Meestal doe ik er niet aan, maar voor dit jaar heb ik een
Goed Voornemen. Ik wil mijn topografische kennis opvijzelen. De kaart van
Nederland zit niet goed in mijn hoofd, laat staan die van Europa of de Wereld.
Mijn richtingsgevoel is heel slecht en ik heb me er eigenlijk heel lang bij
neergelegd dat dat nou eenmaal m’n zwakke plek is. Maar nu heb ik me dus
voorgenomen om op z’n minst te proberen om er verbetering in te brengen.
Dat is een behoorlijk groot voornemen en grote plannen kun
je beter in kleine stukjes knippen om ze waar te maken. Dus begin ik met
Nederland. Deze week heb ik de Grote Bosatlas editie tweeënvijftig uit de kast
gehaald en daarin de topografische kaart van Nederland opgezocht. Lekker
overzichtelijk, want van google maps, die meteen de hele wereld laat zien, word
ik bij voorbaat een beetje moedeloos.
Nu zit ik elke dag een tijdje met die kaart voor m’n neus te
prevelen: Friesland – hoofdstad Leeuwarden, aan het water Harlingen, Sneek bij
de meren, een eind naar boven Dokkum en hoe heet dat plaatsje daar onderin ook
weer? Even spieken … Lemmer. En eigenlijk vind ik het nog leuk ook.
Als we naar Eindhoven rijden, let ik beter dan anders op de
borden. Os en Den Bosch laten we rechts liggen en Cuijk links, we passeren
Uden, Veghel en Sint Oedenrode. Ik probeer steeds in mijn hoofd de kaart voor
me te zien, wat ik lastig vind. Ik stel me altijd voor dat iemand met dyslexie in
z’n brein op dezelfde manier met de woorden husselt als ik met plaatsen. Maar
weet je, er zijn schríjvers met dyslexie, dus waarom zou ik niet kunnen leren
hoe Nederland in elkaar zit, en Europa, en de rest van de wereld?
Dus oefen ik voorlopig elke dag. Ik weet niet hoe lang ik
dat ga volhouden en hoe goed het blijft hangen, maar als je me nú vraagt waar
Coevorden ligt, wéét ik het: in het Zuidoosten van Drente. En Breskens ligt
onder Vlissingen. Maar over de rest van de wereld moet je me nog even niet
overhoren. Zover ben ik nog niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten