zondag 16 januari 2011

winterslachtoffers

Toen alle sneeuw gesmolten was, aanschouwden we het slagveld:

In de vijver drijven vier dode goudwindes. Hun witte buik naar boven. Als kleine visjes van 6 centimeter hebben we ze jaren geleden gekocht. Ze zijn fors gegroeid. De koude winter van vorig jaar overleefden ze zonder problemen, maar nu hebben ze het loodje gelegd.
Ik was er al bang voor.
Onze vijver is diep genoeg om ’s winters in te overleven als je een vis of een kikker bent. Ook als het stevig vriest. Zelfs toen er weken lang een bevroren laag sneeuw op lag, maakte ik me nog niet veel zorgen. Wat de vissen volgens mij de das om deed was onze lekkage. Om daar een eind aan te maken, schepte H. de sneeuw van ons platte dak. Grote scheppen sneeuw smakten naar beneden. Eerst in de zijtuin, daarna op de dichtgevroren vijver.
Mijn protesten wuifde hij weg, terwijl hij doorging met de sneeuwlawine. Het hielp; de volgende dag konden de teiltjes die midden in de kamer stonden terug in de kast. Maar nu de sneeuw weg is, zien we overal in de tuin grote kiezelstenen liggen. Net zulke als op ons dak. En vier slachtoffers in de vijver.
H. wast zijn handen in onschuld. Hij gelooft er niets van dat de sneeuw van het dak de genadeslag was voor onze vissen. Het is gewoon te lang te koud geweest. Hij vist de goudwindes met een schepnetje uit het water en kiept ze naast elkaar in een hoekje van de voortuin. Dan gaat de telefoon en is er binnen van alles te doen.
De volgende morgen zijn de vissen verdwenen. We verdenken de dikke, grijze kater die onze tuin als zijn persoonlijke territorium beschouwt. Maar of die ze echt opgegeten heeft zullen we nooit weten. Net zo min als de echte oorzaak van hun dood.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Botten

Aanmelden voor mijn afspraak in het ziekenhuis gaat met een QR-code die ik op m’n telefoon heb staan. Er komt een bonnetje tevoorschijn waar...