vrijdag 30 oktober 2020

Pianospelen

We hebben de piano op een andere plek gezet.
Nu H. met pensioen is, wordt de ene na de andere praktische klus in huis aangepakt. Toen hij een oude tafel had opgeknapt, geschuurd en gelakt, bekeken we hoe die een plek kon krijgen in de kamer.
“We zouden de piano weg kunnen doen,” opperde H.
Maar hoewel ik er al jaren niet echt op gespeeld heb, ben ik toch wel gehecht aan dat instrument. Ik wil hem niet kwijt. Wel besloten we hem te verplaatsen. En zoals dat gaat als je iets ergens anders neerzet: je kijkt er ineens niet meer overheen, maar zíet het.
Ik besloot om weer te gaan spelen.
En als ik me zoiets serieus voorneem, doe ik dat ook.
Ik haalde mijn oude pianoboeken tevoorschijn, bladerde ze door, probeerde wat fragmentjes en vond stukken terug die ik ooit graag en veel speelde.

Het geheugen is een wonderlijk labyrint. Terwijl ik speel, lijkt het soms in mijn vingers te zitten. Zelfstandig wandelen ze door een regel muziek, om bij een lastig akkoord ineens te staken. Dan moet mijn hoofd het werk weer doen. Welke noten staan daar nou?
Ik hoor H. op de achtergrond mee neuriën.
“Heb je er last van als ik speel?” vraag ik soms.
“Helemáál niet!” zegt hij. “Leuk juist.”

Vandaag heb ik een afspraak gemaakt met een pianostemmer. Ik weet al heel lang dat dat nodig een keer moet gebeuren, maar nu lijkt het ineens de moeite en het geld waard.
Na een half uurtje spelen, doe ik de klep van de piano dicht en begin met het schrijven van deze blogpost.
H. loopt door de kamer. Hij zoekt een tijdje, mompelt tevreden en stopt dan een cd in de speler. Ik glimlach als ik hoor wat hij heeft opgezet: Gnossiennes; pianostukken van Erik Satie.

zaterdag 24 oktober 2020

Waarom liggen overal zwarte kruimeltjes?

Geel met zwart is de trein. Met achter de gestroomlijnde locomotief twee lange wagons. Eerst een met luxe coupés voor passagiers; achter de getinte ramen zit een man in een duur pak, een vrouw die haar glas heft. Verder naar achteren zijn wat slaapcoupés. Daarachter een wagon voor goederenvervoer. Niet zómaar goederen: een gedeelte is beveiligd voor geldtransport.

Het is een mooie elektrische legotrein, maar al heel lang speelt er niemand meer mee. Een paar jaar geleden hebben we hem afgestoft en in elkaar gezet met het idee hem op Marktplaats te zetten. Maar het kwam er niet van. Nu pak ik dat project weer op. Ik controleer alle onderdelen en op een paar kleine details na is alles compleet.

Samen met zoon J. leg ik de rails aan elkaar en zet alles klaar voor een serie foto’s. Maar waarom liggen overal zwarte kruimeltjes? Ze blijken afkomstig van het snoertje dat de trafo met de rails moet verbinden. Het is zo gaar als een klontje en valt uit elkaar. Op verschillende plaatsen liggen de elektriciteitsdraden bloot. Ai!!

Op internet ga ik op zoek naar zo’n los snoertje. Het blijkt 30 euro te kosten. Ik twijfel. Eerst eens kijken of er iets te fixen valt.
Die avond strip ik de draden en wikkel er zorgvuldig isolatietape omheen. Het is een geduldwerkje, maar als het klaar is, ziet het er netjes en veilig uit. Tevreden leg ik de rails nog eens neer, de trein erop, snoeren eraan en … niets.
We controleren alle contactpunten, zien het lampje van het bedieningspaneeltje branden, maar de trein rijdt niet.
En nu?Het is een prachtige trein, maar als hij het niet doet, is ie onverkoopbaar. Ik weet het even niet. Ik stop alles netjes terug in de doos en die gaat ergens achterin een kast. Tot zich een oplossing aandient.
Of niet.

zondag 18 oktober 2020

Terug naar principieel


Nu H. met pensioen is en ik voorlopig voornamelijk thuis werk, is één auto echt wel genoeg. Het was van het begin af de bedoeling dat nummer twee tijdelijk was, dus nu mag ie weer weg.

Ik zoek online uit wat een redelijke vraagprijs is voor een Honda Jazz uit 2004 met een kilometerstand van ruim tweehonderdduizend kilometer. 1500 euro zou ik ervoor moeten kunnen krijgen, dus ik zet hem voor 1750 op Marktplaats. En nu maar kijken wat er gebeurt

Al snel komt er een eerste bod van 1000 euro. Dat is zo ver onder de vraagprijs dat ik er niet op reageer. Het wordt 1100, 1150 en dan komt er een mailtje van iemand die 1400 wil geven. Het is geen openbaar bod en ik reageer met de vraag waarom dat is.
“Omdat ik dat altijd zo doe. Is dat een probleem?”
“Het maakt de situatie onduidelijk omdat andere bieders niet kunnen zien wat het hoogste bod is,” antwoord ik.
De ondergrondse bieder reageert erop door het openbare bod te verhogen naar 1160 euro. Een rotstreek, blijkt, want prompt komt iemand anders met 1170. De stappen zijn van 50 terug naar 10 euro gegaan. 

Toch stijgt de prijs langzaam naar 1400. Ik mail wat heen en weer met de hoogste bieder, die al drie keer eerder heeft geboden, maar voor we het eens zijn, is er ineens iemand die 1600 euro biedt.
Marcel wil eerst graag een proefrit komen maken. Het is een vriendelijke oudere man die de auto komt kopen voor zijn vrouw. Als ik met hem naar buiten loop, zegt hij:
“Als de airco het maar goed doet, is het wat haar betreft goed.” Ik sta stil.
“Eh, die zit er niet in.”
Hij staat ervan te kijken: “Ze heeft em zélf uitgezocht. En dan heeft ze dat niet gezien…”
Hij maakt toch een proefrit, maar ik ben niet verbaasd als hij de volgende ochtend laat weten dat de koop toch niet doorgaat.

De advertentie op Marktplaats gaat weer van ‘gereserveerd’ af en ik mail de eerdere belangstellende. Die heeft nog steeds belangstelling en we maken een afspraak. Mahan blijkt een Iraanse vrouw en dit wordt haar eerste auto. Ze komt samen met man en klein, slapend ukje in een buggy. Gelukkig weet ze precies wat erbij komt kijken als je een auto koopt die je meteen mee wilt nemen. Samen naar het postkantoor voor de overschrijving, meteen de verzekering regelen en dan is mijn Honda van haar.
De buggy past precies achterin en zonder spijt zie ik mijn eerste eigen auto uit m’n leven verdwijnen. Terug naar principieel.

dinsdag 13 oktober 2020

Supergezond deel 2

In de koelkast staan twee bakjes met groentepulp. Het zijn de overblijfselen van ons enthousiaste experiment met groentesapjes. De nieuwe slowjuicer van H. heeft al het sap uit de groenten geperst en wat er dan over is, is een droge substantie.

Die kan heel goed dienen als basis voor groenteburgers. Ik las het op internet en kan het me meteen voorstellen; de keren dat ik geprobeerd heb burgers te maken van bonen of kikkererwten, wilden ze nooit echt stevig worden. Met dit droge spul moet dat lukken.

Ik doe het bakje groene brokjes (voornamelijk spinazie) in een kom, breek er een ei bij en meng het met wat havermout en wat meel. Nu flink kruiden en klaar is het mengsel. Ik maak er vier ronde schijven van die ik door het paneermeel haal en dan gaan ze een paar uur in de koelkast.

Wow, ze zien er heel echt uit. Voor het avondeten bakt H. ze aan beide kanten bruin en doen we ze met sla en een tomaatje op pitabroodjes. En hé, ze zijn gewoon heel lekker! Zelfs zoon J. kan de burgers waarderen, al heeft ie toch liever een gehaktballetje.

Een dag later is de wortel/bietenpulp aan de beurt. Op zijn verzoek laat ik H. zien hoe het in z’n werk gaat: dezelfde behandeling, andere kruiden. Weer maken we van ‘afval’ een paar prima groenteburgers. Zo word ik steeds blijer van de slowjuicer, het ruimteverslindende monster dat H. zo graag wilde hebben. Nu alleen nog een goede plek vinden om het ding op te ruimen.

zondag 11 oktober 2020

Supergezond

“Asjeblieft. Fijne dag verder!”
De pakketbezorger zet een groot pak net over de drempel van de hal. Ik weet meteen wat het is.
H. is van de keukenmachines. In onze keukenkastjes wordt veel plaats ingenomen door een rookpan, een pastamachine, een mandoline (=groentesnijder), een staafmixer, een gewone mixer… Op het aanrecht staat een royale keukenmachine, in de schuur een ijspannetje, een rollergrill en een gourmet-stel. De broodmachine, die we nooit gebruiken, mocht ik gelukkig verkopen via Marktplaats.

Mijn voorwaarde voor deze nieuwe aankoop was dan ook dat er eerst ruimte voor gemaakt moest worden. Dat heeft H. beloofd, maar nu het monster in de hal staat, is het nog niet gebeurd.
In het pak zit een slowjuicer en H. is er echt blij mee. Ik heb nog mijn reserves, maar het lijkt me ook wel weer leuk om allerlei verse sapjes te maken.

Dus gaan we in de namiddag naar het park, waar talloze fruitbomen staan met rijpe appeltjes en peren die niemand wil hebben. De slowjuicer verwerkt ze moeiteloos en ’s avonds  hebben we een liter vers appelsap en een liter vers perensap. Lekker.

In het weekend pakken we het serieus aan. H doet inkopen en komt met allerlei groenten thuis waar je sap van kunt persen. We gaan in verschillende combinaties uitproberen wat lekker is.
Na schoonmaken, schillen en snijden duwen we alles in hapklare brokken in de mond van de machine. Behalve sap, komt er op een andere plek de pulp uit van bieten, spinazie, wortels, bleekselderij en nog een paar groenten.

Met negen glazen groentesap in allerlei kleuren gaan we experimenteren. Beetje wortel, beetje biet, wat tomaat…mmm,  niet gek! H. gaat voor de groene sapjes: spinazie, komkommer, bleekselderij. En perensap erbij om het zoeter te maken.
Het schoonmaken van de slowjuicer en al het gebruikte serviesgoed is een flinke klus. Dus stiekem vraag  ik me af of we dit nieuwe speeltje echt wel regelmatig gaan gebruiken. Maar dít experiment was in elk geval heel geslaagd. En natuurlijk Supergezond.


 

 

vrijdag 9 oktober 2020

Dingetjesbak

Ken je dat? Zo’n plekje ergens in huis – meestal een schaaltje of bakje – waar allemaal dingetjes liggen: een sleutelbos, telefoon-oplader, usb-stick, losse sleuteltjes, nagelknipper, schroefje, onduidelijk dingetje dat misschien nog ergens bij hoort.

Wij hebben zo’n dingetjesbak op een kastje in de woonkamer staan. Geen klein bakje, maar een flinke schaal, waar steeds meer in terechtkomt. Zo veel dat het me begint te ergeren. Vooral de wirwar van snoeren. Elke dag rol ik ze netjes op, draai het uiteinde om het rolletje en steek dat vast. Maar net zo hard leggen mijn huisgenoten ze weer ontrold in de schaal, waar de draden aan alle kanten uitsteken.

Ik besluit maatregelen te nemen. Boven staat nog ergens een ongebruikt, klein, houten ladenkastje. Dat haal ik naar beneden. Ik stort de dingetjesbak leeg op tafel en sorteer alles wat er in zit. Een stapeltje ‘weg d’r mee’, een stapeltje ‘dit hoort ergens anders’ en een stapeltje dingen die ik over de 6 laadjes verdeel. Dat ziet er beter uit. En ik stel per direct een boete in voor alles dat langer dan een kwartier náást het ladenkastje ligt.

Toch is het nog niet helemaal zoals ik het wil hebben Het kan leuker. Ik ga op zoek tussen restjes stof en maak een ontwerp. Met schaar, mes, lineaal, schuurpapier en houtlijm verander ik het kastje in een vrolijk accessoire.
En nu kijken hoe lang we alles netjes in de laadjes blijven opruimen!



zaterdag 3 oktober 2020

Geel als citroen, rood als tomaat

Tegenwind op de heenweg, en dan heb je terug lekker de wind mee. Dat is over het algemeen mijn voorkeur als we een stuk gaan fietsen. Vandaag hebben we niet alleen tegenwind, maar gaat de weg ook hier en daar een stukje omhoog. En wat zwaarder weegt: ik heb nog niet ontbeten! Ik ben blij als we in Nijmegen aankomen bij Café De Blonde Pater; dé plek voor een ontbijtje buiten de deur in Nijmegen en omgeving.

Al is m’n vakantie achter de rug en is dit weer een gewone werkweek, met een gepensioneerde H. in huis krijgt het werkende leven toch een vleugje vakantiegevoel. Mijn vrije vrijdag is ineens een gezamenlijke vrije vrijdag. Een dag om leuke dingen te doen. Vooral als na een druilerige week het weerbericht voor deze dag droog en aangenaam is. Dus zitten we om kwart over tien in De Blonde Pater, waar H. een klein ontbijt bestelt en ik een ‘uitgebreid ontbijt’.

De twee borden die ons gebracht worden, lijken verdacht veel op elkaar en dat blijkt een vergissing. Dus moet ik, hongerig als ik ben, nog iets langer wachten, terwijl H. al aan z’n beschuitje begint. Het uitgebreide ontbijt is decadent. Een scone met room en jam, een pannenkoekje, een beschuit, een cracker, twee boterhammen, een roerei, plakken jonge kaas en brie, een glaasje yoghurt met muesli. Veel te veel natuurlijk, maar ik sla er een behoorlijk gat in.

Met nieuwe energie fietsen we heuvelop verder Nijmegen in om naar Museum het Valkhof te gaan. We zijn er precies op tijd voor ons gereserveerde tijdslot. We zetten de fietsen neer en doen netjes onze mondkapjes op, want die zijn in het museum verplicht. H. vindt op zijn telefoon het mailtje met de reserveringen, maar als we onze museumjaarkaart moeten laten zien, merk ik dat m’n bril niet in m’n tas zit. Shit, op tafel laten liggen na het ontbijt.

Heuvelaf ben ik zo terug bij de Pater en nóg een keer de heuvel op heb ik de scone er tenminste weer afgefietst. We kunnen het museum in. Na de vaste collectie bekijken we de tentoonstelling ‘Geel als citroen, rood als tomaat’ van meubel- en productontwerper Ineke Hans en beeldend kunstenaar Erik Mattijssen. Het zijn 26 kleurrijke scènes, steeds met bij elkaar gebrachte werken van beiden.

Behalve veel kleur zit er humor en een soort gekte in, die we allebei kunnen waarderen. Leuk! Het is al halverwege de middag als we weer naar buiten lopen en eindelijk de mondkapjes weer af kunnen doen. Weer een museum om bij te kunnen schrijven op de museumjaarkaart. Een lekker dagje uit. En dan is het echte weekend nog niet eens begonnen.


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...