zondag 29 december 2024
Voornemen: minder koude voeten
Ik denk altijd van mezelf dat ik er nauwelijks aan doe, maar als ik in deze appelpuntblog het zoekwoord ‘voornemens’ intyp, komt er toch nog wel het een en ander boven.
Meer bewegen, meer lopen, meer fietsen. Het zijn de grijsgedraaide goede voornemens van half Nederland. Niet dat ik dat ieder jaar uitspreek, maar er is vaak wel iets van aanwezig.
Nou is het bekend dat de meeste van die plannen voor het nieuwe jaar al na een paar weken sneuvelen. Vooral als het van die vage dingen zijn als ‘meer van dit’ of ‘minder zus of zo doen’. Mijn voornemen voor 2021 was dus niet ‘minder vlees eten’ maar helemaal stoppen. Ik geloof dat ik sindsdien drie keer iets met een beetje vlees heb gegeten. Eén keer (in het begin) per ongeluk een kroket en twee keer een gerecht met wat gehakt erdoor bij mijn Syrische vrienden, die het concept ‘geen vlees’ erg moeilijk te begrijpen vinden.
Voor het komende jaar heeft mijn voornemen vooral te maken met koude voeten. De mijne hebben een slechte doorbloeding, waardoor ze vaak ijskoud zijn, vooral als ik net in bed lig. Maar nu mijn teennagels rommelig gaan groeien en er rode vlekken op mijn voeten zitten die niet meer verdwijnen, wordt het tijd voor actie.
Allereerst heb ik mezelf verwend met een bezoek van een pedicure. Die constateerde wat ik al wist: dat er weinig gevoel in m’n tenen zit: geen goede doorbloeding. Daar kon ze niks aan doen, maar ze maakte wel m’n nagels weer toonbaar.
Wat ik zelf zou moeten doen is meer wandelen. Oké, maar een plan als ‘meer wandelen’ werkt dus meestal niet zo best. Dus giet ik mijn voornemen in een concretere vorm. In 2025 wil ik minstens drie keer per week minstens drie kilometer wandelen. Bescheiden, maar ik hou dan ook niet zo erg van lopen. Ik pak veel liever de fiets.
Zodra ik het een week geleden hardop zei, ben ik begonnen. En tot nu toe overtref ik mezelf: elke dag minstens drie kilometer gelopen. Zo makkelijk is het. Nu wordt het een kwestie van volhouden. Ik denk dat er een goede kans is dat dat lukt, want ik merk meteen dat m’n voeten ’s avonds niet zo koud zijn.
En dat was tenslotte de bedoeling!
vrijdag 20 december 2024
Verhalen over verwondingen en bijna-ongelukken
Twee energieke zeventigers zitten bij mij in de huiskamer aan tafel. E. en H. zijn broers en ze werken al bijna vijftig jaar bij Vrijwillig Landschapsbeheer. Ze wilden wel hierheen komen voor een interview.
Ik zet gauw m’n opname-apparaat aan als H. vertelt over een winterse dag toen ze de wilgen rondom een wiel aan het knotten waren. Er lag een dode vos aan de rand van het bevroren water. Eén van de knotters wilde de staart van het dier wel hebben. “Hij pakte een grote snoeischaar en knipte zó die staart af!”
Er volgen verhalen over verwondingen en bijna-ongelukken. Iemand die een hiep (een soort kapmes) in zijn knie kreeg, dikke takken die rakelings langs hoofden of schouders vielen, een tak die één van de contactlenzen van E. uit zijn oog veegde zonder verder iets te beschadigen (een wonder!) en iemand die, bevangen door de kou, bijna uit een boom viel.
Toen de vereniging net was opgericht, waren er weinig spelregels en al helemaal geen officiële Arbo-regels (die gingen pas vanaf 2007 voor vrijwilligers gelden). Er werd zorgeloos op hoge ladders geklommen en soms met vijf of zes mensen aan dezelfde wilg gezaagd, wat best gevaarlijk is. Maar, vertellen de broers, “we letten altijd wel goed op elkaar.” Ze constateren dat er in al die jaren eigenlijk weinig ernstige ongelukken zijn gebeurd.
Ik heb de opname al lang gestopt als de broeders weer vertrekken. Ik heb een verzameling mooie anekdotes om in het boek te verwerken en zij hebben genoten van een middag herinneringen ophalen. Leuk, zo’n interview.
zaterdag 14 december 2024
Een exotisch drankje
Gisteren heb ik broodjes gehaald en allerlei lekkere lunchdingen. Ik heb genoeg tijd om de broodjes even in de oven te doen en alles klaar te zetten. Ik kan zelfs nog een half hoofdstuk in m’n boek lezen en dan gaat de bel.
E. komt met cadeautjes, want ze is op vakantie geweest in Mexico. I. krijgt een kettinkje, ik een lekkere zeep en H. krijgt volgens traditie een T-shirt uit een van de plaatsen waar E. geweest is. Voor ons samen is er ook nog een flesje mezcal. Ze heeft het gekocht in de kleine ‘fabriek’ waar ze een rondleiding kreeg.
‘Komt papa niet?’ vraagt E. als we zitten te eten. Dat hij niet meedoet met de lunch verbaast niemand, want lunchen doet H. nooit. Maar het zou toch wel jammer zijn als hij het hele bezoek mist. Zó lang blijven ze niet; E. heeft nog andere afspraken in de buurt en I. heeft ook haar eigen plannen voor vanmiddag.
Maar tegen tweeën komt H. thuis, buiten adem van een ochtend stevig zagen en tegen de wind naar huis fietsen. Er volgt een leerzaam verslag van de excursie naar de mezcalstokerij. Het drankje wordt, net als tequila, gemaakt van de agaveplant, maar het proces is anders en de smaak dus ook. E. laat foto’s zien en vertelt enthousiast.
Mezcal kun je puur nippen, maar het lekkerst is het in een cocktail, krijgen we te horen. En dat brengen we meteen in de praktijk. Rond een uur of vijf, de kinderen zijn weer vertrokken, maakt H. twee ‘mezcalita’s’ en we sturen een proostende selfie naar E.
‘En? Vinden jullie het lekker?’ appt ze terug. H. is meteen fan; ik moet even aan de rooksmaak van de mezcal wennen, maar na een paar voorzichtige slokjes is het antwoord toch ‘ja’.
We hoeven vandaag niks meer en nippen tevreden aan onze glazen. Toch leuk, zo’n reizende dochter die af en toe van die exotische cadeautjes meebrengt.
maandag 9 december 2024
Op de millimeter precies
Maandagochtend heb ik de eerste les van de (voorlopig) tweedaagse timmercursus bij VLB. Het is een experiment; de timmerman van Vrijwillig Landschapsbeheer heeft niet eerder les gegeven, maar wil dat wel gaan doen. We leren dus van elkaar.
We zouden eigenlijk met z’n tweeën komen, maar m’n maatje S. kon vandaag toch niet, dus heb ik privéles. Timmerman B. kijkt me een uur lang op de vingers als ik probeer om spatjerecht te zagen, als ik met een beitel leer werken en als ik tenslotte de laatste oneffenheden met een vijl te lijf ga.
De werkbank hier is een ouderwetse. Zo één had mijn vader vroeger in de schuur staan, maar er was geen sprake van dat ik daar ooit aan zou werken. Voor hem was het ondenkbaar dat een vrouw zou willen timmeren. Ik vertel het aan B. en die knikt: “Mijn schoonvader was ook zo. Die vond dat mijn vrouw niet achter een werkbank hoorde, maar achter een naaimachine.”
Zelf denkt hij daar gelukkig anders over. Na de koffiepauze durft ie me meer alleen te laten werken. Nu moet ik het geleerde in de praktijk brengen en een strakke houtverbinding maken, waarbij twee plankjes in elkaar grijpen. Een ochtend is kort. Tegen de tijd dat mijn houtverbinding tot op de millimeter klopt, is de tijd om.
Het plan dat B. voor de twee timmer-ochtenden had gemaakt, is duidelijk te groot. “Ik zei al dat dat niet ging lukken,” grijnst timmerman twee oftewel ‘de assistent’. “Híj (B) is van ons de beste timmerman, maar van lesgeven weet ie nog niet veel.”
Maar ik ben best tevreden over mijn leraar. Hij is heel rustig en geduldig en ik denk dat het best goed gaat komen met toekomstige cursussen. Ik heb nu al heel veel zin in de tweede les en als ik even de kans krijg, wil ik ook een vervolgcursus. Nu eerst thuis maar eens oefenen met recht zagen, want ik heb vanmorgen ontdekt dat ik een afwijking heb naar links. Dat moet je natuurlijk zo snel mogelijk afleren.
zondag 1 december 2024
Papieren bomen en echte struiken
Van die tien jaar is de helft nu om en de teller staat op minder dan 23 miljoen bomen. Eén ervan kreeg de schrijver van de reportage cadeau en als hij dat boompje gaat zoeken, blijkt het, samen met honderden andere jonge boompjes, door herten opgegeten. Sja, de boer van wie het terrein is, hoefde alleen toestemming te geven. Verzorgen hoorde niet bij de afspraak.
Conclusie: die zielige één procent van het ambitieuze aantal bomen die echt geplant is, is wel geteld, maar kan net zo goed dood zijn.
Gisteren hebben we met een groep vrijwilligers 350 inheemse struiken geplant. In totaal komen er 750 om het terrein heen waar we werken. Het haalt het niet bij drie miljard. Maar in het voorjaar gaan we kijken of ze zijn aangeslagen. Voor uitdrogen is niemand bang; eerder zullen ze verzuipen, want we stonden tot onze enkels in de modder te planten. En inheemse struiken zijn perfect ingespeeld op de omstandigheden hier, dus met dat overleven zit het vast wel goed.
Als de EU nou eens wat minder in enorme getallen denkt, en wat meer in wat er in de praktijk gebeurt, zou zo’n vergroeningsplan misschien beter lukken. Wij zijn met onze bescheiden paarhonderd struiken heel tevreden, al is het maar een druppel op een gloeiende plaat. Niet alleen staan die struiken er, maar er is een groep van ruim 20 mensen die ze geplant hebben en ze graag willen zien opgroeien. Dat is toch andere koek dan drie miljard bomen op papier.
Een bijzondere date
'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik...

-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Helemaal ontsmet stap ik onder de douche vandaan. Van het ziekenhuis kreeg ik de instructie om voor de operatie hibiscrub en bactroban in h...