dinsdag 24 september 2024

Kunst en Thunderbirds

Het is mooi nazomerweer en ik ga op zaterdag de Kunstroute fietsen. Die is ieder jaar in het derde weekend van september. ‘Officiele’ en amateur-kunstenaars laten hun kunstwerken zien. In ateliers, openbare gebouwen of gewoon in hun eigen huis en/of tuin. Dat laatste is eigenlijk het leukst, al is het soms ongemakkelijk als de maker van een paar spuuglelijke schilderijen verwachtingsvol met je meeloopt door de huiskamer.

Het eerste adres dat ik bezoek is bij een echtpaar één straat verderop. Quilts van haar, schilderijen van hem. De deur staat open en als ik binnenloop, word ik vriendelijk begroet door de vrouw van de quilts. De doeken hangen in het hele huis en ik vind de meeste echt mooi. Ze legt iets uit over de technieken en gaat dan nieuwe bezoekers begroeten.

In een klein buurtcentrum hangen schilderijen van twee vrouwen, allebei aanwezig. Ik loop rustig langs alle doeken, heb met beide maaksters een kort gesprekje en stap weer op m’n fiets. In het gemeentehuis liggen heel erg zelfgemaakt ansichtkaarten waar ik snel voorbij loop om de zes grote schilderijen verderop te bekijken. Twee ervan vind ik mooi. Zo ga ik een stuk of tien plekken langs.

De laatste plek waar ik heen ga, is een beetje verborgen. Er staat geen duidelijk adres bij op de routekaart. ‘Scratch modelbouw van modellen uit films’, meldt de folder en dat lijkt me wel leuk. Maker Ben blijkt een groot fan van The Thunderbirds. Hij heeft er werk van gemaakt: in de achtertuin, in twee grote partytenten, staat een podiumpje met verschillende modellen en de nagebouwde grot van Thunderbird 4, compleet met oprijlaan met palmbomen die opzij klappen als het voertuig erlangs komt.

Ik ben pas de tweede bezoeker vandaag en het is al ver in de middag. Hoewel ik niet bijzonder geïnteresseerd ben in de Thunderbirds, vind ik het toch een fascinerend bezoek. Ik schiet in de interviewer-modus en stel vragen over hoe alles gemaakt is en of hij er ook beurzen mee bezoekt of spullen verkoopt.

Ben demonstreert een rijdend model en dan de oprijlaan, waar een probleempje mee is. Hij vindt het duidelijk leuk dat er aanloop is, maar vergeet me bijna als hij fronsend uitzoekt wat er misgaat bij het uitrijden van Thunderbird 4. Ik vind het jammer voor hem dat hij dit alles heeft opgetuigd voor zó weinig bezoekers.

Als ik alles gezien heb, zoek ik m’n fiets weer op. Voordat ik de deur uit loop, wens ik de modelmaker morgen meer kijkers toe. Ik weet niet zeker of hij het hoort, want hij is alweer verdiept in het  probleem van de oprijlaan.

donderdag 19 september 2024

Het leukst in zo’n kasteel vind ik de keuken

(8 sept.)

Kasteel Chenonceau. Vanaf de zijkant zie je de losse toren voor de ingang, rechts ervan de brug en daarachter een deel van het kasteel, oprijzend uit het waterOm half 11 precies hebben we ons minihuisje op de Franse camping schoongemaakt en alles weer precies zo opgestapeld als we het vier dagen geleden vonden. En op de minuut af op de afgesproken tijd komt een jonge man op een fiets langs om alles te controleren. Het is oké en ik kan de 200 euro borg gaan halen bij de receptie. 

We zetten de fietsen op de fietsendrager achterop de auto en rijden zo’n 45 kilometer naar Chateau de Chenonceau. Het enorme kasteel uit de 15e eeuw is gebouwd over het water van een zijriviertje van de Loire. Er omheen liggen verschillende strak aangelegde tuinen.
We dwalen een hele tijd rond door de slaapvertrekken van allerlei vorsten, voorzien van hemelbedden op een podiumpje, wandkleden vol historische gebeurtenissen, portretten van koninklijke personen en overal geweldige bloemstukken van verse bloemen.

Een wand van de keuken waar een groot aantal glanzende koperen pannen en pannendeksels aan hangenHet leukst in zo'n kasteel vind ik altijd de keuken. Daar zie je nog het meest van hoe de bewoners van zo’n kasteel leefden. De glanzende koperen potten en pannen, de broodovens, de vleeshaken, de handige gereedschappen. Hier werd gewerkt om de verwende vorsten en hun gasten van voedsel te voorzien. 

Bijzonder vond ik het verhaal dat in dit kasteel in de Eerste Wereldoorlog duizenden gewonde soldaten werden verzorgd. De grote hallen stonden vol bedden en er was zelfs een operatiekamer. Soldaten die voldoende opgelapt waren, bleven soms klusjes doen in de tuinen van Chenonceau.

Die tuinen gaan we ook bekijken. Niet de gestileerde siertuinen van Catharina de Medici en Diane de Poitiers vinden we het interessantst, maar de bloemen-, kruiden- en groentetuinen. Daar herkennen we bloemen die we binnen in boeketten zagen en zien we allerlei verrassende eetbare gewassen staan.  

Het is al laat in de middag als we doorrijden naar onze volgende verblijfplaats: alweer een piepklein huisje op een camping langs de Loire.

dinsdag 17 september 2024

Varen, varen over de Loire

 (6 september)

“Hoeveel kost het om een kano te huren?” vraag ik in het Frans. Maar mijn Frans is niet goed genoeg om de rappe spraakwaterval te verstaan die daarop volgt. Hoho, gebaar ik, “lentement s’il vous plaît”. Dan krijg ik een foldertje waar prijzen en voorwaarden in staan.

Foto van de rivier, vanaf een eilandje. Een zandstrand, laag, breed, rustig water en aan de overkant bomen
We zijn op een camping aan de Loire. Gisteren regende het, vandaag is het grijs maar droog. We hebben wel zin om een eind te varen en boeken een tocht van 20 kilometer over de Loire. Samen met vier jonge Vlamingen worden we met een busje stroomopwaarts gereden. Daar worden we afgezet met een tweepersoons kayak, een zwemvest en een tonnetje om persoonlijke bezittingen droog te houden.

Thuis hebben we zelf een kano, maar zo’n kayak werkt net even anders. Met deze peddels moet je om en om links en rechts het water in en krijg je onvermijdelijk bij iedere slag een regenbuitje over je heen. Al na twee minuten zijn we allebei kleddernat. Gelukkig is het niet koud. De stroming trekt onze kayak alle kanten op en we hebben moeite om een beetje rechtuit te varen.

We gaan wel sneller dan de anderen. Ze halen ons in als we even pauze houden op een eilandje en dan zien we dat zij anders in, of liever gezegd óp de kayak zitten. De achterste persoon zit veel verder naar achteren. H. gaat dat ook uitproberen en kijk, nu zwabbert het bootje een stuk minder heen en weer. Al snel varen we de jonge gasten weer voorbij terwijl we vrolijk naar elkaar zwaaien.

Bij een tweede stop komen ze opnieuw langs. “Zijn jullie ook zo moe?” roepen de meiden in de achterste kayak. Het valt mee, vooral omdat we halverwege besloten hebben om gewoon ieder aan één kant te peddelen, zoals we dat gewend zijn. Toch zijn we blij als we de oude brug zien waarachter onze camping met de botenverhuur ligt. Vlak achter ons komen de anderen aan.

Puffend slepen we de boten op de kant. We zijn er! Twintig kilometer is best ver. Maar leuk was het wel. Dan gaan we vlug droge kleren aantrekken en lekker zitten. In de zon, want die is inmiddels doorgekomen.

Een bijzondere date

 'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik...