zondag 26 mei 2024

Een dag vol familiebezoek

Interieur restaurant IJ-kantine
Met mijn broer J. heb ik afgesproken om weer eens samen uit eten te gaan. Om de paar jaar is dat mijn verjaardagscadeautje aan hem. We spreken af in een restaurant in Amsterdam-Noord op een vrijdag. Dan bel ik mijn Amsterdamse dochter of ze misschien een logé kan gebruiken die vrijdagnacht.

Ze vertelt dat ze dan op vakantie is, maar ze is blij met mijn vraag. Want toevallig is het de enige avond die ze niet rond heeft kunnen krijgen met katten-oppas. Als ik de twee grijze haarballen eten wil geven en een beetje aandacht, heb ik mijn slaap-adres.

H. besluit om aan te haken bij mijn afspraak, dan kunnen we eerst zijn broer en schoonzus bezoeken, die sinds kort in Castricum wonen. En zo wordt het een dag vol familiebezoek. Eerst lunchen bij schoonzus, dan op bezoek bij broer B. in het verpleeghuis. Dan naar het huisje van dochter E., waar ik al snel weer vertrek naar mijn eet-afspraak.

Op het hippe NDSM terrein heb ik gereserveerd bij ‘De IJ-kantine’. Met de pont steek ik over vanaf het Centraal Station en een kwartier later komt J. vanaf de Noord-kant. We krijgen een tafeltje toegewezen en zien tot onze schrik dat er vlakbij ons een drumstel en een gitaar klaarstaan. Als we elkaar nou maar een beetje kunnen verstaan… De live-muziek blijkt bescheiden genoeg te zijn om gewoon te kunnen praten. En dat is maar goed ook, want we hebben elkaar best veel te vertellen.

J. laat me de grote, glanzende, rode jeep zien die hij aan het kopen is op Marktplaats.
‘Ik hoop dat de koop doorgaat, want zo’n auto heb ik altijd al graag willen hebben,’ zegt hij enthousiast. Ik vraag of hij met zo’n gevaarte nog wel overal mag rijden en hij vertelt me over de wonderlijke spelregels waardoor je met erg oude auto’s boven de wet staat. En hoe je een auto met een afgekeurd roetfilter dat teveel roetdeeltjes doorlaat, weer de weg op krijgt door het roetfilter gewoon bij de RDW uit de administratie te halen.

Ik zucht: ‘Hoe is het toch mogelijk dat we hier vreedzaam samen kunnen zitten te eten; een auto-liefhebber en een milieuliefhebber.’ Maar het kan. We denken nogal verschillend over hoe om te gaan met het milieu, maar dat kan ons etentje niet bederven.

Als we uitgegeten en uitgekletst zijn, gaat J. naar z’n auto, ik neem de pont en de bus naar mijn logeer-adres. Maar eerst omhelzen we elkaar hartelijk. Dag broertje, tot de volgende afspraak!

zondag 19 mei 2024

Mini-reünie in Den Bosch

Ik ben net in de stationshal van Den Bosch aangekomen als ik een appje krijg: Wij wachten op het stationsplein. Tot zo 😊

Tafeltje met vier schoteltjes - op drie ervan ligt een Bossche bol, op één een aarbeiengebakje. In het midden staat een vaasje met een bloem

Het stationsplein… even kijken: dat is gewoon rechtdoor en dan de roltrap af. Halverwege de trap hoor ik ze. Mijn benen zijn herkend en beneden omhelzen we elkaar lachend. Vier vriendinnen die lang geleden samen een opleiding deden en altijd samen optrokken. Daarna verloren we elkaar jaren uit het oog, vonden elkaar via Facebook terug en hebben nu jaarlijks onze eigen mini-reünie.

We kennen het verhaal van de lange rijen voor de Echte-Bossche-Bollen-Bakker Jan de Groot. Maar als we daar op weg naar het centrum langs komen, zien we dat we gewoon binnen een tafeltje kunnen uitzoeken. Koffie, drie keer een Bossche Bol en één voorzichtiger gebakje. Een goed begin van een dag waarin we elkaar van de hak op de tak van alles te vertellen hebben.
‘Om tien voor twaalf moeten we ons melden op de Molenstraat,’ zegt H. Ze heeft kaartjes geregeld voor een vaartocht op de Binnendieze.

We sluiten ons mooi op tijd aan bij een groep wachtende mensen. Na een tijdje wordt iedereen die gereserveerd heeft bij naam opgeroepen. Het duurt even voor iedereen de smalle stenen trap naar de boten af is. Er is een bedaard liftstoeltje voor wie te slecht ter been is. Maar als de twee boten vol zijn, staan wij nog boven. Hè?

H. laat haar tickets zien en we moeten dertig meter verderop zijn. Daar zien we ook een groepje mensen bij een bordje ‘Wandel- en vaarroutes.’
‘Is het een wandelroute?’ vragen we verbaasd.
Een man in uniform knikt en vertelt dat we een mooie wandeling van zo’n vijf kwartier voor de boeg hebben. We hadden ons op een vaartocht verheugd maar oké, we schikken ons. Alleen H. heft wanhopig haar armen in de lucht: ‘Hoe kán dat nou? Ik had zó goed gekeken bij het reserveren!’
De wandeling gaat door een paar smalle steegjes en de gids vertelt al lopend het een en ander dat we bijna niet kunnen horen. Hm.

Dan haalt hij een sleutel tevoorschijn om een poortje te openen. We moeten een trap af en daar… ligt een boot. Lachend laat hij ons instappen. ‘Sorry, ik kon het niet laten!’ zegt hij tegen H., die meteen een stuk minder bedrukt kijkt. Het wordt een leuke vaartocht onder de gewelven van Den Bosch. Met veel historische informatie en een ‘tocht door de hel en de hemel’ als toetje.

De verdere dag wandelen we om en door de stad, pikken een klein stukje Jazz-dag mee, drinken nog ergens wat en zoeken een restaurantje. Zo’n dag is snel om. Vroeg in de avond nemen we weer afscheid op het station. We hebben elkaar veel verteld en ook veel nog niet. Volgend jaar weer! We verheugen ons er nu al op.

zaterdag 11 mei 2024

Oproep tot actie

klokwijzers met daarboven de tekst 'Time for Action'
Zodra ik met pensioen was, werd de eerste afspraak gemaakt. Ik had beloofd mee te gaan werken aan de nieuwe website van Vrijwillig Landschapsbeheer; de oude was al een tijd weinig actief en moest nodig op de schop.

Met een groepje van vier bespreken we wat er anders moet en kan. Ik ben van de teksten, A. is handig in het beheer, de inrichting van de site. G. weet inhoudelijk veel over de stichting en H. heeft de boel aangezwengeld.

Onze tweede bijeenkomst begint met een enthousiast plan over de homepage. Dan barst een inhoudelijke discussie los. A. zegt met grote stelligheid dat iedere pagina, ieder artikel op de website moet leiden naar een oproep tot actie. Ik twijfel daar hardop aan, maar hij is ervan overtuigd dat dit een wet is om je aan te houden.

Ik probeer me voor te stellen hoe ik het als bezoeker ervaar als een website voortdurend van me vraagt om lid te worden, vrijwilliger te worden, een donatie te doen, iets te kopen.
‘Je kijkt nogal sceptisch,’ merkt G. op en ik zucht dat dit zó niet mijn manier van denken is… en dat ik zelf erg geïrriteerd zou raken van al die oproepen.

‘Toch zal elke marketeer je vertellen dat dit uit onderzoek blijkt. Je wilt iets met je website, je wilt iets van de bezoeker…’
Ik denk aan mijn Appelpuntjes en aan het totale gebrek aan ‘iets willen van de bezoeker’. Nou is een persoonlijke blogspot natuurlijk iets anders dan de website van een stichting, maar toch.

‘Mag het dan ook gewoon een oproep zijn om eens een tegel uit je tuin te lichten of om beter om je heen te kijken in de natuur?’ probeer ik dan maar. De anderen beginnen te lachen.
'Oké, dat kan natuurlijk ook.'
En daarmee is het onderwerp afgerond.
Voorlopig.


maandag 6 mei 2024

Patsvrouw van het jaar

tekening van Superwoman in blauw pak met een lange, rode cape
Op zoek naar iets anders kom ik boven in een boekenkast een oud dagboek tegen uit de tijd dat de kinderen 11 en  8 waren. Ik blader er een tijdje in en lees dingen die ik herken, maar ook veel wat ik vergeten was. Ik verbaas me niet over al die keren dat E. en J. ruzie kregen over kleinigheden. Wel over de hoeveelheid logeerpartijen van allerlei vriendjes en vriendinnetjes.

Een scène die ik me niet herinner lees ik grinnikend door:
“ ‘Mevrouw,” zei E. van de week, en ze duwde een denkbeeldige microfoon onder mijn neus, “hoe vindt u het nou, dat u patsvrouw van het jaar bent geworden?’ Ik vertelde uit de losse pols dat ik daar erg trots op was en er volgde een heel vraaggesprek.
‘E., wat ís eigenlijk patsvrouw van het jaar?’ vroeg J. na een tijd.
‘Ja, dat weet ik ook niet’.”

Het is grappig om dit soort dingen terug te lezen en er is veel in te herkennen. De rol van interviewer die E. op zich neemt, zegt iets over haar. Ze nam altijd al het voortouw en als volwassene heeft ze nu (natuurlijk) een leidinggevende functie. De nieuwsgierigheid van J. naar de betekenis van een woord is ook een blijvertje. Wij kunnen eindeloos over woorden, woordgrapjes en betekenissen kletsen.

Ik blader en lees en blader en ben even terug in de tijd. Als J. de kamer binnenkomt, kijk ik even verbaasd op. Is dit dezelfde persoon als het achtjarige jongetje dat in mijn dagboek net een medaille heeft gehaald bij judo? Ik sla het dagboek dicht en zet het terug in de kast. Filmpjes van ons gezin hebben we nooit gemaakt, maar zo’n dagboek werkt minstens zo goed vind ik.
Ik blijf schrijven.

Een bijzondere date

 'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik...