woensdag 27 april 2016

Gescoord op Koningsdag


Ik weet niet of er vandaag een code is uitgegeven behalve code oranje voor Koningsdag, maar het weer valt helemaal niet tegen. De lucht ziet er wel woest en dreigend uit, maar veel nattigheid komt er niet uit, laat staan hagel. En de wind houdt zich ook al koest.
Toch is het rustig op de rommelmarkt in het dorp. Om half 11 zijn er nog veel onbezette plekken.  Het weerbericht heeft kennelijk veel mensen bang gemaakt om met hun hebben en houden buiten te gaan zitten.

H. en ik maken een rondje, waarbij we allebei vooral naar boeken kijken. Voor een halve euro vis ik ‘Superguppie’ van Edward van de Vendel tussen een allegaartje aan flodderboekjes uit. Zo vind ik elk jaar wel een of meer juweeltjes.
Tot nu toe klonk er een obligaat kinderkoor uit de speakers in het winkelcentrum maar ineens begint er midden op het plein een sambaband te spelen. Daar moeten we even naartoe. Live muziek maakt de sfeer altijd feestelijk vind ik. Deze band is gezellig maar niet echt goed; ze spelen een beetje rommelig. We blijven niet lang staan, maar lopen al gauw op de maat van het getrommel verder.
Vlak voordat we bij het overdekte gedeelte komen, breekt zowaar de zon door. Onder de overkapping is het drukker. We schuifelen een beetje met de massa mee.

‘Wat is dat voor koffertje?’ hoor ik iemand bij een kraampje vragen
‘Het is een mah jongspel’, zegt de verkoopster.
De vrager is kennelijk niet geïnteresseerd. Maar ik wel. Het zwarte koffertje staat nu open zodat je de bakjes mah jong stenen erin kunt zien; het geheel ziet er netjes en gaaf uit. H. heeft het spel ook gezien en blijft staan.
Lang geleden, toen we nog in Amsterdam woonden, hebben we een keer in een obscuur Chinees winkeltje een mooi mah jongspel gekocht. We speelden het toen regelmatig. Daarna stond de doos een tijd vergeten in een kastje, tot zoon J. er interesse in kreeg. Hij neemt het weleens mee als hij in het weekend een avondje naar een stel vrienden gaat. Maar doordeweeks is hij in Leiden en kort geleden zei hij dat hij zelf eigenlijk wel een mah jong spel wilde.

Ik bel hem op en vraag waaraan zo’n spel wat hem betreft moet voldoen.
‘Als je het maar spelen kunt, dat vooral’, is het antwoord.
H. vraagt al naar de prijs van het koffertje.
‘Twee euro’, zegt de vrouw achter het kraampje losjes. Daar hoeven we geen seconde over na te denken.  Even later is het van ons.
De rest van de markt stelt niet veel meer voor, maar ik ben heel tevreden met de buit van vandaag.
Zó leuk om voor een habbekrats iets te vinden waarvan je weet dat iemand daar toevallig naar op zoek is!

zaterdag 23 april 2016

Light


We doen eigenlijk nooit boodschappen bij de Jumbo. Niet uit principe, maar meer uit gewoonte. De Jumbo ligt net een beetje buiten de gebruikelijke route voor de wekelijkse boodschappen. Maar nu kom ik er toevallig langs en bedenk dat ik nog een kuipje boter moet halen.
In de koeling zie ik kuipjes Becel, halvarine, soja-boter, dieetmargarine, margarine-light en uiteindelijk gewoon een eigen-merk kuipje dat geen speciale gezondheidsclaims schijnt te hebben. Dat neem ik mee.
De volgende dag ontbijten we met z’n tweeën. Ik zet het groene boterkuipje op tafel en H. vraagt waarom ik light boter gekocht heb. Zo’n onzin-product waar alleen maar meer water aan toegevoegd is. “Waarom denk je dat het light is?”, vraag ik, er staat alleen maar ‘goed begin’ op.”
“Ja, en het zit in een groen kuipje. Dat is halvarine”, zegt hij met grote stelligheid.
Ik protesteer dat ik juist géén halvarine of dieetmargarine heb gepakt, maar hij zet z’n bril op en leest triomfantelijk het eerste ingrediënt op de ingrediëntenlijst voor: water!
Meteen daarna ontdek ik dat de jam die gisteren geopend is óók al per ongeluk een light-product is. ‘Frambozen delight’ staat erop en het bestaat nog niet voor de helft uit frambozen. De smaak is dan ook nogal laf.

Ik heb nooit erg geloofd in al die speciale voedingsmiddelen die slankheid beloven door zoveel procent minder vet, suiker of andere caloriebommen. De laatste jaren staan ze ook behoorlijk ter discussie. Er is bijvoorbeeld onderzoek gedaan waaruit bleek dat mensen die regelmatig light dranken drinken een vergrote kans hebben op overgewicht. Dus op dat gebied zijn ze niet beter dan gewone frisdrank en bovendien blijkt er een verhoogd risico te zijn op verschillende ziekten. Daar ga je dan met je goede bedoelingen. De suikervervanger aspartaam schijnt nogal wat negatieve eigenschappen te hebben.
En dan is er natuurlijk het psychologische effect dat mensen van snoep met ‘de helft minder calorieën’ dan lekker véél gaan eten omdat je er toch niet dik van wordt.
Blijkbaar heeft de aanduiding ‘light’ te lijden onder een slechte reputatie. Er worden andere, fantasievolle namen bedacht voor de boter met minder vet en de jam met minder fruit. ‘Goed begin’ betekent water-margarine en frambozen de-light betekent extra water en geleermiddel in de jam.
En daar kom je dan pas achter als je het gaat eten. Of als je de piepkleine lettertjes op het etiket leest. Volgende keer zet ik m’n bril op als we boodschappen doen.
 

zondag 17 april 2016

Voorpret

“Vlucht geboekt!”
“Owwww wat leuk!! Wanneer?”
“1 oktober”
“Spannend! Hebben jullie de route inmiddels een beetje uitgestippeld?”
Deze berichtjes gingen een week geleden heen en weer tussen mij en E.
Mijn dochter is enthousiast over ons plan om in oktober naar Peru te gaan, waar we in ieder geval de oude Incastad Machu Picchu willen bezoeken en een paar dagen doorbrengen bij kennissen in Lima. Zij is er zelf ook geweest en riep toen meteen dat wij Peru vast geweldig zouden vinden.
Machu Picchu ligt in het Andesgebergte en je kunt de tocht erheen zo zwaar maken als je wilt. Er gaan treinen tot vlakbij de ingang, maar er zijn ook pittige wandeltochten van meerdere dagen waarbij je onderweg in een tentje slaapt.  En van alles daar tussenin
Het is de bedoeling dat we wel een flink stuk door de bergen gaan lopen. Geen tentjes, maar veel meer dan onderdak en een bed hoeft nou ook weer niet. Om een beetje te testen wat we aankunnen, of eigenlijk vooral wat ík aankan met een ijzeren heup, zijn we begonnen met af en toe een flinke wandeling te maken. Omdat ‘wandeling’ zo gezapig klinkt, heet het in toeristenjargon ‘hike’ of ‘trek’.
Vandaag deden we een hike door heuvelachtig gebied langs het randje van Duitsland: de N70 wandelroute. Drie uur klimmen en dalen in zonneschijn, een hagelbui, regen en weer zon. We deden de route zonder problemen en toen we met modderige schoenen weer thuiskwamen, constateerden we tevreden dat er volgende keer best nog een tandje bij kan.
Ik wil altijd graag weten hoe ver ik gelopen heb en dat ging ik dan ook meteen opzoeken. Verschillende websites beweerden dat de route 16 kilometer lang is. Dat leek me sterk in (iets meer dan) drie uur met al die heuvels. Er was ook ergens sprake van ‘officieel 20 kilometer maar daar is zeker een kwart van overdreven’. En op weer een andere site stond iets over 12 kilometer.
Erg duidelijk is het dus niet en de volgende keer moet ik gewoon zorgen dat mijn telefoon niet net aan de lader hangt als we vertrekken en dat ik een appje aanzet dat de afstand meet.
Intussen krijgen we steeds meer zin in onze Peru reis. Het duurt nog een half jaar voordat we gaan en dat is dus nog een heleboel tijd voor conditietraining en voorpret.
Owwww wat leuk!

zondag 10 april 2016

Tuin make-over


De picknicktafel is afgeprijsd naar 100 euro en ziet er voor die prijs heel degelijk uit. Samen met mijn dochter E. ga ik op het bankje zitten en we concluderen dat dit hem gaat worden. Het houten gevaarte wordt verkocht als bouwpakket en een medewerkster loopt met ons mee om het goede pakket op te zoeken. Achter een deur waar ‘verboden toegang’ op staat lopen we tussen stapels en stapels nog in elkaar te zetten tuinmeubelen.

Het pakket is te groot om met de gewone winkelwagen te vervoeren en we gaan terug naar de ingang om een andere wagen te halen. Ook zonder begeleidende verkoopster kunnen we de verboden deur gewoon openen en het lukt ons om met z’n tweeën de zware picknicktafel op de kar te hijsen. Maar om het ding achterin de auto te krijgen valt nog niet mee. Terwijl we staan te hannesen zien we uit onze ooghoeken twee mannen aan komen lopen. We zetten een tandje bij qua hulpeloze uitstraling en krijgen spontaan hulp aangeboden. Vijf minuten later bedanken we onze redders hartelijk en rijden voorzichtig de parkeerplaats af naar het Amsterdamse benedenhuis van E.


De missie van vandaag is om haar tuin om te toveren van een dumpplaats voor oude troep van drie generaties bewoners tot een plek waar je op een zonnige dag lekker buiten kunt zitten.
Voor het uitladen hebben we gelukkig hulp van H. Terwijl wij op pad waren, was hij al druk bezig met de hogedrukspuit. De vierkante steentjes waar de tuin mee bestraat is, waren hier en daar verdwenen onder een laag mos. Het ziet er nu al beter uit dan toen we vanmorgen aankwamen.
Mijn belangrijkste taak wordt het leeghalen en schoonmaken van twee kasten. Er staan een hoop spullen voor, waarvan een deel weggegooid kan worden. Eén van de kasten is volgestouwd met rollen tapijt en tapijttegels van de bewoner vóór de vorige bewoners. Spinnenwebben en stof komen mee als ik de boel leeghaal en het is een behoorlijk vies klusje. Maar om zo’n smerig hol weer helemaal schoon en bruikbaar te maken is wel heel dankbaar werk.


Met z’n drieën zijn we de hele middag hard aan het werk. Langzamerhand zien we de verandering tot stand komen. De huisgenote van E. moet vandaag tot vijf uur werken en als ze thuiskomt, hopen we op het maximale verrassingseffect. Ze stelt ons niet teleur. Verbaasd en blij bewondert ze de nieuwe tuin, waar de picknicktafel nog nat van de whitewash beits staat te stralen. De geplande vierkantemetertuin met kruiden is er nog niet en er moeten ook nog potten met planten komen, maar vergeleken met vanmorgen, is het een paradijsje.
Nu maar hopen dat de bovenburen even van hun balkonnetjes naar beneden kijken en dan besluiten dat je in zo’n tuin niet meer zomaar je sigarettenpeuken kunt dumpen.














woensdag 6 april 2016

Stemmen

De drukte rondom de school is niet van stemmers, maar van ouders die al vroeg op het plein zijn om hun kleuter op te wachten na een ochtend in de klas.  In de aula het bekende beeld: vier tafels naast elkaar met daarachter twee mannen en twee vrouwen. Bij de eerste tafel lever ik mijn stempas in en laat mijn rijbewijs zien. Aan de derde tafel krijg ik het formulier uitgereikt waarop ik ja of nee mag invullen. Tafel twee en vier hebben niets te doen, want na mij komt voorlopig niemand binnen.

Ik heb lang getwijfeld over ja of nee. In de media waren de afgelopen weken hele lijsten argumenten voor en tegen het associatieverdrag van de EU met Oekraïne  te vinden, en ik kan maar niet besluiten wie wat mij betreft meer gelijk heeft. Na lang beraad heb ik besloten een blanco stem uit te brengen. Voor de vorm loop ik met mijn formulier naar een stemhokje, waar ik het netjes opvouw.
Bij de stembus staat een moeder met een klein meisje. Ze tilt het kind op zodat ze het opgevouwen stembiljet in de gleuf kan stoppen. Als het in de bus verdwenen is, roept één van de mannen achter de tafel “Goed zo!” tegen haar. Ik laat mijn eigen papier in de bus glijden en de man roept op dezelfde toon nog een keer “Goed zo!” Ik grinnik en vraag hoe het staat met de opkomst. Er wordt optimistisch geknikt. Het mag nu dan even erg stil zijn, de opkomst is niet slecht. “We gaan de dertig procent wel halen”, zegt meneer Goedzo.

Ik groet en loop de schooldeur uit. Niet zeker of ik er goed aan gedaan heb om een stem uit te brengen. Misschien kon die dertig procent maar beter níet gehaald worden. Nou ja, gedaan is gedaan. Als ik weer thuis ben, kom ik op twitter een bericht tegen van De Speld: Eva (6 VWO) voelt zich vies na eerste democratische daad - 'Het ging allemaal zo onhandig'
‘Ja’, denk ik als ik het gelezen heb, ‘je kunt er maar beter om lachen’. Daarna klap ik de computer dicht en ga een was draaien en een lekkere salade maken voor vanavond. Dat heeft tenminste nut.

zaterdag 2 april 2016

Zingen maakt gelukkig

‘Zingen maakt gelukkig’. Dat was de kop van een groot artikel in een NRC bijlage vlak voor Pasen. Eén komma zeven miljoen Nederlanders blijken lid te zijn van een koor. Daarmee zijn we het op één na ‘koordichtste’ land van Europa. Alleen in Oostenrijk hebben ze nóg meer koorzangers.
Sjonge, niet erg origineel dus, om in een koor te zingen. Maar dat maakt het niet minder leuk.
Ik ben op het moment geen lid van een vast koor, maar doe regelmatig mee aan projectkoren. Het leuke is, dat ik me altijd meteen thuis voel in zo’n groep. Meestal ken ik wel een deel van de mensen, maar een deel is ook altijd nieuw voor me. Je moet in zo’n koor even je plek vinden en met z’n allen zoeken naar het koorgeluid dat je maakt.

Het afgelopen kwartaal was het project ‘Absalom’. Met een koor van 22 zangers en zangeressen, een blazersensemble en vier solisten doen we drie keer een optreden. Het is een pittig programma met een paar echt moeilijke nummers. Het is de bedoeling om thuis alvast flink te studeren. Ik hou ervan hoe al tijdens een eerste repetitie sommige liederen vorm beginnen te krijgen en hoe de moeilijkste stukken van een geluidsbrij groeien naar een mooie uitvoering.
Tien zondagavonden en een hele zaterdag hadden we om te oefenen. Het was aan de krappe kant. De eerste keer dat we koor, solisten en blazers allemaal bij elkaar hadden, was zelfs pas vlak voor de eerste uitvoering op goede vrijdag. Bij een doorloop van het programma was er nog veel verwarring over wie wanneer waar moest staan of zitten en ik kon me niet voorstellen dat alles goed zou komen.

Maar dat gebeurde wel. In een grote kerk vol publiek ging het allemaal met een soort vanzelfsprekendheid die je pas krijgt als het allemaal voor echt is. ‘Zingen maakt gelukkig’. Het is waar. En luisteren naar vier solisten en een blazersensemble - op de momenten dat je zelf niet zingt - ook. Moet je nagaan wat een geluk daar in de Dominicuskerk in Nijmegen heerste op die goede vrijdag.

Gisteravond (1 april) was de tweede uitvoering, die nog beter ging dan de eerste en morgen mogen we nog een keer. Daarna is het project afgelopen. Maar als gelukzoeker ga ik zeker op zoek naar nieuwe projecten, want samen met al die 1,7 miljoen andere koorzangers, ben ik wel een beetje verslaafd aan zingen.



Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...