zondag 23 januari 2022

Wandelen of fietsen

Ruim vijftien kilometer is de route die we wandelen. Met veel heuvels en dalen, dus dat telt extra. Iets over de helft houden we een pauze bij het pannenkoekenrestaurant. Vanwege corona (arme horeca) mogen ze niet echt open zijn, maar er is een loket waar je iets kunt bestellen en er staan een paar bankjes waar we kunnen zitten.

Met koffie voor H. en warme chocomel voor mij lopen we naar een van de banken. Even aarzelen we, want de bank is behoorlijk nat. H. gaat op de leuning zitten en ik maak aanstalten om eerst mijn jas uit te trekken en op de bank te leggen.

‘Je mag hem hiermee wel even droogmaken, dat hebben we zelf ook gedaan!’ klinkt het achter me. Twee mannen zitten iets verderop en de ene gooit me een shirt toe. Ik gebruik het dankbaar om het hout mee af te drogen en gooi het dan terug.
‘Lopen jullie ook een route?’ vragen ze. En dan vertellen ze dat ze aan het trainen zijn voor een wandelroute van 100 kilometer. In drie dagen dan wel.
‘Oh, in drie dagen,’ zegt H. ‘Dan is het wel te doen.’

Als we na de koffie en chocomel weer op pad zijn, vertel ik H. dat ik dat echt te veel zou vinden. Drie dagen achter elkaar meer dan 30 kilometer lopen.
‘Als je maar genoeg traint, went dat wel,’ vindt hij. Maar daar ga ik dus niet aan beginnen.
Lopend gebruik je meer spieren dan als je fietst. Het is ook beter voor je botten, als je osteoporose hebt, zoals ik. Maar ik vind fietsen fijner.
‘Eigenlijk ben ik te lui voor lange wandelingen,’ vertel ik H. terwijl we door de blubber een helling op ploeteren. Maar we maken deze wandeling toch maar af. Na drie uur en een kwartier zijn we terug op de parkeerplaats waar we vertrokken. En dan voel ik al m’n spieren.

’s Avonds bestuderen we de kaart van Nederland. Eind maart willen we een lang weekend naar Rotterdam. We gaan er op de fiets naartoe en nu gaan we kijken welke route we nemen en hoe lang we daarover doen. Misschien nemen we vanaf Schiedam de waterbus, dan kunnen we het in één dag doen, want van hier tot Schiedam is het ongeveer 100 kilometer.
Een stevig dagje fietsen, maar gelukkig hoeven we het niet te lopen. Want 100 km. lopen vind ik echt veel te veel.


zaterdag 15 januari 2022

Bomen planten

Er staat een grote vrachtwagen op de weg vlak voor de ingang van de Waalgaard. Ik zie dat er een paar perenbomen met kluit op staan. Die zijn dus verkocht en worden nu opgehaald. Dat is goed, want deze perenboomgaard is bezig omgevormd te worden tot een voedselbos.
Voorzichtig begin ik langs de lange, lage laadbak te fietsen over het smalle stukje weg dat er over is. Maar dan begint de vrachtwagen te rijden en blijf ik staan. Ik zie de chauffeur in de spiegel, dus hij moet mij ook kunnen zien, maar ik weet niet zeker of hij oplet en ben bang mezelf klem te rijden.

Gelukkig rijdt hij alleen maar een paar meter vooruit. Daarna gaat het portier vóór me open en stapt er een man uit. Hij slaat de deur weer dicht, loopt er langs en kijkt om naar mij.
‘Rij maar door hoor. Je kunt er zo wel langs met je fiets. Sorry, we zijn hier bomen aan het opladen.’
Ik rij er langs en een paar meter verderop stap ik weer af om door een modderige afrit met m’n fiets naar het parkeerterreintje te hobbelen. Ik kan nog net voor de kleine machine langs die een boom met ingepakte kluit naar de vrachtwagen rijdt.

Nog voordat ik ook maar iets gedaan heb, zitten m’n schoenen onder de natte klei. Het is 1 uur en de ochtendploeg vrijwilligers is bezig af te ronden. Vers bloed is welkom en ik kan samen met M. aan de slag. Nieuwe bomen planten. Vlak bij de ingang staan een paar honderd (schat ik) jonge boompjes in clusters bij elkaar gebonden. Elke soort heeft een label met de naam en een nummer. De nummers corresponderen met nummers aan bamboestokjes die op de plaats staan waar de bomen moeten komen.

Ook de rijen in de boomgaard zijn genummerd. Rij 7 staat nog vol perenbomen, maar van deze zijn de meeste zijtakken afgezaagd. Zo is er ruimte gemaakt om de nieuwelingen er tussen te zetten en blijft er ook nog een deel perenoogst voor het komende jaar. De nieuwe boompjes brengen de variatie die een voedselbos moet hebben. Ik herken niet veel namen, maar zie dat er in elk geval pruimenbomen tussen zitten en waarschijnlijk appelbomen.

Samen sjouwen we de boompjes naar de goede plek. Daarna komt de stevige klus om ze te planten. Met de hand moeten er kuilen in de zware klei gegraven worden. Diep en wijd genoeg voor de wortels. Boom erin en de aarde terug scheppen en aandrukken. Sommige wortelkluiten zijn maar klein, voor anderen is een flinke kuil nodig. We werken tot vier uur door en dan hebben we, samen met nog een paar andere vrijwilligers, de klus voor vandaag af. Een stuk of tien boompjes heb ik geplant en ik voel m’n rug.

Maar ik voel me ook tevreden. De bomen die we vandaag geplant hebben zullen misschien deze zomer al vruchten dragen. En anders zeker volgend jaar. Ik kan niet wachten om te zien hoe ze groen worden en dan in bloei komen. In de voedselbos. Ik hou van dat concept.

zaterdag 8 januari 2022

Badkamer make-over

Soms kijken we naar het tv-programma ‘Weer verliefd op je huis’. Het is best leuk om te zien hoe een interieur waar de bewoners niet tevreden over zijn, door stylisten helemaal wordt veranderd. En dan altijd zo dat diezelfde bewoners er helemaal blij van worden.

Maar als we ons dan voorstellen hoe ons eigen huis onder handen genomen zou worden, weten we dat we nooit of te nimmer aan zo’n programma mee zouden willen doen. Behalve dat je vooral spullen binnen zou krijgen van de sponsoren van het programma (overal worden bijvoorbeeld stalen deuren met glas ingezet) zijn we allebei erg van de duurzame spullen. Dingen die nog goed zijn, gooi je niet weg. Vandaar dat in ons huis niet elke paar jaar het hele interieur vernieuwd wordt.

Zo hebben we in grote lijnen nog steeds dezelfde badkamer als toen we hier kwamen wonen. Met gewone, vierkante witte tegeltjes aan de muur, met zo’n sierrandje op schouderhoogte wat volgens mij nergens meer ingezet wordt. Maar badkamers zijn altijd vochtig en af en toe moet er opgetreden worden tegen oprukkende schimmelplekken.

H. moppert al een tijdje over de steeds zwarter wordende voegen tussen de tegels en ik stel voor om hem dit weekend te helpen die randjes met schimmelwerend spul te bewerken. Het is een hele operatie. Op donderdag worden wanden en plafond door H. ingesprayed met verdund bleekmiddel (niet erg duurzaam, oké, maar dit doen we maar héél af en toe)’. Vrijdag gaan we gewapend met een dun kwastje de badkamer in en beginnen ieder aan een andere tegelwand.

Zorgvuldig schilderen we alle voegen over met het witte spul. Natuurlijk gaat mijn bakje een keer per ongeluk om en zitten mijn kleren onder de witte vlekken. We zijn de hele vrijdagmiddag bezig en zaterdag ook nog een paar uur. En al die tijd kan er niemand douchen, poetsen we tanden voor een tegelwand in plaats van een spiegel en staat alles wat normaal in de badkamer op plankjes staat op de grond in de gang.

Maar nu is het klaar. En ik zal niet zeggen dat ik weer verliefd op onze badkamer ben, maar het is er weer fris en schoon en zo kunnen we er voorlopig weer mee vooruit.


zondag 2 januari 2022

Eén januari

De eerste dag van het jaar is altijd zo’n langzame dag waarop alles nog op gang moet komen. Je staat laat op, je hoeft meestal niet zoveel, je eet nog eens een overgebleven oliebol, hangt wat rond. Omdat het zeldzaam mooi weer is besluiten H. en ik om een eind te gaan fietsen. Over de dijk naar Deest en ‘binnendoor’ terug. We zijn niet de enigen die op dit idee kwamen. Vooral op de dijk komen we andere fietsers tegen, maar vooral veel wandelaars.

We hebben bij het aanbreken van het nieuwe jaar geen goede voornemens uitgesproken. Maar het plan om regelmatig te gaan of blijven wandelen en fietsen hangt altijd wel in de lucht. Hoe vaak ga ik niet met enige tegenzin een stuk lopen om onderweg te voelen hoe fijn het eigenlijk is om buiten te zijn. Ik verzin de voornemens van de groepjes wandelaars die we tegenkomen.

‘Dit jaar gaan we vaker iets met het hele gezin ondernemen.’
‘Dit jaar ga ik eindelijk beginnen met hardlopen.’
‘Dit jaar moeten we toch eens dat klompenpad doen, het schijnt een mooie wandeling te zijn.’
Sommige mensen zien er blij uit, anderen alsof ze straf hebben. Dat kan natuurlijk ook te maken hebben met het slaaptekort of de alcohol inname van de afgelopen nacht.

Als we op de terugweg zijn, worden we getrakteerd op een spectaculaire zonsondergang. Badend in een gouden licht bereiken we ons dorp en dan is het ineens een stuk kouder. En zo hoort het natuurlijk ook begin januari. Want dat hele warme weer is eigenlijk gewoon griezelig in de winter.
Maar aan het weer kun je niks doen, dus je kunt er maar beter van genieten. En dat klinkt bijna als een goed voornemen voor 2022. Toch nog eentje.

 

 

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...