Toen we afgelopen februari samen met mijn broer J. en zijn gezin een paar dagen op Texel waren, kwamen we langs een winkel met producten van Texelse schapenwol. Ik keek er een tijdje rond en dacht aan m’n spinnewiel. ’s Avonds vroeg ik aan J. of er een kans was dat hij dit voorjaar een schapenvacht voor me kon regelen. Hij woont op het platteland en hij kent veel mensen die weilanden bezitten waar best eens schapen op zouden kunnen rondlopen. Hij zou weleens rondkijken, zei hij.
We kwamen er niet meer op terug, tot ik dit weekend samen met mijn dochter een avondje langs ging bij m’n broer en zijn gezin. De schapenvacht kwam weer ter sprake en mijn schoonzus begon meteen watsapp-berichtjes rond te sturen. Na tien minuten begon ze te lachen: “Deze is leuk: ja, we hebben wel een vacht, maar je moet het schaap wel eerst even zelf komen scheren.” Nog een paar minuten later meldde iemand dat er nog wel iets stond. Wilde ik een zwarte of een witte vacht? Ik koos voor zwart. J. was zo vriendelijk om langs te gaan bij de aanbieder en nog dezelfde avond kon ik een grote, naar schaap ruikende vuilniszak achterin de auto zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten