zondag 30 augustus 2009

Bunkerboot

Op een rustige plek aan de Nijmeegse Waalkade, achter een parkeerterrein, ligt een boot waar ze scheepsbenodigdheden verkopen. Een bunkerschip.
H. wist het omdat hij er jaren geleden iets had gekocht. Ik wilde voor m’n kano stootwillen kopen, van die kussentjes die je aan de rand hangt tegen beschadiging bij het aanleggen. Dus gingen we op zoek naar de bunkerboot.
Langs het parkeerterrein reden we een doodlopend weggetje af naar het water. Het was er stil. Geen mensen, geen bedrijvigheid.
De boot lag er, maar zag er van buitenaf leeg uit. Nergens een bordje, naam of opschrift. Aarzelend liepen we de brede loopplank op en keken om een hoekje in de boot. Er was een soort kantoortje met daarin een jongeman en een labrador. H. vertelde waar we voor kwamen en jawel, zoiets had hij wel. “Loop maar mee”. Tegen de hond zei hij “Blijf”, en toen die vervolgens braaf aan de voet meeliep, grinnikte hij: “wat luistert ie goed hè.” ‘
De stootwillen waren er niet in ons maatje, maar ze konden wel besteld worden. Bijna verlegen zei de verkoper dat we dan wel een aanbetaling moesten doen. Daarvoor moesten we weer even meelopen. Samen met de hond liepen we de lange boot door. Er hingen zwemvesten, boeien en allerlei soorten touw, maar ze hadden ook w.c.papier, schoonmaakmiddelen en verf . Pakken met op elkaar geperste, kleurige doeken. “Poetslappen”, legde de jongen uit, “afgekeurde kleren van de kringloopwinkel.”Terwijl hij onze bestelling in de computer zette, vertelde H. dat hij hier ooit een zwemvestje had gekocht en dat het leuk was dat de boot er nog steeds lag.
“Nou”, zei onze verkoper, “dat kon binnenkort wel eens afgelopen zijn.” Hij vertelde dat de bunkerboot een ligvergunning had voor 100 jaar, maar dat die in 2013 afgelopen zou zijn. En de gemeente wil de boot weg hebben. Ze willen hier allemaal terrasjes maken. “Maar”, zei hij, “dat kan zomaar niet. We hebben tegen de gemeente geprocedeerd en gewonnen.”
“Goed zo”, knikten we opgelucht. Maar dát hadden we gedacht! De gemeente pikt haar verlies niet en geeft nu gewoon geen toestemming voor een weg of pad naar de boot.
“Onze opslagplaats aan wal moet neergehaald en ze willen de boel verlagen.” De jongen wijst op het terrein, de bosjes en de gebouwen verderop, een paar meter hoger dan het schip, en hij lacht schamper. “Terwijl iedereen weet dat het parkeerterrein nú al regelmatig onderloopt.”
We leven mee. “Dus over een paar jaar is deze boot weg.” “Nee”, zegt hij. “M’n baas gaat em echt niet weghalen! Desnoods maakt ie er een massagesalon van”.
Hij glimlacht. “Veel plezier met jullie kano hè. Ik bel als de spullen binnen zijn.”
Nagekeken door de hond gaan we de boot af en klimmen naar onze auto, een meter of wat hogerop.

zondag 23 augustus 2009

Zondagmorgen; ik en mijn lijf

Ha, lekker geslapen.
Mmmm
Negen uur. Zullen we opstaan?
Het is zondag… we hoeven niks.
Ja maar het wordt een warme dag, en ik wil nog even hardlopen.
Hmmm
En straks wordt het veel te warm, het wordt zevenentwintig graden vandaag.
Okee. Maar ik wil eerst zo’n lekker zoet broodje.
Tuurlijk. Eerst ontbijten.

En nu een warming up.
Nee hè, zullen we eerst even rondrommelen en wat wakkerder worden?
Nog vijf minuutjes dan, maar ik wil echt weg voordat het warm is.
Zucht

Daar gaat ie dan. Even stretchen. Kom op, verder strekken dat been.
Pfff, ik ben pas net wakker hoor
Niet aanstellen, nu de grond aanraken – kun je best.
Kreun, We doen toch niet zo’n lange ronde hè
Nee hoor, het wordt een klein onderhoudsrondje.
Okee.
Zo. Om te wennen eerst even het kleine parkje door. Lekker in de schaduw. Hup.
Auw… heel rustig aan graag.

Adem es wat dieper in, op dit beetje lucht red ik het niet hoor.
[hijg] Meer lucht krijg ik gewoon niet ingeademd.
Ooh… waarom doen we dit. Niet sneller! Hallo, ik ben wel een middelbaar lijf hè.
Daarom juist, dat moet je een beetje in vorm houden.
Moet dat zó? We gaan straks toch de boot uithozen en schoonmaken? Dat is ook lichaamsbeweging hoor.
Dat was een lekker schaduwrondje. Pas op, nu krijgen we een stukje zon.
Mis-se-lijk!
Gewoon doorgaan. Zie je, het gaat best. En hier is alweer een boom.
Haaaa, schaduw.
Ha, we komen in het ritme. Zo gaat ie goed.
Nou, ik heb nou tenminste genoeg lucht… het begint een beetje te wennen.
Nog twee straten, dan zijn we rond.
Nou al? Ik begin er net een beetje in te komen. Zullen we nog een keertje extra door het parkje?
Pfff, nee zeg. De boot moet ook nog!

donderdag 20 augustus 2009

Millinger theetuin


Om onze vakantieweek thuis niet ongemerkt te laten verglijden in dagelijkse bezigheden besloten we een echte planning te maken: dagje Rotterdam (zie vorige blog), dagje familie en vrienden bezoeken, dagje nuttig (schuur uitmesten) en ook: een dag fietsen.
We planden een tochtje van naar schatting 45 kilometer. Dat wil zeggen: H. dacht dat het ongeveer die afstand was en ik vermoedde daar een groot optimisme in (Jawel, het bleek achteraf 65 km. te zijn)
Onder een bewolkte lucht fietsten we door Nijmegen, langs de lege terrasjes op de Waalkade, richting Ooijpolder. Daar lieten dagjesmensen zich niet door de wolken weerhouden. Fietsers, wandelaars, hondenuitlaters en een enkele motor genoten met ons van de mooie, weidse omgeving. Na een kleine anderhalf uur kwamen we een bordje tegen met “Millinger theetuin, 2 km”. Het wees een onooglijk weggetje aan dat door de bosjes in de uiterwaarden richting rivier verdween.
“Zullen we daar iets gaan drinken?” vroeg H.
Ik aarzelde. “Misschien eerst nog een eindje doorfietsen?”
“Het schijnt erg mooi te zijn”
Je zou het niet denken, maar deze huis- tuin en keukenconversatie was een historisch moment in onze relatie. Ik kan me niet herinneren dat HIJ bij een fiets- of andere tocht het eerst een pauze voorstelde en al helemaal niet op een punt waar ik er nog niet zo ernstig behoefte aan had. Het gedenkwaardige gesprek eindigde ermee dat we het weggetje insloegen en twee kilometer over een zandpad vol hobbels en kuilen reden naar de Millinger theetuin.
Toen we de fietsen door de laatste meters mul zand gezeuld hadden en op slot gezet, stapten we een stenen poortje door en zagen dat we een goed besluit hadden genomen. Wat een prachtige, bijzondere plek! Overal in de theetuin waren verrassende doorloopjes naar allerlei sfeervolle hoeken. Terrasjes van gewone tegels, natuursteen, klinkertjes, maar ook met gekleurde, glanzende steentjes in Oosters aandoende patronen. Daarop stonden dan ook banken met kleurige glanskussens en ornamenten. We herkenden planten die we zelf in de tuin hebben staan, maar er waren ook tropische planten en een bamboebos waar een smal paadje door liep. Met trappetjes, hagen met poortjes, bochtige paden en muurtjes werden de verschillende stukken tuin spannend om te ontdekken. Er waren vijvers en grote potten met water en waterplanten. En elk terrasje had weer andere tafeltjes en stoelen die bij de sfeer van de beplanting pasten. We dwaalden een tijd rond en waren het er over eens dat deze tuin de twee kilometer zand en kuilen meer dan waard was.
Goedgehumeurd fietsten we na deze inspirerende stop verder, langs de rivier, over kleine veerpontjes, tegen de wind in, over de Nijmeegse fietsbrug die zo mooi “De Snelbinder” heet en tenslotte weer naar huis, waar H. een grote cappuccino voor me maakte als goedmakertje voor de twintig kilometer extra.
Een lekkere afsluiting van een echte vakantiedag.

donderdag 13 augustus 2009

Rotterdam


Londen, Parijs, Milaan…
Allemaal leuke steden om te bezoeken. Maar wat dacht je van ons eigen Rotterdam? Daar komen we eigenlijk nooit.
We besluiten een dagje havenstad te doen. De auto parkeren we in Ridderkerk. Daar vandaan kun je de Fast Ferry nemen. Die gaat elk half uur.
De boot oogt van binnen als een dubbel-brede bus en doet z’n naam eer aan; met een flinke vaart schieten we over het water om uit te stappen bij de Erasmusbrug. Daar moeten we wezen.
We beginnen met koffie in het Scheepvaartcafé. De spraakzame bardame vertelt ons over de geschiedenis van het Scheepvaarthuis en Maritime Hotel, waar het café mee verbonden is.
Dan stappen we op de grote Spido-boot voor een informatieve rondvaart door een deel van het havengebied.
Het is inmiddels zachtjes gaan regenen. Een tijdje blijven we hardnekkig op het open bovendek, maar als het harder gaat, kiezen we eieren voor ons geld en vluchten naar binnen. In vier talen wordt uitleg gegeven over de gebouwen en plaatsen die we passeren. Om ons heen worden bladen met koffie, cola en broodjes aangedragen. Na een kwartiertje valt de commentaarstem weg. Op de computerschermen her en der zien we pop-ups verschijnen waarin een zenuwachtige cursor rondzoekt. Het mag niet baten. De stem zwijgt.
We zien door het raam imposante stapels containers, kleine passantenhavens en hoge kranen. Alles een beetje vertroebeld door de regen die gestadig blijft vallen. Pas een half uur later begint de commentaarstem midden in een zin weer te spreken.
Ik word niet echt vrolijk van de troosteloze, natte haventerreinen, de grijze lucht en het excuusloze wegvallen van veel uitleg.
Als we van de boot af stappen, is het bijna droog. Ons volgende doel is de Rotterdam Port Experience. In de entreehal van het gebouw ligt op een verhoogde vloer de grootste stadsplattegrond ter wereld. We lopen op de mega-kaart onze vaarroute na en dan nog verder; tot aan de zee. Een medewerker van het museum vertelt ons over de waterkering en het ingenieuze systeem van sluizen en dijken dat de stad beschermt. De brede Rotterdammer heeft plezier in zijn verhaal en is duidelijk trots op zijn stad.
Dan volgt de experience. Een suggestief hortende en schokkende lift brengt ons naar een virtuele 200ste verdieping, van waar we over de stad mogen uitkijken. Mooi gedaan. Daarna stappen we in een dicht bootje, waarmee we virtueel in de haven storten, met grote snelheid tussen enorme schepen door scheren, tegen van alles aan botsen en door een kraan worden opgehesen. Gehusseld en grinnikend komen we uit het bootje, om nu een zaal door te lopen met serieuze informatie.
We leren van alles over de havenhistorie en over het vervoer van vaste, vloeibare en droge goederen van overal naar overal ter wereld, maar steeds via Rotterdam.
Als we het museum verlaten, worden we joviaal begroet door onze brede waterkering-expert. De regen is opgehouden. Met nieuwe ogen bekijken we de havenstad, waar we nog een tijd rondlopen voor we weer op de waterbus stappen.
Vanaf Ridderkerk is het maar een dik uur rijden naar huis. Je hoeft soms niet ver om een leuke stad te bezoeken.

zondag 9 augustus 2009

Art nouveau en strips in Brussel


Het is best een goed idee om in de zomer een stedentrip in Belgie te maken. De grote hotels waar door het jaar heen gasten komen voor congressen en werkbezoeken staan in augustus leeg. Met bodemprijzen proberen ze nog wat mensen binnen te halen.
En zo zitten we in Brussel voor nog geen 40 euro p.p.p.d. op een luxe kamer met kingsize bed, bad, douche, toilet, koffie en thee, een ijskoeler (waarin je naar believen ijsklontjes kunt tappen) en een ontbijtbuffet met alles wat je maar kunt verzinnen.
O ja, en parkeren (18 euro p.d.) is inbegrepen.
Dit deel van Brussel is Franstalig en samen met het weer, 30 graden, geeft dat een mediterraan gevoel. We lopen langs Europarlements-gebouwen en enorme kantorencomplexen waarin geen leven te bespeuren is; zomerreces. Hier zijn de restaurants gesloten.
We dwalen eindeloos door verschillende wijken. Op zoek naar de beeldschone art nouveau huizen van architect Victor Horta.
We proberen her en der in de stad de stripmuren te vinden; bekende striptekenaars hebben daarop meer dan levensgrote tekeningen gemaakt. Strips spelen een belangrijke rol in Brussel. Er zijn vele stripwinkels en er is het Belgische Centrum van het Beeldverhaal. Dit stripmuseum is gevestigd in een prachtig art-nouveau gebouw en het is verrasend leuk en informatief. Ook als je niet zo dol op de Smurfen of Suske en Wiske bent, is het leuk.
's Avonds slenteren we heen en weer over de Beenhouwerstraat, die volgepropt staat met tafeltjes en stoelen en waar om de tien meter iemand je probeert over te halen hier te komen eten. We kiezen een plekje en bij het dagmenu kijken we naar de voorbij lopende mensen. Soms hele groepen achter een gids met een vlaggetje. Achter mijn rug wordt in het Engels, Spaans, Italiaans en iets Scandinavisch uitleg gegeven over de oudste overdekte winkelstraat van Brussel, die net op dit hoekje begint.
Ik geniet van het eten, de zoele avond en het geroezemoes om me heen.
Terug in het hotel drinken we ter ere van onze ijskoeler een goedkope maar lekkere prosecco. De airco zoemt en de ijsklontjes knisperen.
Morgen nog één keer zo'n superdeluxe ontbijtje - en dan rijden we weer naar huis.

zondag 2 augustus 2009

Antwerpen


Raar om met z'n tweeen op vakantie te gaan.
Om te wennen gaan we maar 1 week. En niet te ver. Belgie.
Een drie-steden-trip. We beginnen in Antwerpen.
Ons hotel ligt vlakbij de haven. We lopen om te beginnen langs de Schelde en sjouwen daarna door het centrum. Door winkelstraten, over pleinen vol terrasjes, langs monumentale gebouwen, door leuke straatjes.
Als we weer langs de kade terugkomen, begint daar een muziekfestivalletje, waarvan we eerder een aankondiging zagen.
Er wordt een soundcheque gedaan en nieuwsgierig gaan we even zitten.
Het valt tegen. Vier gitaren die elkaar proberen te overstemmen, een keyboard dat alleen maar aangezet wordt (beatbox) , een drumstel en een leadzanger waar geen muzikaal geluid uit komt.
Met onze moeie voeten blijven we twee nummers zitten. Dan geven we het op en gaan onze hotelkamer bekijken. Even uitrusten, w.c. uitproberen, bed testen en dan een restaurantje zoeken.
We eten vis.
En daarna willen we wel eens zien of het muziekfestival nog iets anders te bieden heeft.
Een zangeresje achter een piano. Ze heet Fleur, heeft prachtig haar, een stevige aanslag en een saaie stem. De teksten schat ik in als zelfgeschreven.
Omdat we er nu toch zijn blijven we even zitten. Na een paar liedjes (die erg op elkaar lijken) komt er ineens meer publiek en even later wordt een volgend optreden aangekondigd: het Ricciotti ensemble.
Arme Fleur. Na een plichtmatig applausje moet ze snel wegwezen, want al strijkend en blazend komt een compleet orkest aanzetten.
Dat is andere koek.
Met groot enthousiasme fietst dit ensemble van jonge muziekstudenten door een breed repertoire. Van Beethoven tot Breukink en van Michael Jackson tot Brel, met tot slot zelfs een nummer van Metallica.
Het publiek wordt verleid tot meeklappen, walsen en bokspringen - op - de - maat. Het plezier spat er af en we blijven tot het einde.
Het is nog steeds warm als we langs de haven naar ons hotel lopen. Een zeldzaam mooie zomeravond en een erg leuk optreden.
Onze vakantieweek is goed begonnen.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...