zondag 30 januari 2011

Privacy

Om contact te houden met mijn Belgische gastzoon maakte ik een facebook-account aan. Ik hoef geen 300 vrienden, maar facebook begint onmiddellijk suggesties te doen voor mogelijke contacten. Uit mijn eigen adressenboek klik ik een paar mensen aan, waaronder mijn dochter E. en haar vriend T.
Ze belt me op: ‘Mam… ben je heel erg beledigd als ik daar nog even over wil nadenken?’
Ik ben meer verrast dan beledigd en na een week facebook snap ik haar reserves. Op het prikbord van M. komen gesprekken voorbij met vrienden en vriendinnen die mij niet aangaan. Ik ken ze niet en sla ze over. Maar als ik wil, kan ik alles lezen en bekijken van en over hem, zijn vrienden en hun vrienden.
E. heeft een eigen leven waar ik niet alles van hoef te weten. Dat wíl ik ook helemaal niet.
Ik vraag haar mijn vriendschapsverzoek weg te gooien en T. hoeft ook niet te reageren. No offence.
Een paar weken later. We zoeken de twee op in Den Haag en T. vertelt me hoe een foto van hem op een erg vrolijk feestje via facebook in zijn familie terecht kwam. Het leverde hem problemen op. Sindsdien zijn ze allebei voorzichtig geworden. Niet eenvoudig, want ook anderen kunnen foto’s van jou plaatsen.
Ik verzeker hem dat ik niet beledigd ben dat ze me niet als facebookvriend willen.
Maar nu heb ik wel een dilemma: gisteren kreeg ik op facebook een vriendschapsverzoek van een Chinees meisje. Ze heeft me vorig jaar geholpen met informatie voor een artikeltje dat ik schreef. Een leuk internationaal contact. Alleen… ze is een vriendin van mijn dochter.
Soms maakt het internet de wereld kleiner dan je zou willen.

zondag 23 januari 2011

Zingen

Na een seizoen zingen met vier vrouwen hebben we dit jaar weer genoeg deelnemers bij elkaar voor een groter projectkoor. Twee keer hebben we nu geoefend en het is heerlijk.
Een vrouwenkwartet is leuk, maar nu we weer het volle geluid van een gemengd koor hebben, merken we alle vier dat we de mannenstemmen toch wel misten.
En, heel praktisch, met zo’n grotere groep kun je het betalen om elke repetitie met een dirigent te werken. Met z’n vieren oefenden we twee op de drie keer zelfstandig.
Op het repertoire staat een tango van Piazolla: Verano Porteño. Een instrumentaal stuk dat we a capella op klanken zingen. Het is ingewikkeld, maar omdat iedereen thuis stevig oefent (dat is tenminste de bedoeling) begint het in de tweede repetitie al een beetje vorm te krijgen.
We oefenen bloedig op de schurende dissonanten en als dat stuk goed gaat, doen we het voor de lol nog twee keer. Dan komt er een stukje schmieren waar de alten zich vol overgave uitleven. Klinkt nergens naar, maar het is wel even lekker. Voor we het weten is het al tijd voor een korte pauze, en dan pakken we nog even een paar makkelijke nummers bij de kop.
Blij constateren we dat we al na twee avonden als een samenhangend koor beginnen te klinken. Mooi!
De avond is zo om. Het huiswerk wordt opgegeven en de stoelen weggezet. Over twee weken zingen we weer. En in juni treden we op. Spannend, maar met deze groep heb ik er alle vertrouwen in.

zondag 16 januari 2011

winterslachtoffers

Toen alle sneeuw gesmolten was, aanschouwden we het slagveld:

In de vijver drijven vier dode goudwindes. Hun witte buik naar boven. Als kleine visjes van 6 centimeter hebben we ze jaren geleden gekocht. Ze zijn fors gegroeid. De koude winter van vorig jaar overleefden ze zonder problemen, maar nu hebben ze het loodje gelegd.
Ik was er al bang voor.
Onze vijver is diep genoeg om ’s winters in te overleven als je een vis of een kikker bent. Ook als het stevig vriest. Zelfs toen er weken lang een bevroren laag sneeuw op lag, maakte ik me nog niet veel zorgen. Wat de vissen volgens mij de das om deed was onze lekkage. Om daar een eind aan te maken, schepte H. de sneeuw van ons platte dak. Grote scheppen sneeuw smakten naar beneden. Eerst in de zijtuin, daarna op de dichtgevroren vijver.
Mijn protesten wuifde hij weg, terwijl hij doorging met de sneeuwlawine. Het hielp; de volgende dag konden de teiltjes die midden in de kamer stonden terug in de kast. Maar nu de sneeuw weg is, zien we overal in de tuin grote kiezelstenen liggen. Net zulke als op ons dak. En vier slachtoffers in de vijver.
H. wast zijn handen in onschuld. Hij gelooft er niets van dat de sneeuw van het dak de genadeslag was voor onze vissen. Het is gewoon te lang te koud geweest. Hij vist de goudwindes met een schepnetje uit het water en kiept ze naast elkaar in een hoekje van de voortuin. Dan gaat de telefoon en is er binnen van alles te doen.
De volgende morgen zijn de vissen verdwenen. We verdenken de dikke, grijze kater die onze tuin als zijn persoonlijke territorium beschouwt. Maar of die ze echt opgegeten heeft zullen we nooit weten. Net zo min als de echte oorzaak van hun dood.

zondag 9 januari 2011

Parijs

De Parijzenaars zijn niet zo aardig, vertelde mijn dochter E. ’s Morgens in de metro kun je een vernietigende blik krijgen als je per ongeluk tegen iemand aan stoot. Waar in Nederland bij ernstige treinvertragingen een soort verbroedering ontstaat, trekt men zich in Parijs terug in z’n persoonlijke pantser. En autorijden kunnen ze er niet, zei ze ook nog. Iedereen doet maar wat.
Dat laatste hebben we vaker gehoord.
Nu we voor het eerst met de auto in Parijs zijn, zien we dat de indianenverhalen over het autoverkeer kloppen. Vooral kruispunten en rotondes zijn een chaos. Bij een omleiding op de peripherique kruipen er op vier rijbanen ineens vijf rijen auto’s en verschillende kleine autootjes keren gewoon om en zigzaggen tegen het verkeer in naar een sluiproute. Later zien we iemand inparkeren op een te kleine plek, waarbij de stilstaande buur-auto een stukje achteruit gedrukt wordt. Toch komen we heelhuids op onze plaats van bestemming aan. Voor alle zekerheid zetten we ons eigen autootje toch maar in een dure parkeergarage.
De rest van het weekend nemen we de metro. Als we bij het loket een paris visite dagkaart willen kopen, legt de dame in uniform ons uit dat een dagkaart voor 2 zones goedkoper is. Tot drie keer toe herhaalt ze vriendelijke hoe het werkt, tot we het echt snappen.
Op vrijdag doorkruis ik met man en zoon de stad en kom overal vriendelijke mensen tegen. In het museum, in een café en zelfs in de metro. ’s Middags halen we E. van haar werk en ontmoeten we een paar van haar vriendelijke collega’s. We brengen een bezoek aan de lieve oude dame van wie ze haar kamer huurt en schudden ook haar aardige dochter de hand. Als we ’s avonds een flesje wijn open willen maken, hebben we geen kurkentrekker. E. gaat bij de Franprix op de hoek kijken of ze daar kurkentrekkers verkopen. Dat doen ze niet, maar ze hébben er wel een. De jongen aan de kassa vraagt of ze de fles wil halen, dan zal hij hem wel even openmaken.
Onvriendelijke Parijzenaars??
Zaterdag gaan we met z’n vieren op pad. E. is inmiddels behoorlijk thuis in Parijs en loopt in een stevig tempo voor ons uit. Ik kijk naar m’n dochter. Zelfbewust loopt ze door de metrogangen. Zwervers die het wagen haar aan te spreken krijgen een dodelijke blik. Voorbijgangers worden genegeerd.
Dit is geen slenterende toerist, dit is een Parisienne. Je kijkt wel uit om daar een vriendelijk praatje mee te gaan maken. Gelukkig heeft ze inmiddels genoeg mensen om zich heen die daar doorheen prikken. De Parijzenaars vallen best mee.

donderdag 6 januari 2011

Ethiek

Tot eind januari zit E. nog in Parijs en op de valreep gaan we er nog een weekendje heen. Al een tijd geleden hebben we dat afgesproken en dit leek een goede datum: aan het eind van de schoolvakantie, zodat we er een lekker lang weekend van kunnen maken. Pas een week na het boeken kwamen we er achter dat de vakantie in Nijmegen anders lag, nl. een week voor en een week na kerst.
Ik besluit de school in te lichten en deel telefonisch mee dat zoon J. dus vrijdag 7 januari ziek zal zijn. De administratie-dame wil niets van mijn eerlijkheid weten en verzoekt me het gesprek als niet gehouden te beschouwen. Lastig, maar ik begrijp haar standpunt. Ik vraag weliswaar niet om toestemming, maar maak de school zo toch een beetje medeplichtig aan ongeoorloofd verzuim. Omdat we er niet over piekeren om te annuleren, zullen we onze zoon morgen netjes volgens de regels ziek melden. Vanuit Parijs.

Wat leer ik hier van?
-Je moet niet roomser dan de paus willen zijn.
-Soms breng je een ander in de problemen door het moreel juiste te willen doen
Of:
-Kijk altijd goed naar het schoolrooster voor je een vakantie boekt.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...