woensdag 31 maart 2021

Wij adviseren een scheiding

Het is pas 31 maart, maar het lijkt wel zomer. Vanmorgen hebben we allebei thuiskantoor gespeeld en nu zitten H. en ik op het terras te kijken naar de uitbottende struiken. ‘Pieoew, pieoew,’ horen we vanaf het water achter de tuin. Gebonk, een hoop gespetter en van iets verderop weer ‘pieoew’. Nieuwsgierig lopen we naar achteren om te kijken waar die herrie vandaan komt. Bij de schoeiing van de achterburen zijn twee zwanen aan het paren. Het stel zwemt hier al een paar weken rond en H. heeft ze Job en Anna gedoopt.

We gunnen ze hun privacy en lopen terug naar onze tuinstoeltjes. Het geluid verplaatst zich, telkens met een hoop gespetter waar we uit opmaken dat er een soort achtervolging gaande is. Heeft Anna niet zo’n zin in de avances van Job? Een kwartier later blijkt dat er inderdaad geen sprake is van wederzijdse instemming. Een grote, witte zwaan komt ons talud opklauteren en flapt op haar zwarte voeten dwars door de tuin in onze richting.

Als ze niet ver van het terras blijft staan, komt zwaan nummer twee uit het water. Onze buren, die hun terras dichter bij het water hebben, staan bij het gaashek tussen de tuinen, vlakbij de plek waar Job aan wal wil gaan. ‘Ksssst,’ roepen ze en klappen in hun handen. De achtervolger druipt af.  
‘Dat gaat niet goed.’ Zeggen ze tegen ons. ‘Er zit bloed aan haar kop, kijk maar.’
Anna heeft een plek gevonden in de verhoogde bak naast ons terras. Daar blijft ze rechtop staan. Ze houdt ons in de gaten, en ook het water waar haar belager rondzwemt.

Wel een kwartier staat ze zo in de tuin. Dan gaat ze zitten en na een tijdje steekt ze haar snavel tussen d’r veren. We bewegen behoedzaam maar ze trekt zich weinig van ons aan. Een half uurtje later gaat H. naar boven om te schrijven en ik ga naar een afspraak. Ik verwacht dat Anna wel vertrokken zal zijn als ik terugkom, maar ze is er nog steeds. Een paar meter verderop, midden op het stapstenenpad staat ze weer recht op haar zwarte voeten.

En als we buiten gaan eten, is ze er nog steeds. Ik loop op een paar meter afstand voor haar langs om iets in de groenbak te gooien en ze blaast naar me, maar gaat niet weg. Onze tuin is haar Blijf-van-m’n-lijf plek. Het is goed mis tussen Anna en Job. Over knobbelzwanen wordt gezegd dat ze als paar levenslang bij elkaar blijven. Dat lijkt me in dit geval niet zo’n goed idee. Wij adviseren een scheiding, dat lijkt ons wel zo gezond voor Anna. Bij zo’n bullebak wil je toch niet blijven!

 

zondag 28 maart 2021

Specht

Zondagmorgen. Ik ben vroeg wakker geworden omdat ik naar de wc moest, maar opstaan hoeft nog niet. Ik kruip nog even lekker terug in bed. Al gauw slaap ik weer in en ik droom van een concert. Iemand speelt voor een groot publiek op een mondharmonica. Vreemd, het instrument zit nog in een doosje. Terwijl de muzikant speelt, houdt hij het kartonnen doosje met twee handen vast en regelmatig laat hij z’n nagels in een snelle roffel over het karton gaan. RRRRRRt. RRRRRT.

Wat is dat toch voor een geluid? Hoor ik H. naast me zeggen. Ik doe mijn ogen open en hoor wat hij hoort. Een snel getik. De verwarmingsbuizen? Iemand die ergens aan het boren is?  H. stapt uit bed en trekt het gordijn een stukje opzij. Niets te zien. Hij doet het raam open en steekt z’n hoofd naar buiten… Kijkt omhoog: ‘Het is een specht!’ zegt hij verbaasd. Hij zit op het stuk hout hier.
‘Echt waar?’
Hij draait zich naar mij en zegt grinnikend: ‘Ja echt, een specht. En hij blijft gewoon zitten.’
Prrrrrrt.
Dat is natuurlijk niet de bedoeling.
‘Ik vind spechten overal leuk,’ zeg ik, ‘behalve als ze ons ornament kapot hameren’.
H. steekt zijn hoofd weer uit het raam.
‘Hij zit op die van de buren,’ zegt hij en roept ‘Hé, kssssst,’ naar de specht. Dat wordt het dier toch te gortig en hij vliegt er vandoor.


Een half uurtje later sta ik op, want E. logeert een nachtje bij ons en we hebben afgesproken om half tien samen te sporten. Ik loop naar de zolderverdieping en klop op haar deur.
‘Ja?’ klinkt het slaperig.
Ik doe de deur op een kiertje.
‘Ben je wakker? We zouden sporten.’
‘Ik hoorde zo’n raar geluid vanmorgen vroeg,’ zegt E. ‘Heel hard. Ik dacht dat er iemand ergens een slot open zaagde of zo.’
‘Het was een specht,’ zeg ik.
‘Echt? Nou zeg, ik dacht nog dat het op het geluid van een specht leek.’

We trekken onze sportkleding aan om de dag te beginnen met een workout. Buiten, op het parkeerterrein. In Amsterdam doet E. dat regelmatig met een of meer vriendinnen nu ze niet naar de sportschool kunnen. Maar hier kijken mensen ons een beetje vreemd aan. Daar trekken we ons niets van aan. Het is heerlijk om ons in de buitenlucht flink uit te sloven. Als we teruglopen staat de overbuurman buiten te klussen.

‘Hé P., vanmorgen zat er een specht bij ons op dat stuk hout voor het raam.’ Ik kijk naar het fris gelakte ornament voor zíjn huis. Er zitten vier scherpe pinnen bovenop. ‘Dat zal bij jou niet gebeuren.’
‘Hij kan er wel op gaan zitten,’ lacht de buurman, ‘maar dan kan ie er nooit meer af.’
Die vogel zal wel beter uitkijken. Ik hoop stiekem wel dat de specht terugkomt. Maar dan gewoon om in een bóóm te hakken en niet in ons huis. 
 




vrijdag 26 maart 2021

Kleine dingen

Wat je vroeger in de kerk hoorde, krijg je nu voorgeschoteld op websites die zich bezighouden met mindfulness. ‘Wees dankbaar voor de kleine dingen.’ In tijden van corona is het in elk geval een mooie spreuk. En het grappige is, dat je het genieten van kleine dingen juist door die corona soms ineens in de schoot geworpen krijgt:

Een paar weken geleden fietste ik met H. een stuk langs de Maas. Onderweg kwamen we een café tegen dat natuurlijk officieel gesloten was, maar wel een loket had voor ‘coffee to go’. Naast het loket was een ruim terras waar wij - en op gepaste afstand meer fietsers en wandelaars – onze meeneemkoffie op konden drinken, die niet in een kartonnen beker zat, maar in een echt stenen kopje.

Of dit alles volgens de regels was weet ik eigenlijk niet, maar het voelde helemaal als ‘een terrasje pakken’, en toch helemaal veilig. Tegelijk doodgewoon en heel bijzonder. Iets kleins om geweldig van te genieten.

De boodschap van Rutte was ook deze week weer dat er niet veel meer kan en mag dan de afgelopen weken. Het enige lichtpuntje dat hij kon geven, was dat de avondklok van negen naar tien uur gaat. Mijn dochter is er blij mee. Het betekent net iets meer tijd om na het werk met een vriendin af te spreken.

Kleine dingen dus, die we zijn gaan waarderen. Alsof Covid ons heeft ondergedompeld in mindfulness.

    

donderdag 18 maart 2021

Stemmen

Het stembureau is deze keer niet in de school op de hoek, maar er is een ruimere locatie gevonden: de scouting blokhut, een kleine kilometer verderop.
Ik dacht een hele tijd dat ik een zwevende kiezer was, maar achteraf wist ik eigenlijk twee weken geleden al wat, of liever gezegd op wie ik ging stemmen. Die ene stem, druppel op een gloeiende plaat, voelt soms een beetje zinloos, maar wij mógen in elk geval stemmen. Dus dat moet je dan doen, vind ik.

’s Middags om een uur of drie fiets ik naar de blokhut. Ik hoop dat het niet al te druk is, want het is geen weer om lang buiten in de rij te staan. De rij is vooral lang door de ruime afstand die mensen van elkaar houden. 

Bij de deur staat een man naast een tafeltje met daarop een fles handgel. Steeds als hij iemand binnen laat, schuifelt de rij een paar meter verder. In het begin lijkt het alsof er alleen mensen naar binnen gaan, maar na enige tijd komen er uit een volgende deur toch ook stemmers terug. Ze moeten tussen de rij wachtenden door en ik bedenk dat ze dat beter andersom hadden kunnen organiseren.

Ik hoorde van een collega dat ze erg lang moest wachten omdat er bij haar in het stembureau iemand weigerde om een mondkapje te dragen. Hier is iedereen even braaf en ik hoop maar dat dat betekent dat er geen corona-ontkenners bij zijn die op Forum stemmen.
Na een minuut of tien ben ik aan de beurt om mijn handen te desinfecteren en nog een minuut later mag ik naar binnen. Ik ken de blokhut van jaren geleden, toen zoon J. bij de welpen zat. In de smalle gang met een toilet en een keukentje ernaast, sluit ik op anderhalve meter aan - en in de grote ruimte waar op de muren een jungle geschilderd is, worden even later stempas en ID gecontroleerd. Dan krijg ik het grote vel met alle lijsten aangereikt. Weer een tafel verderop mag ik een rood potlood pakken en ten slotte zijn er de afgeschotte hokjes om in het geheim één rondje in te kleuren.
Ik doe het zonder te aarzelen.
Het opgevouwen papier gaat in de stembus.
Al deze handelingen worden door iedereen plechtig verricht. Er wordt niet meer gezegd dan nodig is. Dit is duidelijk een ernstige zaak.
Als ik de tweede deur uitkom en op mijn beurt tussen de nieuwe wachtenden door wandel, zie ik dat de rij nu een stuk langer is. Onderweg begint het zachtjes te miezeren en als ik binnen ben, zie ik door het raam dat het nu echt regent.

Inmiddels is de uitslag bekend. De grote lijnen zijn duidelijk, maar wat voor kabinet hiervan geboetseerd zal worden? We zullen zien.


zaterdag 13 maart 2021

Ornament

Wij wonen in een twee-onder-een-kap woning. Net als de andere huizen in onze straat, heeft het onze een rond lopend dak. Direct onder de boog van dat dak, zit op de zolderverdieping een groot raam, grenzend aan net zo’n raam van het buurhuis. Allebei een halve boog dus. Op de grens van deze ramen is, zeven meter boven de grond, een ornament aangebracht in de vorm van een langwerpig stuk hout.

Het is onbewerkt hardhout, bedoeld om met de jaren een verweerd, grijs patina te krijgen. Maar daar is onze overbuurman het niet mee eens. Hij heeft het hout jaren geleden al eens van de gevel geschroefd om het te schuren en te lakken en deze week krijgt het een nieuwe behandeling.

Dat heeft heel wat voeten in de aarde, want op zeven meter hoogte manipuleren met een zwaar ornament is geen kattenpis. Eerder in de week zagen we P. buiten voor zijn schuurdeur bezig met het gevaarte. Vandaag hangt hij het, met hulp van zijn zoon, terug

Vanuit ons keukenraam zien we hem aan het werk. Terdege voorbereid, met een klimtuig om en een rol touw in zijn handen, gaat hij de hoge ladder op die tegen de voorgevel staat. Hij zekert zichzelf door een muskethaak aan de metalen buis te klikken die langs de dakrand loopt. Ook aan het stuk hout is een touw vastgemaakt dat boven over de buis gaat en weer naar beneden, waar de zoon klaarstaat om het op te takelen.

Als P. boven in de juiste positie staat, gaat het ornament langzaam de lucht in. Daar moet het met twee zware bouten weer vastgezet worden. Gelukkig is onze overbuurman bijzonder handig en bovendien is hij een gecertificeerd bergbeklimmer. We kijken dan ook onbezorgd toe hoe hij deze heikele klus tot een goed einde brengt.

Terwijl hij bezig is, wordt de lucht donkerder en nog geen kwartier nadat de ladder aan de overkant is weggehaald, barst er een hagelbui los waarbij stevige windvlagen onze tuinstoelen omver blazen. Ondanks zijn ervaring in de bergen zal P. blij zijn dat hij nu niet op die ladder staat. Zijn houten sierbalk ziet er, als enige in de straat, weer als nieuw uit.

zondag 7 maart 2021

Lunchfeestje

Een groot feest zat er dit jaar alwéér niet in, maar E. vierde haar verjaardag toch uitgebreid en behoorlijk feestelijk. Helemaal volgens de regels was het niet, maar van de drie vriendinnen met wie ze een weekend in een huisje verbleef was er alvast één coronaproof, want besmet geweest.
De filmpjes die ze me stuurde zagen er gezellig uit, vooral de laatste, waarin ze met z’n vieren woest door de kamer dansten, compleet met (zelf meegebrachte) discolamp.
Na het weekend had ze zomaar een paar dagen vrij genomen. Op de verjaardag zelf kwam één vriendin voor een gezellig avondje film met een wijntje en de dag erna waren wij aan de beurt om het samen met haar te vieren.

Deze keer keurig volgens de regels kwam ze naar ons toe. Ze bracht twee grote dozen mee met een super-de-luxe lunch (officieel was het een high tea) voor drie personen, die we met z’n vieren lang niet op konden. Eerst liet ze ons het cadeau zien dat we haar hebben gegeven. Kostbaar in alle opzichten. De kleine, gouden sieraden die ze van haar beide oma’s heeft geërfd lagen al jaren ongedragen in een laadje en ze wilde ze laten omsmelten tot een ring die ze wél zou dragen. Een zegelring met de letters van hun voornamen. Wij vonden dat een mooi, symbolisch cadeau dat we best wilden betalen. De ring was mooi op tijd klaar en ze had hem aan. Met sierlijke letters was er D-G in gegraveerd.
‘Dolce & Gabana’ zei H. plagerig.
‘Nou ja!’ riep E. verbluft, ‘En ik was nog zó aan het nadenken over de volgorde en of daar ook rare associaties bij konden horen.’
Ach, je kunt je slechtere associaties voorstellen.


Het uitpakken en uitstallen van de lunch was een feestje op zich en toen alles op tafel stond en de mimosacocktail was ingeschonken (sinaasappelsap met champagne) ging het alleen nog maar over hoe lekker het was, wat het lekkerst was of wat misschien toch nóg lekkerder.
Zó vier je een verjaardag in coronatijd.
Alleen weer zo jammer dat er bij het afscheid geen sprake was van een stevige knuffel. Hopelijk duurt het niet tot haar volgende verjaardag voordat dat weer kan.



Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...