Appelpunt
maandag 18 november 2024
Atelier
Het bed blijft staan, want E. mag altijd komen logeren, maar door het te verplaatsen, komt er ruimte voor een tafel. Aan de straatkant, voor het raam, met lekker veel licht.
Overdag dan. Voor ’s avonds zetten we extra lamp neer die we nog ergens ongebruikt hadden staan. Op marktplaats vond ik een prima tafel voor een tientje bij een sloopbedrijf in de buurt.
Een van de twee kasten die steeds voller raken met spullen-die-we-even-ergens-kwijt- moeten, heb ik grotendeels leeggemaakt. Daarin liggen nu verf, papier, dozen met materiaal om collages mee te maken, kleine lapjes, kleurpotloden, inkt, nog meer verf… Kortom: alles wat ik in de loop van jaren heb verzameld om ‘mooie dingen te maken,’ want mooie dingen maken is wat ik het liefste doe, op welke manier dan ook.
Het eerste waar ik mee aan de slag ga in mijn nieuwe atelier is m’n art-journal (zie ook Hemelsblauw) Het is heerlijk om een plek te hebben waar alles gewoon mag blijven liggen waar ik mee bezig ben. Soms ga ik even een half uurtje naar boven, soms ben ik er een hele tijd. En het art-journal groeit.
Meestal begin ik gewoon maar met een achtergrond in een kleur waar ik zin in heb, maar het leuke is, dat er toch altijd iets ontstaat dat te maken heeft met wat me op dat moment bezighoudt. Duidelijk dat er veel bomen- struiken en plantenmotieven verschijnen.
En als ik er even genoeg van heb, of als ik het koud krijg op zolder, ga ik naar de warme huiskamer, waar ik achter mijn laptop kruip om even een blogpost te schrijven. Deze bijvoorbeeld.
donderdag 14 november 2024
Hergebruik
Het seizoen van de koude voeten is aangebroken. Ik zag op facebook ergens een cartoon voorbijkomen van een stel (m/v) in bed: zij met haar voeten opgetrokken tegen zijn bovenbenen aan en hij met een k-k-k-koud grimas op z’n gezicht. De houding was herkenbaar, de reactie niet. H. verwelkomt mijn altijd-koude voeten meestal met: “Ha, lekker koel.”
Tot zover de intimiteiten. Koude voeten dus, en in de zolen van mijn sloffen ontdek ik beginnende gaten, dus het is zaak om een paar nieuwe, warme sloffen te regelen. Omdat ik van het recyclen ben, ga ik op zoek naar restjes wol en naar een youtube instructiefilmpje over zelf sloffen maken.
In een middag en een avond heb ik m’n eerste paar af en omdat ze eigenlijk te groot uitvallen, maak ik een tweede paar. Deze zitten helemaal fijn, maar eigenlijk moet er nog een zooltje onder van stevig materiaal. Leer bijvoorbeeld.
Toevallig is het zo, dat we nieuwe eetkamerstoelen besteld hebben, want de oude beginnen door te zakken en van binnen te verkruimelen. Maar het leer is nog prima. Zodra de nieuwe stoelen zijn aangekomen, sloop ik de leren bekleding van een paar oude stoelen en knip daar zooltjes van.
De afgetakelde stoelen brengen we naar de stort. Als herinnering heb ik nog flink wat stukken zwart leer en twee paar nieuwe sloffen met stevige zolen. Deze winter geen koude voeten meer.
zondag 10 november 2024
Oranje griezel
Toen E. een jaar of twaalf was, zei ze regelmatig vol overtuiging: ‘Als ik groot ben, ga ik in Amerika wonen.’ Ze heeft er inderdaad een half jaar gewoond, tijdens haar studie, maar nu ze ‘groot’ is, woont ze gelukkig gewoon in Amsterdam.
Toen ik haar opzocht, in dat Amerikaanse halfjaar, was het eind oktober en ik herinner me dat het overal naar pompoenen rook omdat het rond Halloween was. Op veel plaatsen stonden de oranje griezelhoofden, uitgesneden uit pompoenen. Kwalijke associaties met oranje griezelhoofden had ik toen nog niet. De president van toen was Obama.
Deze week blijkt dat die onbegrijpelijke Amerikanen voor de tweede keer gekozen hebben voor een oranje griezel. Deze week ben ik blijer dan ooit dat ik geen kind heb dat in Amerika woont. Zonder dat is het al eng genoeg.
zondag 3 november 2024
Het snoei- en knotseizoen is begonnen
Gisteravond kwamen in de groepsapp van de ‘zaterdagvrijwilligers’ achter elkaar afzeggingen binnen: een gebroken arm, twee crematies, een algehele slechte gezondheid, een reünie, een gewisselde dienst… ik begon me af te vragen of er nog wat mensen overbleven. Nou ja, H. en ik zijn er in elk geval allebei, en we weten van nog een paar mensen dat ze zullen komen.
Het valt alles mee. Om tien uur staan we met zo’n vijftien mensen op de dijk en er komen er later nog drie bij. Al het gereedschap is in de zomer schoongemaakt en geslepen en er zijn nieuwe zaagjes. We kunnen aan de slag. Samen met J. ga ik een wilg te lijf. Dunne takken knippen, dikke takken zagen; alles moet eraf. Al na tien minuten doe ik m’n jas uit en m’n sjaal af.
Wilgen knotten is simpel en je ziet het resultaat van je werk goed. Als we na een uur een koffiepauze houden, is ‘onze’ wilg al driekwart van z’n pruik kwijt. Na de pauze doen we de rest en slepen we alle takken naar een grote hoop. ‘Pas op … hier komt een dikke tak!’ Soms moet je even maken dat je wegkomt; de takken die afgezaagd worden zijn soms zo dik als een stevig been en vele meters hoog. Gelukkig vallen er geen gewonden.
Om een uur of één is er soep. Bovenop de dijk, rond een picknicktafel, eet iedereen de bonensoep uit zelf meegebrachte mokken met zelf meegebrachte lepels. Het gereedschap wordt verzameld, we staan nog even na te praten en dan fietsen H. en ik in het zonnetje terug naar huis. Lekker gewerkt. Over twee weken gaan we ergens struiken planten. Hopelijk is het dan weer zo’n mooie dag.
zaterdag 26 oktober 2024
Klompenpad
Ik denk aan varen of fietsen, maar H. heeft een ander voorstel:
“Zullen we vandaag een klompenpad lopen?”
Ik kijk bedenkelijk. De klompenpaden van Gelderland gaan door prachtige gebieden, maar ze zijn vaak lang. En ik ben niet zo’n enthousiaste wandelaar. Tien kilometer vind ik meer dan genoeg. Dat is dan ook mijn voorwaarde in de onderhandelingen.
We kiezen een pad in de buurt en snijden een stuk af, zodat we rond de tien kilometer uitkomen. Klompenpaden gaan vaak langs smalle paadjes, door weilanden, soms over privéterrein, en zo weinig mogelijk over grotere wegen.
Het voordeel van wandelen boven fietsen is, dat je veel meer ziet. Wat bloeit er nog veel, terwijl het al oktober is! Het lijkt wel zomer! Maar de gekleurde bladeren aan de bomen en de paddenstoelen die we overal zien, zijn dan wel weer heel herfstig. We lopen een stuk door de uiterwaarden, vlak langs de rivier, over paadjes vol paardendrollen en koeienvlaaien.
Op een bankje langs ons pad zitten twee mensen, vader en zoon, schat ik in. De jongste heeft een soort VR-bril op en in zijn handen een controller. Zit hij te gamen tijdens een wandel-pauze? vraag ik me af. Vlak voordat we langs ze lopen, zegt de man ‘hoho, wacht,’ maar hij is te laat. Als H. voor de controller langs loopt, valt iets verderop een laagvliegende drone neer. Aha, dus dát zijn ze aan het doen.
“Ai, een ongeluk,” zeg ik.
“Ja, dat was niet de bedoeling.” Het klinkt gelukkig opgewekt. We lopen door.
We struinen over een eeuwenoud “straatje”, waar je regelmatig onder dwarse takken door moet duiken, en dwars door een stuk grasland. Soms is het pad zompig en modderig, waar ik niet de geschikte schoenen voor aan heb. Maar er is altijd wel een manier om droge voeten te houden.
Na twee en een half uur lopen, zijn we terug bij de fietsen. Volgens de smartwatch van H. hebben we precies tien kilometer gewandeld. In struintempo dus, met af en toe een foto-pauzetje.
“Ben je nu trots?” vraagt H.
“Ja, ik ben trots.
“Volgende keer twintig kilometer?”
“Absoluut niet!”
Maar een stukje omfietsen voordat we naar huis gaan vind ik dan weer prima. En daarna natuurlijk een welverdiende kop koffie. Mét een koekje.
maandag 21 oktober 2024
Fietsen naar Cuijk
F. nodigt ons meteen uit om te komen lunchen, dus we hebben een bestemming voor onze fietstocht vandaag. Langs een mooie route fietsen we naar Cuijk. Er staat een flinke wind, maar die hebben we straks op de terugweg lekker mee en dat is de betere volgorde.
Echt zonnig is het niet, maar het is heerlijk buiten. Een stuk door het bos, langs vennetjes, langs de rivier, en tenslotte met de pont naar de overkant, waar we in Cuijk even moeten zoeken waar het huis van F. ook al weer is.
We worden hartelijk ontvangen met koffie en daarna is er soep en brood aan een feestelijk gedekte tafel. Er valt heel wat te praten en voor we het weten zijn we een paar uur verder en wordt het hoog tijd om weer op pad te gaan. We fietsen langs een andere weg terug en komen door Grave, waar ik bijna dertig jaar gewerkt heb tot mijn pensioen, afgelopen voorjaar.
Grappig om hier weer te fietsen. Het is pas een half jaar geleden, maar het lijkt langer. Tegelijk is het ook zo bekend dat het voelt alsof ik deze route gisteren ook nog reed. Ik denk aan mijn ex-collega’s. Zouden ze me een beetje missen? Alles gaat natuurlijk gewoon door daar, en dat is maar goed ook.
Met de wind mee waaien we terug naar huis, waar ik morgen gewoon achter m’n laptop kruip om te gaan schrijven. Niet meer voor luistertijdschriften, maar nu voor Vrijwillig Landschapsbeheer. Maar eerst even een blogpost. Bij dezen.
vrijdag 11 oktober 2024
Reddingsacties
“Ja, ik zag haar net in juli.”
Dat klinkt als een absurdistisch gesprek, vooral als je weet dat het oktober is. Maar je zou het zomaar kunnen horen in de Waalgaard.
De voedselboomgaard is ingedeeld in vakken waar in bepaalde maanden van het jaar geoogst kan worden. Vandaag werken we in oktober. Er staan appel- en perenboompjes waar nog hier en daar wat fruit aan hangt, mispels en rozenstruiken en daar tussen veel hoog gras en distels. Die soms manshoge wildgroei is ongewenst, want het verstopt en verstikt de jonge aanplant in deze rijen.
Onze taak is het om tussen het hoge gras te speuren naar de bamboestokken die aangeven dat er iets geplant is. Met z’n vieren gaan we de rijen van het oktober-vak af. Voorzichtig het gras plattrappen, de woekerende wirwar van prikkende braamslierten intomen en bij elke bamboestok knielen om op zoek te gaan naar de soms zieltogende jonge struikjes.
Soms zijn het stevige planten die we onthullen, soms alleen maar een zielig takje waarvan niet duidelijk is of het nog leeft.
“Jeanne d’Arc”, staat op het label van zo’n sneu miniboompje. Het zou een perensoort moeten zijn.
“Hebben we nog een rokje voor Jeanne?” vraagt J.
“Jawel, een doorzichtig, kort rokje, of is dat te frivool voor haar?”
Het gaat over een stevig stukje gaas dat rondom de jonge plantjes gezet wordt ter bescherming tegen vraat door kleine dieren.
We vinden nóg een stuk of wat “Jeannes”, een heleboel appelbessen en ook veel naamloze plantjes. Ze krijgen allemaal licht, lucht en zo nodig een gazen omhulsel. Aan het eind van de ochtend hebben we vier rijen gedaan. Dat zijn een heleboel geredde boompjes en struiken. Tijd voor pauze. Dat hebben we wel verdiend.
Atelier
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...