vrijdag 29 december 2023

PLONS

PLONS, daar gaat weer een dikke wilgentak het water in. Eens in de drie jaar moeten onze wilgen geknot worden. In drie jaar tijd zijn sommige takken zo dik als mijn been en wel een meter of vijf, zes hoog geworden. H. zaagt eerst het bovenste deel af met een stokzaag en dan gaat hij met de kettingzaag de dikste stukken te lijf.

Naast de houten vlonder komt de kop een geknotte wilg boven (hoog)water uit
Een stukje verderop knip ik de zijtakken weg en maak stapels van het snoei-afval. Na een uur werken is de eerste wilg kaal en ligt er al een respectabele berg takken. Wilg twee staat in het water en H. werkt vanaf de vlonder van de buurman. Voor de laatste grote takken klimt hij op de half-kale stronk. Voor de kettingzaag zijn de been-dikke takken een eitje. PLONS, daar gaat de laatste.

“Ow,” zegt H., “dat is niet zo slim – nu heb ik geen houvast meer om aan de kant terug te komen.”
Ik leg mijn gereedschap neer en loop voorzichtig langs de aflopende rand langs het water naar het buur-terras. Eerst pak ik de kettingzaag aan. De houten vlonder is nat en glibberig, merk ik als ik naar H. toe buig om hem een hand te geven. Met een grote stap zou het moeten lukken om van de boomstronk naar de kant te komen.

Maar hij wankelt en als hij even voluit op mijn hand leunt, wankel ik ook. Oeps, daar gaan we. H. helemaal en ik half in de sloot. Ik voel meteen m’n laarzen vollopen en weet niet hoe snel ik weer op de kant moet klauteren. Achter me hijst H. zich op de gladde planken. Aaaah, koud!
Lachend zompen we naar de achterdeur. Terwijl we onze drijfnatte sokken en broeken afstropen, komt de zon prompt achter een wolk vandaan. Mooie timing. Met een vieze, natte bundel kleren hol ik naar boven om de boel meteen in de wasmachine te gooien.

Achter een rij winterkale bessenstruiken loopt water. Midden achter de struiken staat aan de waterkant een geknotte wilg.
Een kwartier later staan we weer buiten met droge kleren aan. Het gevaarlijkste werk is gedaan. Nu nog de hele bende opruimen. We zagen en knippen tot ik m’n rug voel. Dan heb ik er genoeg van. Morgen verder? Nou nee, H. gaat nog even door. Ook als het weer eens flink begint te regenen. Hij komt pas binnen als het al donker begint te worden.

Ik maak een foto van onze kale knotwilgen. Wat hebben we veel gedaan vandaag! Morgen het laatste restje en dan is deze klus klaar voor het einde van het jaar. Goed gedaan, toch!

zaterdag 23 december 2023

Hout

We zijn op een eindejaarsfeestje in een houtbewerkingsplaats. Langs de muur staan platen hout en stapels planken. Het ruikt lekker.

“Ik hou van hout,” zeg ik tegen degene die naast me staat.
Hij vraagt of dat is omdat het van die mooie nerven heeft en ik moet er even over nadenken.
“Ik vind het gewoon fijn, natuurlijk materiaal,” zeg ik, en: “Mijn vader was timmerman.”
“Was je veel in zijn werkplaats dan, als kind om hem te helpen of zo? ”

Nou nee. Een eigen werkplaats had mijn vader nooit. Hij werkte voor de gemeente Amsterdam in een wijk met huurhuizen, waar hij bijvoorbeeld deuren en raamkozijnen moest vervangen. Hij hield niet echt van dat werk. Maar thuis, in de schuur, maakte hij soms mooie dingen. Kistjes met een schuifdeksel, een Barbiekast voor zijn kleindochter   

Ik glimlach bij het idee dat ik mijn vader in zijn werkplaats zou hebben geholpen. Hij was een ouderwetse vakman die het ondenkbaar vond dat een meisje of vrouw ooit een zaag of een boor zou willen hanteren. Jammer, ik had best het een en ander van hem willen leren. In zijn oude werkboeken van de ambachtsschool heb ik de tekeningen gezien die hij daar maakte van zwaluwstaartverbindingen en andere kunstwerkjes.  Als ik met pensioen ben, wil ik die gemiste kans gaan inhalen. Het lijkt me echt leuk om een cursus houtbewerking te doen.

Dat alles denk ik, maar zeg ik niet hardop tegen mijn feestgenoot. Die zegt intussen dat hij altijd zo geïntrigeerd is door de jaarringen van een boom. Dat snap ik, en we zijn het erover eens dat sommige houtsoorten een prachtige tekening hebben. En dan ruikt het ook nog eens lekker.
Ja, het is een inspirerende plek voor een feestje, zo’n houtbewerkingsplaats.

zaterdag 16 december 2023

Licht en lucht tussen de struiken

Eigenlijk was ik helemaal niet van plan om vaste vrijwilliger te worden. Maar nu ik al vier keer achter elkaar met de mannen van Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen (VLB) mee heb gewerkt, begint het daar toch wel op te lijken. 

In de appgroep, waar ik geen lid van ben, maar H. wel, werd de informatie voor deze werkzaterdag gedeeld. Het bericht begon met: ‘Heren, dame, zaterdag gaan we weer aan de slag;’ H. las het voor toen ik me gisteren hardop afvroeg of ik weer mee zou gaan. Die ene dame ben ik dus, want de zaterdagvrijwilligers zijn verder alleen maar mannen.

Raar eigenlijk, op mijn werk, waar veel vrijwilligers werkzaam zijn als voorlezer, zijn de vrouwen juist verreweg in de meerderheid. Je zou kunnen denken dat het aan het soort werk ligt, maar bij de voedselboomgaard, waar ik wél officieel als vaste vrijwilliger kom, zijn onder de vrijwilligers ook veel vrouwen. En daar zijn net zo goed zware en modderige klussen te doen als bij VLB.

Het is een gezellige groep en ik voel me er prima thuis. Vandaag moet er een rij verwaarloosde struiken gesnoeid worden. Ze staan misschien al wel twintig jaar allemaal door elkaar te groeien en het is een woeste bende. Metershoog zijn ze, en hier en daar staat er een boom tussen. Alles wat over de omheining steekt, moet er in principe af. Voorzichtig begint de groep te zagen en knippen, maar hoe langer we bezig zijn, hoe groter de takken worden die moeten sneuvelen.

De meeste afgezaagde takken blijven steken tussen de wirwar van andere takken. Er moet flink aan gerukt worden om ze er tussenuit te krijgen. Doorns van vijf centimeter lang van de sleedoorn maken het af en toe een beetje link. Tussen de struiken staat veel dood hout, dat allemaal zonder meer weggehaald wordt en als we een paar uur bezig zijn, ziet de ruige haag er al heel anders uit.
Licht en lucht tussen de struiken.

Kaal? Kijk straks in het voorjaar maar eens, dan gaat dit allemaal weer uitlopen. Het snoeiafval vormt een langgerekte berg waar je nauwelijks meer overheen kunt kijken. Op een plekje waar dat wel kan, zie ik de eigenaar van het stuk land naar buiten komen met een groot bord vol broodjes.

Even later zitten en staan we om een buitentafel. Behalve broodjes is er soep. Met heel veel worst erin; helaas ben ik niet alleen de enige vrouw, maar ook de enige niet-vlees-eter. Jammer dan.
Na de lunch gaan we nog een uurtje aan de slag en dan is de klus klaar. Het gereedschap wordt verzameld, er wordt nog even met voldoening gekeken naar de gesnoeide haag en dan gaat iedereen naar huis. Tot de volgende keer! Dan gaan we niet werken, maar stamppot eten. Met veel worst? Ongetwijfeld, maar H. gaat het koken, dus dat komt wel goed.


zondag 10 december 2023

Broers

Het is de laatste keer dat we m’n schoonzus in dit huis bezoeken. Binnenkort gaat ze verhuizen. Een grote verandering, want ze verhuist alleen. Haar man, de oudste broer van H., woont sinds vorig jaar in een verzorgingshuis. Ze heeft ons al zien aankomen en we hoeven niet in de regen voor de deur te wachten; die gaat meteen open.

In de woonkamer zit broer B. op een makkelijke stoel. Hij is thuis op bezoek. Mijn schoonzus haalt koffie en gebak voor ons uit de keuken. We praten over haar verhuizing en kijken foto’s van haar nieuwe plek. Ze vraagt hoe het met ons gaat en we praten een tijdje. B. zit te luisteren en knikt af en toe, maar of hij het gesprek volgt, weet niemand.

Op tafel liggen een paar fotoboeken met familiefoto’s en na een tijdje schuift H. een stoel naast die van zijn broer en gaat met hem zo’n boek bekijken. H. wijst foto’s aan en vertelt wie er op staan. Bij sommige namen is er herkenning. Vaker alleen een nietszeggende opmerking: ‘ja, die is er ook bij,’ of ‘dat was daar in eh, je weet wel.’ Hij lijkt het wel leuk te vinden, maar H. máákt het ook leuk. Bij een jeugdfoto van zichzelf roept hij enthousiast ‘jaaa, kijk, dat ben ík!’ En bij andere foto’s vertelt hij anekdotes of maakt ie gewoon gekke opmerkingen.

Vanaf de andere kant van de kamer, waar ik op de bank zit, kijk ik naar de broers. Ik ben soms een beetje jaloers op H. om het gemak waarmee hij communiceert, ook in dit soort lastige situaties. Ik denk dat zijn broer het gezellig vindt. Of hij weet wie we zijn, is niet duidelijk, maar hij ziet blijkbaar wel iets bekends.

Er wordt gebeld en een kleindochter komt even bij oma en opa kijken. Ze vertelt over haar werk, op een revalidatie-afdeling, en drukt m’n schoonzus op het hart om haar te bellen als ze een keer hulp nodig heeft. Lief.

Tegen vijven nemen afscheid van m’n schoonzus en brengen B. terug naar het verzorgingshuis. In de huiskamer is de tafel al gedekt en een paar bewoonsters zitten al klaar. We helpen broer B. uit zijn jas en op zijn stoel. Daar zit hij vriendelijk voor zich uit te kijken.
“Ben jij Wim?” vraagt zijn overbuurvrouw aan H.
Hij geeft haar een hand “Nee, ik ben de broer van B.,”
“O, ik dacht dat je mijn zoon Wim was.”
Een andere vrouw vraagt of we ook mee komen eten.
“Nee,” zeg ik, “we gaan zo bij m’n dochter eten in Amsterdam.”
“Naar Amsterdam!” roept ze boos. “Daar moet je niet naar toe gaan!”
“Wim,” zegt de eerste vrouw tegen H., “Wil je me straks roepen?”
“Ik ben H.,” zegt hij, “en ik ben zíjn broer!” Hij houdt zijn gezicht naast dat van zijn broer. Die glimlacht vaag en zegt niets.

We moeten gaan.
“Eet smakelijk,” roepen we en zeggen nog een keer gedag tegen B. Die knikt alleen maar vriendelijk. Hij kijkt niet om als we naar de deur lopen.
Wat is hij leeg, denk ik een beetje verdrietig. Maar het was goed om hem te bezoeken vanmiddag. Hij leek er echt van te genieten. En dan rijden we door naar Amsterdam, om gezellig bij E. te gaan eten.

dinsdag 28 november 2023

Braille chocoladeletters

Kinderen van de Visio-scholen in Nederland werden vandaag verrast met braille chocoladeletters. Het stond in veel verschillende berichtjes van allerlei (online) kranten en Hart van Nederland besteedde er aandacht aan.

Leuk, dacht ik toen ik het las.
Maar toen ik er even over doordacht, twijfelde ik erover of het nou echt zo leuk was. Ja, het is natuurlijk hartstikke leuk om chocola te krijgen. En de grotere kinderen mochten ook nog zelf letters maken door chocola in braille-mallen te gieten. Superleuk! Maar wat een vreemde argumenten waren er om dit te doen.

“Het is heel jammer als je een letter krijgt en iemand anders moet zeggen dat het een ‘s’ is of dat het een ‘p’ is”, zegt kleuterjuf Ingrid in Hart van Nederland. Waarom is dat dan zo jammer? Het feit dat een kind (nog) niet kan lezen, heeft volgens mij nog nooit iemand er van weerhouden het een chocoladeletter te geven.
Het lijkt mij juist een leuke manier om kennis te maken met ‘je eigen letter’. De letter die je ziende broertjes, zusjes, vriendjes of vriendinnetjes ook kennen. In chocola uitgevoerd zijn die letters ook prima te voelen.

Lijkt me ook eigenlijk veel inclusiever dan aparte braille-letters.
“Ik heb er nooit zoveel problemen mee gehad,” (met gewone letters dus) zegt het slechtziende jongetje Rishil in het filmpje. “Maar het is wel vet.”
“En weet je, hij is heel groot,” zegt een ander kind blij. En hij neemt een hap van z’n braille-chocola.
Ach ja, chocola is chocola. Zou het de kinderen nou echt veel uitmaken of ze het kunnen lezen?

zondag 26 november 2023

Negenduizend

Ik hou van tellen, of liever gezegd: ik ben een beetje een dwangmatige teller. Als ik bijvoorbeeld op het station sta te wachten, tel ik de seconden af tot de trein komt. Als ik wandel, wil ik graag weten hoeveel kilometers ik heb afgelegd en dat geldt ook op de fiets: de kilometerteller is mijn vriend.

Sinds januari 2021 heb ik een elektrische fiets. In eerste instantie om mee op fietsvakantie te gaan, maar ik ga er ook regelmatig mee naar m’n werk. Zeker als het weer meezit, is het toch wel de beste manier van woon-werkverkeer. Sinds H. met pensioen is, heb ik meestal wel de beschikking over een auto, maar vooral het laatste jaar staat het verkeer ook hier steeds vaker vast. En het is best lekker om langs een rij stilstaande auto’s stevig door te kunnen rijden op je fiets.

km. teller op 8.999.9  km. teller op 9.000.0

Tellen en fietsen … ik had het streven om voor het einde van dit jaar de 9000 kilometer te bereiken. En kijk: de afgelopen week zag ik op een sombere grijze middag mijn kilometerteller van een mooie 8999.9 naar een nog mooiere 9000.0 draaien. Ik ben er speciaal voor gestopt om mijn telefoon op te diepen uit m’n tas uit m’n fietstas en het vast te leggen.

Ik vind het een mooie afstand binnen drie jaar. Goed voor het milieu, want al die kilometers hebben alleen een beetje zonne-energie gekost. Goed voor m’n conditie, want met het motortje altijd op de lichtste stand is fietsen toch nog wel serieus fietsen. En goed voor m’n ego, want ik vind dat ik mezelf voor deze mijlpaal best een schouderklopje mag geven.
En nu: op naar de tienduizend.

zondag 19 november 2023

Ierse pub meets concertzaal

Het Nederlands Blazers Ensemble met als decor een Ierse pub
Dit voorjaar zijn we fan geworden van het Nederlands Blazersensemble, nadat we naar hun ‘concert in de vorm van een peer’ waren geweest. Gisteravond werden we niet teleurgesteld toen we naar de Nijmeegse Vereeniging gingen voor ‘Purcell goes Celtic’. Een componist uit de zeventiende eeuw zou niet meteen mijn eerste keus zijn, maar gespeeld door dit ensemble en gemixt met Ierse volksmuziek … dat wilden we wel eens horen.

Je hoeft maar twee minuten te kijken naar de musici van het Nederlands Blazersensemble en je wordt al vrolijk. Het plezier spat er vanaf. De violiste die tussen de toetsenist en twee blazers in staat, keert zich afhankelijk van de melodie waar ze op dat moment in meegaat van links naar rechts. Ik denk aan de gelegenheidskoren waar ik regelmatig in meezing. De dirigent wijst ons op lijnen die samengaan: “hier zingen de alten met de tenoren mee en bij dit stuk volgen ze de baslijn: luister naar elkaar.” De violiste luistert niet alleen, maar communiceert met haar hele lijf. En zo zie je ook andere muzikanten steeds tijdelijke bondjes maken.

Bij dit Ierse programma heeft het ensemble een paar Ierse gasten.
Een virtuoos op de bodhrán, een enkele trommel waaruit hij de klanken van een volledig drumstel weet te krijgen. Hij demonstreert het in een solo die eindigt met een herkenbare melodie: O when the Saints. En een piepjonge bespeler van de ‘uilleann pipes’, een soort doedelzak, die in een aantal nummers de hoofdrol krijgt met opzwepende dansmuziek.

De grootste verrassing vind ik de Ierse zanger Piaras Ó Lorcáin. Twintig is ie pas, en hij ziet er uit als een schooljongetje. Maar zijn stem gaat regelrecht mijn ziel in. Met als begeleiding niet veel meer dan twee eindeloos lang aangehouden tonen van de doedelzak, zingt hij heel zacht in een perfect afgestelde microfoon. Ik versta er geen woord van, maar oh, wat is dit mooi!

Melancholieke klanken wisselen af met vrolijke. Muzikanten en publiek genieten er evenveel van. Het applaus aan het einde houdt maar niet op. En het ensemble ook niet. Na het officiële concert doen ze in de aula nog een uitgebreide, feestelijke toegift. We staan erbij met een biertje en een paar vrienden die we hier toevallig tegenkwamen. En net als na de eerste keer dat we een concert van deze club meemaakten, weten we zeker dat dit niet de laatste keer is.  
 



zondag 12 november 2023

We vlechten weer een heg

Sjoerd, onze 'docent' heggenvlechten zit op één knie voor een stukje vlechtheg. Hij houdt een groot bord vast: zijn visitikaartje.H. is  bestuurslid geworden van de Vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer (VLB). En als hij ergens aan begint, neemt hij geen genoegen met half werk. Hij bemoeit zich met de organisatie, doet voorstellen voor samenwerkingsverbanden, bekijkt de website kritisch en blaast de Facebookpagina nieuw leven in. Of ik het FB account niet wil beheren, vraagt hij. Maar daar heb ik nog even geen tijd voor.

Wel ga ik op de Nationale Natuurwerkdag (4 november) mee heggenvlechten. Op een camping-recreatie-oord in de buurt moet een meidoornhaag ‘gevlochten’ worden. We hebben het een keer eerder gedaan, twee jaar geleden, dus we weten zo’n beetje waar we aan beginnen. Zaterdagmorgen is het grijs maar droog weer. Een flinke groep vrijwilligers is komen opdagen. We worden eerst toegesproken door de eigenares van de plek, dan door de plaatselijke wethouder van o.a. Openbare ruimte, groen en water.

Dan begint het echt. We krijgen kort maar enthousiast informatie over het oude ambacht heggenvlechten en waarom het goed is om het in ere te herstellen. Dan gaan we aan de slag. De meidoornhaag staat al vijf jaar, wat betekent dat de takken behoorlijk dik en lang zijn. Die takken moeten we in tweetallen verticaal door de haag vlechten, te beginnen op een hoogte van zo’n 20 à 30 cm. Het is beulen om de meterslange stekelige takken tussen de struiken door te trekken.

Gelukkig krijgen we grote, stevige handschoenen en veiligheidsbrillen. Na een tijdje beginnen we wat meer handigheid te krijgen en het wordt steeds leuker om te doen. Aan het eind van de ochtend zien we al echt resultaat. De hoge, uit z’n krachten gegroeide meidoornhaag is nu voor een groot deel laag en dicht is geworden. Verschillende vrijwilligers hebben bloedende krasjes op hun gezicht en vooral H. ziet eruit alsof hij een flink gevecht met de doornige stuiken heeft gevoerd.

Het begint net een beetje te regenen als we worden uitgenodigd om te komen lunchen. Alle spullen worden verzameld want voor vandaag zijn we klaar. Er staan twee grote pannen soep, er is brood en fruit en de hele groep staat en zit tevreden te eten en na te praten.  Binnenkort weer?

zondag 5 november 2023

Interviewcursus

“Je zit mooi actief rechtop, maar je hoeft niet je handen achter de tafel verstopt te houden.”
“Probeer je gezicht meer in de richting van de geïnterviewde te draaien en je kunt knikken om te laten merken dat je luistert.” Met dit soort aanwijzingen maakt Marijn Schilders de blinde deelnemers aan de interviewcursus bewust van hun lichaamstaal en het effect ervan.

Ik ben erbij namens de Voorste Kamer, waar al deze freelancers interviews en reportages voor maken. Jaarlijks komen ze bij elkaar voor een opfriscursus. De meesten kennen elkaar al lang; alleen T. is nieuw. Hij maakt interviews voor jongerentijdschrift Zapp! en woont nog niet zo lang op zichzelf. Tot voor kort brachten zijn ouders hem weg als hij naar een verre bestemming moest. Daarom is het fijn dat we samen konden reizen vanuit Nijmegen.

Cursusleidster Marijn heeft zich grondig voorbereid en iedereen ook van te voren informatie en opdrachten gestuurd. Helaas heeft de proefpersoon die tijdens de cursusdag als oefening geïnterviewd zou worden, gemeld dat hij corona heeft. Er moet dus geïmproviseerd worden. Op de valreep heeft Marijn iemand anders gevonden: Hanneke.

Hanneke blijkt een duizendpoot te zijn. Ze is 71, was zeven jaar moeder van pleegkinderen in een gezinshuis, maakt kunstwerken van dingen die ze vindt en heeft een netwerk opgezet van nabuurschap in Driebergen. Genoeg om haar over te bevragen. Elk van de zes cursisten interviewt haar vanuit een eigen invalshoek. Het levert heel verschillende gesprekken op.

“Probeer meteen tot de kern te komen,” zegt Marijn tegen M. “Je hebt die lange aanloop helemaal niet nodig; spring er meteen in.” Ik ben blij met die aanwijzing, want de interviews die M. maakt, worden door mij gemonteerd en ja, soms vallen de vragen lang uit en valt er veel te knippen. Ik zit aan de zijlijn, maar ook daar steek ik veel van op. Al was het maar hoe je het aanpakt om in je eigen buurt een netwerk op te zetten van mensen die elkaar helpen met kleine klusjes, vervoer, of gewoon even kletsen bij een kop koffie.

Die koffie is er trouwens ook vandaag. En een luxe lunch. En dan weer door. Tot vijf uur in plaats van vier, want iedereen is nog veel te enthousiast om te stoppen. Dan gaan we met de hele groep naar het station. Elkaar in een halve polonaise bij de schouder vasthoudend om de weg te vinden, die gelukkig kort en makkelijk is.
Een geslaagde dag waar iedereen veel van geleerd heeft.

zondag 29 oktober 2023

Pepertjes

Hmmm, lekker pittig soepje! Dat hele kleine rode pepertje heeft best veel effect. 


Het afgelopen voorjaar peuterde ik een paar pitjes uit een rode, Spaanse peper. Ik legde ze een paar dagen op een nat wattenschijfje en plantte ze toen in een klein potje met potgrond. Ik weet niet meer hoe lang het duurde voor het eerste groene puntje bovenkwam, maar na dat eerste puntje kwam er al snel meer. Het leverde uiteindelijk drie piepkleine plantjes op.

Een peperplant zelf opkweken vraagt veel geduld, weet ik nu. Het duurde alleen al weken voordat de kiemplantjes eindelijk echte blaadjes kregen. Maar ze stonden op de vensterbank in de keuken en elke morgen zag ik ze daar staan, controleerde of ze water nodig hadden en sprak ze vriendelijk toe.
En na vele weken, het was al lang zomer, waren ze groot genoeg om uit te  planten. Eén in de moestuinbak, een treurig experiment want hij was al na een paar dagen door slakken opgegeten. Twee in een grote pot. Die groeiden tergend langzaam uit tot echte peperplanten.

Ergens in augustus kwamen er zowaar bloemetjes aan en daarna, kort voordat we drie weken op vakantie gingen, spotte ik de eerste minipepertjes. Het was begin september, het was heet, het was droog en ik was drie weken niet in de buurt om de babypepertjes te verzorgen.
Maar J. bleef thuis. Omdat ie niet de meest betrouwbare plantenverzorger is, stuurde ik hem af en toe een appje met de vraag of mijn peperplantjes nog leefden. Dat hielp denk ik wel. Toen we thuis kwamen, waren er groene pepertjes van een paar centimeter groot. Hoera.

Toen het ’s nachts kouder werd, haalde ik de planten binnen. Een week geleden begon eindelijk, eindelijk het eerste exemplaar rood te worden. En vandaag, op 29 oktober, oogstte ik een helderrood Spaans pepertje van ongeveer vier centimeter lang. Was dat nou al die moeite waard? Absoluut. Ik word altijd zó vrolijk van zelf gekweekte groente. En die soep uit de eerste regel is gewoon superlekker.

Maar volgend jaar moet ik beslist eerder beginnen met opkweken. Of nog beter: deze plant laten overwinteren, want dat schijnt ook te kunnen. Dit experiment krijgt een vervolg.


zondag 22 oktober 2023

Links op het grote podium zit een groep mensen, de rug naar het publiek. Ze kijken in de richting van een lichtbron, een stem doet in een onverstaanbare taal verslag van wat klinkt als een sportevenement. Rechts op hetzelfde podium maakt een donkere jongen met een petje soepele breakdance-bewegingen. Hij danst een tijdje fanatiek, maar wordt dan moe. Zijn bewegingen worden langzamer, tot hij uiteindelijk op de grond zakt en languit gaat liggen.

De lichtbron achterin dooft, het geluid zakt weg en het groepje mensen links begint luidkeels te protesteren. Ze staan op, sjorren aan de danser tot hij weer rechtop staat en begint te dansen. Het licht wordt feller, de commentaarstem klinkt weer en de groep gaat tevreden zitten – tot de breakdancer weer moe wordt en neerzakt. Dan herhaalt het spel zich.

Vier mannen staan in een kring, op hun schouders staan twee andere mannen. In de lucht draait een acrobaat op weg naar de top van deze piramide.We zijn bij een circusvoorstelling. Maar de gebruikelijke trapezes, glitterpakjes, clowns en een spreekstalmeester ontbreken. Dit circusgezelschap uit Guinée bestaat uit elf mannen en twee vrouwen. Allemaal jong, donker van huid en gekleed in een simpele spijkerbroek en shirt.
En allemaal lenig, sterk en bruisend van energie.

Hun voorstelling heet Yé, wat water betekent. Plastic flessen met en zonder water zijn de enige attributen. Er wordt om gevochten, er wordt mee gegooid, een groot net met zulke lege flessen dient als vangnet voor omhoog gegooide acrobaten.

Want acrobaten zijn het allemaal. In schijngevechten gooien ze elkaar om of omhoog, verdwijnen ze in de coulissen om dreigend tweehoog terug te komen. Ze vormen op allerlei manieren menselijke piramides, buitelen van links naar rechts over het podium met flikflaks en salto’s. Eén van hen is een slangenmens die zich in de meest onmogelijke bochten wringt.

Een uur lang houden ze de aandacht van het publiek vast, door steeds op andere manieren hun kunsten in een woordloos verhaal te verpakken. Ruzie om een meisje, om de laatste slok water. Pogingen om langs een versperring te komen, Sjorren aan groepsleden die voor dood op de grond liggen en zich slap laten optillen en heen en weer gooien. Het blijft boeien.

Aan het eind van de voorstelling staat de groep in een rij op het podium om de staande ovatie in ontvangst te nemen. En als toegift razen ze nog eens een voor een van links naar rechts over het podium, dansend, rollend, flikflakkend met een energie alsof ze net beginnen.
Circus Baobab. Het was beslist de moeite waard om voor naar Tilburg te rijden.
Echt leuk!

zondag 15 oktober 2023

Bowlingfeestje

Het is dezelfde locatie als vijf jaar geleden waar we zijn uitgenodigd voor het jubileumfeest van mijn zwager en schoonzus. Een bowlingcentrum is het, dus het wordt niet alleen maar eten, drinken en praten. We hadden het verkeer tegen, dus de meeste tafels in de grote zaal zijn al bezet. H. begint gelijk opgewekt handen te schudden.

Het jubilerende paar heeft vijf kinderen, twee neven en drie nichten van ons. Vier van de vijf zijn getrouwd en hebben zelf kinderen, waarvan de meeste inmiddels volwassen zijn en partners hebben. Dat is bij elkaar een behoorlijk groot gezelschap. Ik weet van alle neven en nichten wel hoeveel kinderen ze hebben en veel namen weet ik ook nog wel, maar om in deze menigte meteen iedereen thuis te brengen is niet makkelijk. Zeker niet met al die partners erbij.

Andersom weten zij ook niet allemaal meteen wie wij zijn. Om het makkelijker te maken, blijf ik bij H. in de buurt. Die gaat met alle achterneven en -nichten enthousiast in gesprek, zodat we pas drie van de zes tafels gehad hebben als iemand de aandacht vraagt om het bruidspaar toe te spreken. We zoeken gauw een plekje en het voordeel daarvan is, dat we nu koffie met gebak aangeboden krijgen.

Het hele gezelschap wordt opgedeeld in groepjes, want om vijf uur kunnen we de bowlingbaan op. En voor die tijd moeten we de speciale bowlingschoenen aan. Het schept meteen een band om daar met z’n allen in een beperkte ruimte schoenen aan- en uit te trekken. Je móet haast wel even op een schouder leunen om niet om te vallen en daarna loop je met z’n allen op dezelfde gekke flapschoenen rond.

Ik zit in een groepje met een aangenomen nicht, een achternicht en het op een na jongste achterneefje van een jaar of 12. Hij heeft net verteld dat hij erg van sporten houdt, vooral van voetballen. Stoer begint hij zonder ‘hekje’ langs de baan en prompt gaan de eerste drie beurten bijna alle ballen de goot in. Hij laat zich niet ontmoedigen (wat ik knap vind), maar kiest dan toch voor een bumper. Daarna gaat het beter en wordt ie echt enthousiast.

Naast ons staat een andere achterneef met stevige spierballen zo hard te werpen met de zware bowlingballen dat ik me iedere keer een hoedje schrik. Het uur is zo om en dan strijkt iedereen ergens aan een tafel neer om straks te gaan eten. Ik zit aan een gezellige tafel met een neef die regelmatig in bulderend lachen uitbarst en hier vier zonen en schoondochters heeft rondlopen die allemaal van tijd tot tijd even om z’n nek komen hangen. Knus.

Aan de andere kant zit mijn Franse neef, die speciaal voor het feest van z’n ouders een paar weken in Nederland is. Hij zit deze hele week in een huisje vlak bij ons en we maken dan ook meteen een eet-afspraak. Rond half tien gaat de zaal sluiten. Het afscheidsrondje duurt bijna net zo lang als het rondje binnenkomen. Het is leuk om al die familieleden weer even ontmoet te hebben. Het zou mooi zijn als het hele gezelschap over vijf jaar weer hier is voor zo’n bowlingfeestje. Laten we hopen dat dat gebeurt.  


vrijdag 6 oktober 2023

Marokko deel 11: Slot

De laatste dagen van onze reis brengen we door in de havenstad Essaouira. We zwerven rond bij de vissersboten en kijken hoe de vangst van de dag uit het ruim wordt gehaald. Op het achterdek schept een man een emmer vol vis; die volle emmer gooit hij over naar een andere man die op een verhoging midden in de boot staat. In één beweging vangt de tweede man de emmer op en gooit hem een paar meter omhoog, naar een derde man die op de wal staat. Die kiepert hem leeg en weer iemand anders gooit de lege emmer terug naar man één. Soepel gaat het scheppen, gooien en legen aan de lopende band door.

Het is druk bij de vissershaven. Schepen komen binnen of liggen aangemeerd. De bemanning druk aan het werk of juist even aan het uitrusten. Er staan kraampjes waar plaatselijke restaurant-eigenaren verse vis komen kopen. Mensen lopen weg met grote tassen vol vis. Meeuwen vliegen heen en weer of zitten op een paaltje op de loer in de hoop een visje mee te kunnen pikken.

Als we uitgekeken zijn, gaan we verderop uitwaaien op het strand. Een mannetje met een dienblad om z’n nek probeert ons zoete thee te verkopen. Dat doen we toch maar niet. Verderop zien we de gekleurde zeilen van windsurfers op de golven. Het is hier aan zee een stuk koeler dan in Marrakesh, waar we gisteren nog waren. ’s Avonds komen zelfs jassen en vesten uit de koffers.

De laatste avond in Essaouira is de één na laatste avond van de reis. Omdat we morgenavond moeten inpakken om maandag vroeg te vertrekken, doen we alvast een afscheidsdiner met de hele groep. Reisleidster Akke houdt een kleine toespraak en onze held-met-dertien-hechtingen spreekt namens iedereen een dankwoord. H. en ik zingen een toepasselijk lied met achter ons W. en A. als gebarentolken.

Onze chauffeur Khalid is mee en vertelt dat hij deze groep heel fijn vond om mee rond te rijden. Het zou natuurlijk kunnen dat hij dat tegen iedereen zegt, maar we geloven hem wel; als hij ons later bij het vliegveld heeft afgezet, blijft hij zwaaien tot iedereen naar binnen is gegaan.

Voor het eerst van ons leven deden we een groepsreis van drie weken. Zo vreemd als we de eerste dag tegen alle andere groepsleden aankeken, zo bekend is iedereen ons nu. In het vliegtuig naar Amsterdam zitten we verspreid tussen de andere passagiers door, maar bij de bagageband vinden we iedereen terug. We schudden handen, we omhelzen mensen, zwaaien naar elkaar. Langzaam valt de groep uiteen.
In de ontvangsthal staat E. ons op te wachten. Voordat we de trein naar huis nemen, drinken we koffie met onze dochter en vertellen we over onze reis. En voorlopig zijn we niet uitverteld over alles wat we de afgelopen drie weken gedaan en beleefd hebben.

donderdag 5 oktober 2023

Marokko deel 10. Ongeschreven regels

In Marokko is het heel normaal om af te dingen als je iets wilt kopen. Dat lees je op allerlei websites of in reisboekjes. Een veel gehoord advies is om in eerste instantie ongeveer een derde van de vraagprijs te bieden en dan uit te komen op het bedrag dat je zelf in gedachten had voor dit product.

kraampje met kleurige stoffenDat is makkelijker gezegd dan gedaan. De eerste de beste keer dat ik een halfslachtig bod doe op een portemonneetje dat ik eigenlijk niet echt wil hebben, wordt dat zó krachtig geweigerd dat verder onderhandelen zinloos is. Er blijken winkeltjes te zijn waar de prijzen toch echt vastliggen en er zijn ook gevallen waarin een derde van de prijs nog steeds veel te veel is. 

Je moet een beetje gevoel krijgen voor de gedragsregels en het is natuurlijk wel handig als je alvast wat tips hebt gehoord of gelezen. “Als je thee gaat drinken met een winkeleigenaar, geef je daarmee aan dat de onderhandelingen serieus zijn begonnen.”
In een coöperatieve winkel met allerlei leuke dingen, koop ik na bedachtzaam onderhandelen (je leert wat bij in een dag of 12,) een paar souvenirs. Ik praat nog even na met de verkoper, die zegt dat ik nog eens terug moet komen om thee te drinken.

Als ik groepsgenoten A en Y vertel over de winkel, willen die er ook wel eens kijken en ik vind het wel gezellig om met ze mee te gaan. Y heeft een sieradenwinkel en weet wat ze zoekt. Doelbewust kiest ze een paar kettingen uit om te bekijken en vergelijken. Ze past er een paar en wij geven commentaar. Ik vind ook een mooie ketting die ik wil kopen. Intussen heeft de eigenaar van de winkel een dienblad gehaald met een pot thee en een aantal glaasjes. Is het omdat hij mij herkend heeft? Of omdat we zo duidelijk van plan zijn om sieraden te kopen? Hoe dan ook: de onderhandelingen zijn begonnen.
Ik laat het aan Y. over, die verstand van zaken heeft en ze weet een mooie prijs af te spreken (inclusief een cadeautje voor ons allebei) waar iedereen tevreden mee is. Zo is afdingen eigenlijk heel gezellig.

Een andere onderhandelingssituatie: Iemand spreekt je aan en vraagt waar je naartoe wilt. Vervolgens wil hij je er wel even heen brengen. Dan kun je eigenlijk al niet meer terug: je hebt een gids. Eentje die je misschien wel naar de gewenste plek brengt, maar zeker niet langs de kortste weg. En dan moet er betaald worden. 

smal steegje in de medina van FesAls we in Fes op zoek zijn naar de Synagoge, meldt zich zo’n wegwijzer. We hebben geen haast en besluiten ons door de straatjes van de medina te laten leiden. Intussen weten we dat een redelijke prijs voor een gids rond de honderd dirham ligt. De synagoge moet ergens in de buurt zijn, maar voordat we er zijn, hebben we zeker een half uur rondleiding achter de rug. Vlak voordat we er zijn, blijft onze man staan in een smalle steeg, onzichtbaar voor de politieagent die verderop staat. Hij wil 20 euro hebben. H. geeft hem tien, maar dat vind ie niet genoeg. Als we de steeg uit stappen in de richting van de agent, kiest hij eieren voor z’n geld, maar boos is hij wel.

Verschillende keren hebben we meegemaakt dat iemand voor een ongevraagde dienst méér wilde hebben dan de paar dirhams die wij het waard vonden. Boos worden dan de munten op de grond gegooid – en even later toch weer opgeraapt als niemand ervan onder de indruk blijkt te zijn.

De meest brutale afgedongen prijsverlaging was eigenlijk onbedoeld. W. en ik keken op een markt naar wat ringen en meteen begon de koopman van alles tevoorschijn te halen en aan te bieden. Eigenlijk vonden we het niks, maar één ring vonden we wel aardig. Hij was er in twee kleuren en we werden overgehaald om er allebei een te passen. De koopman wilde er 750 dirham (ca 75 euro) voor hebben en er was echt geen sprake van dat we dat gingen betalen.

Wat zou ik thuis voor zo’n ring betalen? Nog geen tientje, dacht ik. Toen de man bleef aandringen op een tegenbod zei ik voorzichtig: 100 dirham? Prompt kwam de tegenzet: 150 voor de twee ringen. Dat vonden we een acceptabele prijs. En aan het gezicht van de verkoper te zien, was hij er helemaal niet ontevreden mee. Een vijfde van de vraagprijs… soms gaan de dingen echt anders dan het in de boekjes staat.

woensdag 4 oktober 2023

Marokko deel 9 Alles is hier nep

18 sept.

We zijn op weg naar Aït Benhaddou, een schilderachtige plaats. Als je Game of Thrones hebt gezien, ken je de stad als Yunkay, de stad die ingenomen wordt door Daenerys Targaryen, de drakenmoeder. Maar er zijn nog veel meer films die in of rond deze stad zijn opgenomen.

Om er te komen, moeten we wéér door Ouarzazate, waar we C. en L. ophalen. Drie dagen na zijn val in het ravijn ziet C. er nog gebutst uit, met verband op zijn hoofd en zijn neus, maar samen met z’n vrouw stapt hij opgewekt weer in de bus. Ze worden enthousiast ontvangen en we rijden om te beginnen naar de Atlas Filmstudio’s, waar we een rondleiding krijgen.

“Alles is hier nep,” is het eerste dat de gids ons vertelt als we over het enorme terrein lopen. Er staan rekwisieten opgesteld zoals de strijdwagen van Gladiator, waar we snel langs lopen om naar de eerste filmset te gaan. Een zuilengalerij met Egyptische hiërogliefen, de draagstoel van Cleopatra, Egyptische goden. De gids vertelt over scènes die hier zijn opgenomen voor de film Asterix en Cleopatra. Dan krijgen we even tijd om rond te lopen voordat we doorgaan naar een volgend decor.

We zien filmsets van Gladiator. The Passion of Christ, Ben Hur, overal heeft de gids een verhaal bij. Hij laat een zwaar ogend rotsblok zien dat hij vervolgens optilt en omdraait: Papier-maché op een houten frame. Hij vertelt hoe met vier figuranten een hele menigte werklieden gefilmd werd door ze steeds met een omweggetje achter aan te laten sluiten. Een filmset met kleine deurtjes en kleine bomen diende om Hercules heel groot te laten lijken. In een Chinese setting vertelt hij hoe Brad Pitt sinds ‘Seven years in Tibet’ niet meer welkom is in China omdat de film te kritisch was.

Tenslotte laat hij een ruimte zien met rotsblokken op de grond en in de lucht planeten die aan draden hangen. Hier is een Hermes-reclame opgenomen. Hij laat ons op zijn telefoonschermpje de acteur zien en vraagt wie het is. Het blijkt een niet bestaand persoon te zijn, gecreëerd met AI. Die kant gaat het op met films. Steeds meer computer-gestuurd en –geanimeerd. Wie weet hoe lang een filmstudio zoals deze nog blijft bestaan.

Als uitsmijter gaan we met de hele groep een film maken. Onze gids ontpopt zich als een handige regisseur. Hij zet onze hele groep in twee rijen neer, pikt er een paar mensen uit die een opdracht krijgen: “Jij loopt daarheen en doet dat – dan doen jullie allemaal zó. Jij zit hier en hij neemt je mee dáár naartoe. Dan loop jíj hierheen en daarna jíj daarheen – en jullie doen weer allemaal zó.

Met die aanwijzingen moeten we het doen. De gids filmt het et zijn i-phone allemaal in één doorlopende take en dat gaat helemaal goed. Het levert een filmpje op dat we achteraf allemaal doorgestuurd krijgen, met een hoofdrol voor H. en mij en met sfeervolle muziek om het nog echter te maken. Een superleuke herinnering aan een leuke rondleiding.  En dan: naar alweer een filmlocatie: Aít Benhaddou, waar ons volgende hotel is. 

 

dinsdag 3 oktober 2023

Marokko deel 8: De bus

Voorin de bus wordt Frans gesproken. De eerste dagen sluit het Frans van reisleidster Akke niet helemaal aan op dat van chauffeur Khalid. Er zijn soms misverstanden over wanneer en waar stoppen of hoe de weg loopt. Maar ze gaan elkaar steeds beter begrijpen.
De groep krijgt steeds meer waardering voor de rustige, zekere rijstijl van Khalid en zijn onvermoeibare hulp bij het in- en uitladen van alle bagage.

Op dag 12 van onze reis zitten we weer eens bijna de hele dag in de bus. Vanuit de Dadèsvallei rijden we naar Zagora, met een stop in Ouarzazate, waar Akke onze gewonde reisgenoot gaat bezoeken (zie deel 7). Intussen kunnen wij de Kashba (ommuurde oude binnenstad) bezoeken. Delen ervan zijn gesloten omdat ze na de aardbeving niet veilig zijn om rond te lopen. Een plaatselijke gids vertelt over de geschiedenis van de stad.

Na een snelle lunch rijden we verder, richting Zagora, richting woestijn. Buiten is het 37 graden, in de bus is het niet veel koeler, want de airco hapert regelmatig. Voorin de bus zie ik Akke fronsen en met haar hoofd schuin luisteren naar de motor van de bus. Er rammelt iets. Als de weg weer omhoog gaat, rijden we steeds langzamer, tot we bovenaan helemaal stil staan.
Om ons heen woestijn.
Nergens schaduw.

Het is nog zo’n 30 kilometer naar Zagora, en 30 kilometer is een akelig eind lopen in deze hitte…
Chauffeur Khalid trekt een luik open in de vloer van de bus en terwijl verschillende mensen geïnteresseerd meekijken, buigt hij zich over het motorblok..

Na een tijdje zien we hem iets langs en zwarts naar boven halen. Er is een riem gebroken. Een hele tijd is hij bezig draden en flarden los te trekken. Dan sluit hij het luik en gaat weer achter het stuur zitten. Zou het probleem hiermee verholpen zijn?

Gelukkig, de motor start meteen. Opgelucht geven we Khalid een applaus, terwijl de bus weer voorzichtig in beweging komt. De airco is nu helemaal dood, maar daar klaagt niemand over; we zijn al lang blij dat we weer rijden. Zonder verdere problemen komen we bij het hotel. Een hotel met als welkome bonus een klein, maar koel zwembad.

De volgende dag, terwijl we met een klein groepje in Zagora rondlopen, zien we een bekende bus rijden. Khalid stopt naast ons en met een grote glimlach doet hij de deur open om ons een lift te geven. Mét airco, want die is gerepareerd.

maandag 2 oktober 2023

Marokko deel 7: een val in het ravijn

In de lobby van het hotel zit L. een beetje verloren op een bank. Ze moet haar koffer gaan pakken om met de taxi naar het ziekenhuis in Ouarzazate te gaan, waar haar man heen is gebracht. Hij is van een richel een meter of drie, vier naar beneden gegleden en heeft een flinke hoofdwond.

Onze reisleidster Akke is goed in noodsituaties. Ze is meteen naar de plek gegaan waar het gebeurde, heeft de andere wandelgroep ingelicht en is L. daar gaan halen. Nu is ze een taxi aan het regelen, stelt L. gerust, is druk aan het bellen met zorgverzekeraars, met de reisorganisatie…

Ik praat even met L., die zit te wachten op een van de makkelijke banken.  Ze heeft een paar uur flink in angst gezeten. Eerst hoorde ze dat iemand van het groepje ‘pittige wandeling’ in een ravijn was gevallen. Eén van de drie mannen. Uren later bleek het haar man te zijn, maar was onduidelijk hoe ernstig het was. Nu is het nieuws dat hij weliswaar even buiten kennis is geweest, maar inmiddels weer helder. Wel moet er voor alle zekerheid een hersenscan gemaakt worden in Ouarzazate, zo’n 120 kilometer verderop.

Ik prijs me gelukkig dat ik al die tijd nietsvermoedend aan het wandelen was en niets van de vage, verontrustende berichten heb meegekregen. Als L. is vertrokken, haal ik mijn boek en ga lezen.

Het duurt uren voordat H. terug is met de andere twee van het groepje. Ze zijn alle drie een beetje hyper en moeten keer op keer hun verhaal vertellen. Achter de jonge gids aan liepen ze over een richel met aan één kant een schuin aflopend stuk. Ineens hoorden ze een geluid achter zich, keken om en zagen C. wegglijden over het schuine stuk en daarna verdwijnen – niemand wist meteen hoe diep. Dat kon je vanaf hun plek ook niet zien.

Ze riepen ongerust naar beneden, terwijl de gids meteen begon te rennen om langs een kleine omweg op het lage gedeelte te komen waar C. lag. Veel bloed op zijn hoofd en zijn gezicht, veel schaafwonden. Al gauw was hij aanspreekbaar, wel een beetje verward, maar het trok bij. Lopen ging niet. Hij moest bijna een kilometer met een geïmproviseerde brancard naar een begaanbare weg worden gedragen.

De gids was in paniek en voelde zich vreselijk schuldig. Toen C. eenmaal in veiligheid was, besloot de rest van het groepje dat het voor iedereen goed zou zijn om toch nog een stukje te wandelen.
Daarna wordt het verhaal van de drie overblijvers enthousiast. De gids bracht hen naar het huis van z’n ouders, waar ze erg vriendelijk werden ontvangen, met eten, met cadeautjes. Ze laten foto’s zien waarop ze met de familie een Berbervlag omhoog houden. Het is bijna feestelijk.

Dezelfde avond krijgen we bericht dat C. uit het ziekenhuis is ontslagen. Met dertien hechtingen in z’n hoofd en z’n neus is hij naar het hotel gebracht waar zijn vrouw L. op hem wachtte. 

Drie dagen later komen wij met de bus door Ouarzazate en wonder boven wonder haken ze gewoon weer aan bij de reis. Met zijn gehavende kop is C. de bezienswaardigheid van de groep. Hij doet het een beetje rustig aan, maar is weer helemaal terug. Een bijzondere afloop.  

Deel 8: De bus

 


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...