Neef Q. woont niet ver bij ons vandaan. Af en toe zien we hem. Soms bij een familiefeestje, soms omdat ie een timmerklusje voor ons doet en laatst kwam hij gewoon een keer buurten. Q. is een kleurrijk figuur, die zich nooit heeft willen voegen naar de verwachtingen van de maatschappij. Geen gewone baan, maar losse klussen, een handeltje hier en daar. Geen gewoon huis, maar een kraakpand, een tuinhuisje, een camper.
Vanmiddag gaan we hem opzoeken op de plek waar hij momenteel woont: een klein huisje in een park waar mensen officieel alleen in de vakantie wonen. We rijden naar de ingang van het park en bellen Q. om te horen hoe we bij z’n huisje moeten komen. Na een paar bochten staat hij ons op te wachten en wijst waar we kunnen parkeren. Een houten huisje met aan beide kanten een bouwkeet, die z’n keuken en z’n slaapkamer vormen.
We komen eerst langs een open veranda, waar H. meteen de oude draaistoel herkent die van z’n vader geweest is. Mooi dat die hier nog steeds dienstdoet. Tegenover de veranda drie muurtjes van houtblokken. Eén van de stapels is voorzien van een ronde decoratie. Gewoon voor het mooi. In een open hutje naast het huis staat een bad en daarnaast hangt aan een boom een buitendouche. In de zomer is het een openluchtbadkamer.
Q. laat ons zijn domein zien. Een kleine werkruimte waar een hele wand wordt ingenomen door bakken met bruikbare spullen. Scharnieren, onderdelen van fietsen, deurkrukken, lampen, alles soort bij soort opgeborgen. Zijn huis staat vol bijzondere kastjes en meubels die gemaakt zijn uit onderdelen van andere dingen. Een kastje van een ‘zeven-geitjes-klok’, een deel van een oude secretaire, prachtig afgewerkt om precies boven het raam te passen. Een decoratieve koffiekan die is omgebouwd tot lamp.
Perzische tapijten op de ruwhouten vloer maken de ruimte warm en gezellig. Vanuit een kleine houtkachel gaat een pijp naar buiten waar een oude pan in is verwerkt. Terwijl we op de lage bank zitten en koffiedrinken, klopt er iemand aan. Een buur die vraagt of Q. toevallig een roestvrijstalen pan heeft die hij niet meer nodig heeft.
“O jawel,” zegt Q. en wijst naar buiten. “Ik heb er een kist vol.” Wij schieten ongelovig in de lach, maar zien de man naar een kist lopen, waar inderdaad een hele verzameling oude pannen in zit. Zo gaat dat bij onze neef. Hij kan alles gebruiken en geeft ook net zo makkelijk iets weg. Zo krijgen wij een paar dozen kaarsen mee, want onlangs kon hij een pallet vol kaarsen overnemen, die hij nu ook weer verhandelt.
Als we weer vertrekken, spreken we af dat Q. een keer bij ons komt eten in ons gewone huis, waar kasten gewoon kasten zijn en lampen gewoon lampen. Maar die lampen laten we misschien wel uit, want ik heb nu kaarsen genoeg om de hele boel te verlichten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten