De buurman is naar z’n vriendin in Roemenië. Daar zit ie regelmatig een tijdje en we weten het altijd meteen, want dan komt Salomon ons opzoeken.
Wij zijn het tweede-keus adres van de kat. Maar hij heeft ons intussen wel zo ver dat we kleine zakjes kattenvoer in huis halen. Deze week zit ie elke morgen voor de achterdeur. Zodra er een teken van leven in huis is, gaat ie rechtop staan zodat ie door het glas naar binnen kan kijken. ‘Mauw,’ mimet hij, we horen het binnen niet, maar zien het wel. Als hij binnengelaten is, loopt ie vol verwachting naar de keuken voor z’n ontbijt.
Bij de buurman krijgt Salomon vol pension met een eigen bakje vol katten-eten. En dat terwijl hij eigenlijk aan de overkant thuishoort (lees: Salomon). Hier komt ie vaak een beetje extra schooien voor de lol. Geven we hem dan een serieuze hoeveelheid eten dan laat ie het meeste staan. Maar nu heeft ie duidelijk echt honger.
Als z’n bakje leeg is, komt hij kijken of er op tafel nog iets lekkers voor hem bij is. Hij springt op een kruk en blijft daar keurig zitten. Op de tafel komt ie nooit, maar na een tijdje zet ie wel voorzichtig twee pootjes op de rand. Het ziet er grappig uit, alsof hij straks met mes en vork zal gaan eten.
Als ik een foto van hem heb gemaakt, springt ie van de kruk en krult zich op in een stoel. Daar blijft ie als een grijs, harig kussentje liggen. Net zo lang tot er iemand in de keuken in de weer gaat en Salomon vermoedt, dat het weer etenstijd is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten