komt de directiesecretaresse me – op verzoek van iemand - iets geven: een grote, doorzichtige kerstbal. Er zit een briefje in met een recept. Grappig. Ze verdwijnt weer naar beneden.
Vijf minuten later komt er iemand anders van beneden me nog zo’n bal brengen. Deze keer met een gedichtje en chocolaatjes erin. En nog voordat hij weer weg is, komt er weer een collega met een doorzichtige kerstbal. In het volgende kwartier blijven er ballen komen. Gebracht door collega’s van afdelingen op de benedenverdieping.
In elke kerstbal zit iets waar ik ooit een blogje over heb geschreven. Een potje kruiden met Arabisch opschrift, een playmobiel scooter met poppetje, een bolletje zwarte wol, bloembollen voor in de tuin, een papieren bootje. Mijn blogs in ballen, zoals in een gedichtje werd aangekondigd.

Tenslotte wandelt de directeur himself binnen met de laatste bal. Nieuwsgierig blijft hij kijken als ik hem openmaak. Er zit een briefje in met een citaat van Roald Dahl. Met een paar Tony Chocolonely chocolaadjes. Dat komt niet uit een blogje: op de redactie hebben we een special over Roald Dahl gemaakt waarbij we voor de eerste 100 bestellers een reep chocola mochten weggeven.

Ik leg alle kerstballen op de vensterbank. Ik ben er blij mee. Iemand heeft er echt veel moeite voor gedaan om me zo te verrassen. Vanmiddag gaan ze mee naar huis, de kerstboom in, waarover ik schreef toen ie nog leeg en kaal was. Hij is niet leeg meer, maar er is zeker nog wel wat ruimte voor deze speciale ballen van mijn Secret Santa.

 

zondag 17 december 2017

Het oplossen van een moord


We kennen onze vrienden al bijna 20 jaar. Onze kinderen zaten bij elkaar in de klas op de basisschool en speelden samen. Ook toen de jongens al lang niet meer gehaald of gebracht hoefden te worden, bleven we elkaar opzoeken. We delen allemaal een voorliefde voor woorden, taal en oeverloos geouwehoer, en houden ook allemaal van wijn en lekker eten.

Toen we het nieuwe spel ‘Sherlock Holmes’ kochten, waarin je met z’n allen een misdaad moet oplossen, leek het ons een goed idee om dat samen met hen te spelen. Voorafgegaan door lekker eten en wijn natuurlijk. Hoewel de kleine jongetjes van vroeger inmiddels grote mannen zijn, die allemaal studeren en op kamers wonen, kwamen de twee zonen mee. Ze waren het weekend thuis.
Het eten moest dus niet alleen lekker zijn, maar ook véél. H. en ik bedachten een hoop leuke gerechtjes en leefden ons uit in de keuken. En onze gasten deden de maaltijd eer aan. Zeven mensen aan tafel voerden voortdurend minstens drie gesprekken en soms deed ik er – vanuit het midden -aan twee tegelijk mee. Druk en gezellig.

Toen we ons gezelschapsspel tevoorschijn haalden, besloot de jeugd dat zeven spelers te veel zou zijn voor één misdaad. Het voorstel om in twee groepen twee verschillende misdaden op te lossen, stuitte op praktische bezwaren. Dus de jongens vertrokken naar het andere adres en lieten het raadsel van de moord op Courtney Allen aan ons over.

Bij het Sherlock Holmes spel, speel je niet tegen elkaar, maar samen. Wie een hekel aan lezen heeft, kan beter niet meedoen, want er moeten flinke lappen tekst gelezen worden (in het Engels). Eerst wordt verteld wie waar wanneer vermoord is en nog wat bijzonderheden. Dan moet je op zoek naar aanwijzingen. Ook leeswerk. Op een kaart van Londen in de 19e eeuw kun je relevante plaatsen opzoeken en uit kranten uit achttienzoveel is aanvullende informatie te halen.

Dit is geen typisch bordspel, geen dobbelstenen en geen geluk, het is een test van je mentale kracht,” staat in de spelbeschrijving. Om een uur of 12 is onze mentale kracht een beetje opgebruikt en gaan we kijken of we de juiste moordenaar te pakken hebben. JA, het klopt. Het slechte nieuws is, dat we wel érg veel aanwijzingen nodig hadden en dat we ook een hele verhaallijn gemist hebben. Maar nu snappen we wel hoe het spel in elkaar zit en hoe je het beter kunt aanpakken.

Er zijn nog negen andere misdaden op te lossen en over een paar dagen is het kerstvakantie. We hoeven ons niet te vervelen.

dinsdag 12 december 2017

Vroeg op

Het is nog donker als ik aanbel bij m’n Syrische taalmaatje en vriendin N. Even voor zevenen in de ochtend. Ze doet meteen open. Op pantoffeltjes, in haar dikke badjas met tijgerprint, een wollige hoofddoek om, haar zwangere buik ver vooruit stekend. Achter haar staat haar man H. Ze begroeten me blij en lopen voor me uit naar de kamer.
Binnen zitten de kinderen op de bank voor de televisie. Jassen aan, schoenen aan, rechtop naast elkaar. Ze zien er een beetje slaperig en onwennig uit.
“Wil je koffie?” vraagt H., maar het is me nog te vroeg voor koffie.
“Thee misschien?”
“Ja, lekker.”

Ze lopen allebei ongedurig heen en weer tot de bel weer gaat. Daar is de vriendin die ze naar Nijmegen zal brengen. Koffertje mee…
“Heb je niets anders voor aan je voeten?”
De pantoffeltjes worden ingeruild voor laarzen. De kinderen worden allebei drie keer geknuffeld en ik krijg ook een knuffel. Ik zie N. een traantje wegpinken maar ze lacht dapper, roept nog een keer dag en dan gaan ze. Met de auto naar het ziekenhuis, waar de baby met een keizersnee geboren zal worden.

Daar zitten we dan op de bank. Een tijdje zitten de twee kleine kinderen zwijgend naar de televisie te kijken. Dan komt het meisje naar me toe met een speelbeestje dat ze over mijn handen laat lopen. De jongen zapt heen en weer op zoek naar iets leuks op TV. Ik praat een beetje tegen ze. Dat vandaag hun zusje geboren wordt. Spannend hè, en of in hun rugtasjes eten zit, en fruit en een beker. Dat we straks naar school gaan lopen door de sneeuw. Ze geven netjes antwoord, maar blijven wat stilletjes. Het is ook wel vreemd allemaal.

Om kwart voor acht vraag ik of er nog iemand plassen moet, want we gaan naar school. Ze komen meteen in beweging. De TV gaat uit, de rugzakjes om en terwijl ik in de gang mijn schoenen aantrek, worden netjes alle lichten uitgeknipt. Het is een flink eind lopen naar de school. A. wijst vastberaden welke kant we op moeten; over het brede fietspad. Het is niet de kortste route, maar ik laat hem de weg maar bepalen.

Terwijl we door de sneeuw lopen, komen ze los. D. houdt mijn hand vast en vertelt van alles in een mix van Nederlands en Arabisch. A. schopt brokken sneeuw kapot en wordt een beetje baldadig. Ik vraag hem of hij net als zijn zusje twee juffen heeft, en hij roept: “nee, zes juffen.”
Dan zijn we bij de school. Ik loop met ze mee naar binnen en lever ze bij hun klas af. 

Een half uur later ben ik thuis en begin ik aan een gewone werkdag thuis. Nou ja, gewoon… halverwege de middag krijg ik een fotootje toegestuurd van een gaaf, rond babykoppie op een roze dekentje.

zondag 10 december 2017

Helemaal niks

Een blote kerstboom staat voor het raam te roepen dat ie nog lichtjes moet. En ballen. Maar ik heb even geen zin. De dikke laag sneeuw buiten bezorgt me een gevoel alsof ik op slot ga. In de wintermodus. Binnen zitten, stom spelletje op de i-pad spelen, tijdschrift doorbladeren. Niks.

De hele middag heb ik me ertegen verzet. Gestofzuigd, kamer opgeruimd, meubels op een andere plek gezet en tenslotte de (nep)boom neergezet. Maar toen ik even met een kop thee in een luie stoel ging zitten, was de knop om. Ik laat de lichtjes, de slingers en de kerstballen liggen tot morgen.
Geen zin.
Het is zondagnamiddag en ik hoef even helemaal niks meer. Alleen nog even een blogje schrijven, maar helaas, ook dat komt er niet van. Jammer dan.

zaterdag 2 december 2017

Van schaap naar vest

Half april was het, toen ik met een vuilniszak vol zwarte wol thuiskwam. Onbewerkt, ongewassen, sterk ruikend naar schaap en een beetje naar schapenmest. Ik haalde m’n spinnewiel uit z’n stofhoekje en begon opgewekt met mijn project vest.
Een project dat geen haast had, de winter was nog ver en er zijn altijd nog zoveel andere dingen die je wilt en moet doen. Maar tussen de bedrijven door veranderde steeds meer ruwe wol in draad. 

Eerst een enkele, dunne draad, dan twee daarvan in elkaar gedraaid (getwijnd) tot een dubbele draad. (Weet je dat je van de lanoline die in schapenwol zit, heel zachte handen krijgt?)
In september had ik vijf strengen klaar. Die gingen uitgebreid in bad. Wassen en spoelen, wassen en spoelen, tot de hevige schapengeur er zo goed mogelijk uit is.

Toen ze droog waren, maakte ik er bollen van.

Ik wist hoe het vest er uit moest zien, maar moest een paar keer een stuk overdoen, omdat een achterpand toch te smal uitviel, omdat de kop van een mouw toch minder schuin moest lopen. Vijf strengen wol bleken nét niet genoeg en weer moest er gesponnen worden. En toen… was ie helemaal klaar. Nog één keer wassen, rits erin zetten en voila: net nu het er buiten echt winters begint uit te zien, met rijp in de tuin en dichte autoruiten, is project vest afgerond.
 
In arbeidsuren is ie onbetaalbaar, maar als bijproduct van een hobby is het een cadeautje. En ik ben er best trots op.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...