zaterdag 30 augustus 2014

Boemerangkinderen


Grotchampignons in een kruidige marinade met wat flintertjes gerookte ham erdoor en peterselie erover. Dat is het voorgerecht op een mooi, zwart bordje. We drinken er alvast een beetje rode wijn bij. Dan gaan we de keuken in om de maaltijdsalade te maken. Lekker met avocado, tomaten en een gekookt eitje en met crostini’s van donkerbruin brood.
We hoeven met niemand anders rekening te houden, want we eten met z’n tweeën. Dat is alweer een tijdje geleden, want de afgelopen maand hadden we een vier persoons huishouden. Allebei onze kinderen woonden weer thuis. De een studeert in Leiden en vond het in de vakantie wel erg stil daar op z’n studentenkamer. De ander is na een half jaar reizen weer in het ouderlijk huis neergestreken.  
Boemerangkinderen noemen ze dat. En dat er een naam voor bestaat, betekent dat we niet de enigen zijn met terugkerende volwassen kinderen.

Volgens allerlei artikelen op internet is het een verschijnsel van deze tijd en kan het problemen opleveren als er geen goede afspraken gemaakt worden. 
Daar waren we ons al lang van bewust, want de eerste boemerangperiode is al van jaren terug. Mijn dochter ging al op haar zeventiende het huis uit, maar kwam door omstandigheden na jaren zelfstandig wonen een paar maanden bij ons in huis. Samen met haar vriend.
Het was even inschikken en aanpassen, maar het waren vooral erg gezellige maanden met z’n vijven. Toen ze weer naar een eigen stekkie gingen, was het stil in huis.

Vorige zomer vertrok onze zoon naar een kamer in Leiden. Toen waren we nog met z’n tweeën. Het voelde als een nieuwe levensfase. Een beetje treurig, maar ook met een nieuwe vrijheid, want al hoefde hij niet verzorgd en betutteld te worden, een kind in huis is toch iemand waar je bij al je beslissingen rekening mee houdt.
Maar de nieuwe levensfase duurde vooralsnog minder dan een half jaar. Daarna meldde onze zelfstandige dochter zich weer, omdat het haar met de hoge woonkosten maar niet lukte om te sparen voor haar voorgenomen Zuid-Amerika reis. Natuurlijk mocht ze bij ons komen wonen! Toenze een half jaartje later op reis ging, was ik weer zó aan haar aanwezigheid gewend, dat ik meer moeite met het afscheid had dan gedacht.
Sinds ze terug is, is het hele gezin dus weer compleet. Maar niet lang meer. Komende week vertrekt zoonlief weer naar Leiden en dan zijn we weer met z’n drieën.
Maar vandaag zijn ze er allebei op uit en genieten wij even van een dagje samen, wat na een drukkere periode even heerlijk is.

De afwisseling maakt het leuk. En zeg nou zelf, het is toch ook wel heel fijn dat onze kinderen zo graag af en toe weer bij ons terugkomen. Dan hebben we toch wel iets goed gedaan…

vrijdag 22 augustus 2014

“De nieuwe wildernis”

In mijn mailbox zit een mailtje van de bibliotheek : Komt u binnenkort uw geleende materialen terugbrengen?   Het gaat om een DVD. “De nieuwe wildernis: grote natuur in een klein land.” 
Oh? Ik wist niet eens dat ik die bij de bieb geleend had. Zal dus wel een actie van H. zijn.
Ik vraag hem of hij soms weet waar de DVD ligt met die natuurfilm. Hij moet op z’n laatst morgen terug naar de bibliotheek.
“O ja”, zegt H. “Ik had hem geleend, maar ik heb er niet meer aan gedacht. Zullen we die vanavond samen kijken dan?”
Vandaar dat we nu samen voor de televisie zitten om naar een film te kijken over het dierenleven in de Oostvaardersplassen. 

Natuurfilms zijn niet helemaal mijn favoriete genre, maar over deze film die zich gewoon in onze eigen polder afspeelt, heb ik goede dingen gehoord. De beelden waar ie mee begint zijn meteen al mooi en na vijf minuten ben ik vergeten dat natuurfilms eigenlijk niet mijn favoriete genre zijn.
Twee jaar hebben de makers het leven in de Oostvaardersplassen gefilmd. Met veel geduld hebben ze de prachtigste close ups gemaakt van de kuddes wilde paarden, de herten, de ijsvogels, de aalscholvers en de vele andere bewoners van het gebied.
Beginnend in het vroege voorjaar volgen we de seizoenen. De paardansen van de futen, de troepen jonge gansjes, de schattige vosjes die door hun spel oefenen voor de jacht, de vliegen op de paardenpoep. Van de donzige ganzenjongen worden er een stel gevangen om de leuke jonge vosjes te voeden en de vliegen zijn voedsel voor de gele kwikstaarten. Zo wordt de circel van de natuur in beeld gebracht.  
Hoofdpersonen in de film zijn de konikpaarden, die in grote kuddes door het moerasachtige gebied trekken. Eén paardenfamilie zien we steeds terug, duidelijk herkenbaar door het zwarte veulen, een uitzondering tussen de andere, lichte paarden.
Afwisselend zie je de kudde van bovenaf uitwaaieren over het land en beelden van zó dichtbij tussen de paarden dat je je afvraagt waarvandaan die gefilmd kunnen zijn. Een pasgeboren veulen dat op zoek gaat naar melk bij z’n moeder: je ziet het bekkie dat de tepel vindt en er aarzelend aan begint te sabbelen. Bijzonder.
Een commentaarstem maakt er een verhaal van. Informatief, soms laconiek en soms spannend, met als enige uitglijder een wel erg dramatische interpretatie van het gedrag van de paardenkudde na de dood van een veulen in de koude winter.

“De nieuwe wildernis”  was een van de best bezochte films van 2013 en kreeg kort geleden de Rembrandt Award voor beste Nederlandse film van het afgelopen jaar. Nu we de DVD bekeken hebben, snap ik waarom. Het is een aanrader. Ook als natuurfilms niet helemaal je favoriete genre zijn.




woensdag 13 augustus 2014

Scherven

Mijn moeder maakte er nooit een probleem van als er een stuk serviesgoed brak. Ooit vertelde ze me dat dat een bewuste keus was. Haar eigen moeder werd altijd erg boos als iemand tijdens de afwas per ongeluk een kopje of glas liet vallen. Een drama was dat. Zij, mijn moeder dus, vond dat zo’n onzin en zo vervelend dat ze zich voornam om dat zelf anders te doen. En daar hield ze zich aan.
Nu had het gekund dat ik zelf dan weer voor het drama koos, maar nee, ook bij mij kan iedereen een potje breken. Of een glas. Wijnglazen sneuvelen het meest in ons huishouden, en ik moet zeggen dat ik daar zelf een groot aandeel in heb. Mijn reactie als een ander een glas breekt is dan ook over het algemeen een soort opluchting: deze keer was het eens niet míjn schuld.
Maar de laatste week is het vooral mijn dochter E. die glaswerk om zeep helpt. Vorige week, toen ik bij een feestelijke maaltijd de kristallen glazen ‘van oma’ op tafel zette, nam ik me hardop plechtig voor om ze heel te houden. Bij de afwas stootte zij van één van die glazen het steeltje af. Jammer, maar niets aan te doen.
Gisteren kwam ik thuis van mijn werk en stond E. bij de keukentafel een maaltijdsalade klaar te maken, terwijl haar vader bij het aanrecht druk was met iets onduidelijks. “Wil jij even de stofzuiger pakken?” was zijn warme welkom. Er bleek een glazen kom gedeeltelijk uit elkaar gespat te zijn. Het meeste glas was al verzameld, maar de verraderlijke, kleinste stukjes moesten nog opgezogen worden. Ik verbaasde me trouwens over de manier waarop de kom was stukgegaan. Hij bestond uit glazen randjes, waarvan alleen de bovenste twee waren afgebrokkeld. Er was een bijna gave, kleinere versie over.


Toen de ravage was opgeruimd, was het eten klaar en konden we aan tafel. Het was een lekkere maaltijdsalade. Zoals gewoonlijk, was ik de langzaamste eter. De anderen hadden hun bord al leeg toen ik op tweederde van mijn salade op iets hards beet. Tot mijn afgrijzen haalde ik een stukje glas uit mijn mond. Geen bloed, geen afgebroken tanden, maar we schrokken wel allemaal. Er zat dus glas in het eten!!
Bij een onderzoek van de rest van de salade, zagen we nog één verdacht schittertje. Het zou ook een glazig uitje kunnen zijn, maar voor de zekerheid kieperden we toch maar alles in de vuilnisbak. Wie nog niet genoeg gegeten had, nam maar een pitabroodje met kaas.

Gelukkig heeft niemand buikpijn gekregen of bloed gevonden op griezelige plaatsen. Je zou kunnen concluderen dat scherven dus geluk brengen. 

donderdag 7 augustus 2014

Een stad met veel water en bruggen

De frisse avondbries voelt heerlijk koel na een warme dag. We lopen vanaf het restaurantje waar we net hebben gegeten naar de overkant. Daar heb ik een bakker gezien die Marokkaans en Turks brood verkoopt, en ook lekkere zoete stukjes baklava. We kopen er een paar om mee te nemen naar ons hotel als uitgesteld toetje. Dan slenteren we verder door de lange straat. Langs winkels met kleurige etalages en langs exotische eetkraampjes die nu langzamerhand gaan sluiten. Het ruikt overal kruidig naar Surinaamse en Aziatische hapjes. Om ons heen horen we mensen in verschillende talen praten…Toch zijn we gewoon in Nederland: op de West-Kruiskade in Rotterdam.

In twee dagen fietsten we van huis naar de havenstad. Het laatste stukje smokkelden we: vanaf Ridderkerk namen we de waterbus tot de Erasmusbrug. Je bent dan meteen in de sfeer van het water, de bruggen, de haven van Rotterdam.


Op ons programma staat bovenaan het Maritiem Museum. In dit pas vernieuwde museum krijg je een overzicht van het hele Rotterdamse havengebied in de vorm van een prachtige maquette en geprojecteerde filmbeelden op vijf grote doeken daarboven. Ze omringen je met de drukke havenwerkzaamheden. Je ziet grote containers,  kranen, enorm uitvergrote details van allerlei ijzerwerk en stoere mannen in overalls die met gereedschap tussen reusachtige schuifdeuren vandaan komen om ergens aan het werk te gaan. Je ziet schepen komen en gaan, eindeloze rijen vaten, oude en nieuwe bruggen, oude zwartwit beelden en nieuwe beelden van de uitbreidingen van het havengebied.


We blijven lang kijken voor we de rest van het museum door lopen en verschillende tijdelijke tentoonstellingen langs gaan. Ook buiten is er veel te zien. Schepen in soorten en maten, zoals de Annigje, met een piepklein roefje waar ooit een heel schippersgezin woonde.  


Als we genoeg hebben van de boten, staan we ineens vlakbij de beroemde kubuswoningen van architect Piet Blom. Die staan ook op ons programma, dus we gaan er meteen een kijkje nemen. We kennen de kubus-huizen van plaatjes, maar zijn verrast door de mooie binnenplaatsen met veel planten in potten, verschillende winkeltjes en een schaakstukkenmuseum. Langs een smalle trap klimmen we naar de kubus die je voor een paar euro van binnen kunt bekijken. De bijzondere ruimte met al z’n schuine wanden is slim ingericht. Leuk om te zien.


Na een dag lopen en fietsen zijn we de avond lui. Op onze hotelkamer zit ik op zes hoog in de brede vensterbank en kijk uit op het ronde grasveld met de fontein midden op het Hofplein. Lichtjes van koplampen cirkelen om de fontein en een ouderwets trammetje rijdt dwars door het gras. Rotterdam. Wat een leuke stad! Eigenlijk hoef je helemaal niet zo ver weg voor een interessante stedentrip.







Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...