Ik hou van tellen, of liever gezegd: ik ben een beetje een dwangmatige teller. Als ik bijvoorbeeld op het station sta te wachten, tel ik de seconden af tot de trein komt. Als ik wandel, wil ik graag weten hoeveel kilometers ik heb afgelegd en dat geldt ook op de fiets: de kilometerteller is mijn vriend.
Sinds januari 2021 heb ik een elektrische fiets. In eerste instantie om
mee op fietsvakantie te gaan, maar ik ga er ook regelmatig mee naar m’n
werk. Zeker als het weer meezit, is het toch wel de beste manier van
woon-werkverkeer. Sinds H. met pensioen is, heb ik meestal wel de
beschikking over een auto, maar vooral het laatste jaar staat het
verkeer ook hier steeds vaker vast. En het is best lekker om langs een
rij stilstaande auto’s stevig door te kunnen rijden op je fiets.
Tellen en fietsen … ik had het streven om voor het einde van dit jaar de 9000 kilometer te bereiken. En kijk: de afgelopen week zag ik op een sombere grijze middag mijn kilometerteller van een mooie 8999.9 naar een nog mooiere 9000.0 draaien. Ik ben er speciaal voor gestopt om mijn telefoon op te diepen uit m’n tas uit m’n fietstas en het vast te leggen.
Ik vind het een mooie afstand binnen drie jaar. Goed voor het milieu, want al die kilometers hebben alleen een beetje zonne-energie gekost. Goed voor m’n conditie, want met het motortje altijd op de lichtste stand is fietsen toch nog wel serieus fietsen. En goed voor m’n ego, want ik vind dat ik mezelf voor deze mijlpaal best een schouderklopje mag geven.
En nu: op naar de tienduizend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten