zondag 29 juni 2025

Rondje muziek

Het is druk bij het dorpshuis maar we vinden nog een plekje om onze fietsen neer te zetten. Buiten staan drie statafels met bordje A, B en C. Wij hebben gekozen voor route B. en melden ons bij Gemma van de bibliotheek, die achter de middelste tafel staat. Ze hoeft onze startbewijzen niet eens te zien en deelt ons in bij groep B4.  
“Daar aan de overkant, bij Annet.”  

Annet is een vrolijke dame met een geel hesje aan. Zij zal onze groep naar de vier adressen brengen waar we naar muziek gaan luisteren. Dit is de vierde keer dat we meedoen aan het Zomers Ommetje, en het is altijd een verrassing wat er tijdens de ommetjes te beleven is. Vaak muziek, soms iets theatraals en vorig jaar zat er een kunstenaarsatelier op de route. 

Tussen de preekstoel en het doopfont zit de accordeonist op een krukje te spelen
Deze keer is het overal muziek. De eerste stop is al na honderd meter. We gaan de kerk binnen, waar een accordionist ons opwacht. Hij laat in het korte optreden veel verschillende muziekstijlen horen en als iemand een vraag heeft over zijn instrument, speelt hij even gauw in alle registers een stukje als demonstratie. Leuk! We bedanken de man en moeten verder. 

In het Molenhuistheater is het kleine podium volgepropt met (voornamelijk) blazers van het orkest Kunst en Volharding. Jeugd en volwassenen door elkaar met ervóór een hoogzwangere dirigente. Ze spelen een serie korte nummers, ook hier weer verschillende genres. Er zit wel eens iemand naast, maar het is vrolijke muziek en mooi dat er zoveel jonge mensen in het orkest meespelen. 

We lopen door de zoele avondlucht naar het huis van dokter Haverkort. Daar hebben we al eerder een optreden meegemaakt van de gepensioneerde dokter op piano met zijn zoon op saxofoon. Deze keer begeleidt hij zijn zingende dochter. Ze begint met Nederlandstalige liedjes, maar komt pas echt los bij de jazz standards. Da's lekker luisteren. 

De afsluiter is een zangkwartet/kwintet. Voordat ze gaan zingen, krijgen we uitleg over de plek waar we zijn. Een historisch huis op de plek waar vroeger een kasteeltje was. Het is een idyllische plek. In de tuin zijn rijen stoelen opgesteld voor een open tuinhuisje waar het kleine koor in staat. Ze zingen klassieke vier- en vijfstemmige liederen. 

Daarmee is het ommetje rond en we lopen terug naar het dorpshuis, waar als afsluiter de band ‘Don't look back’ sixties-nummers speelt (what's in a name). We maken met verschillende mensen een praatje, maar na twee drankjes gaan we naar huis, want daar is inmiddels onze Amsterdamse dochter aangekomen. Zien we die ook nog even. 
Al met al een avond om blij van te worden. 

dinsdag 24 juni 2025

Verborgen tuinen in Rotterdam

Op 14 en 15 juni is het open tuinen weekend in Rotterdam (en op nog veel meer plaatsen). Zondagmorgen bezoeken we een museum en 's middags pakken we de fiets om eens te zien wat deze grote stad aan tuinen te bieden heeft. 

Ik heb online toegangsbewijzen gekocht en voordat we vertrekken zoek ik op m'n telefoon naar de mail waarmee ik ze ontvangen heb. Die blijk ik niet te hebben. Alleen een bevestiging van de aankoop. We maken ons er niet erg druk om; we zien wel. 

De eerste tuin die we bezoeken is een grote binnenplaats tussen lage flatgebouwen. Een ouder echtpaar (tachtigers, vertellen ze,) raakt niet uitgepraat over hoe ze 24 jaar geleden dit kale plein in een buurttuin begonnen te veranderen. We krijgen een glas vlierbloesemlimonade en een stoel aangeboden en blijven minstens een half uur hangen. Leuk, zulke enthousiaste kartrekkers. Naar een toegangskaartje vragen ze niet. 

De tweede is een particuliere tuin van een jong stel. Als we aankomen, stappen er juist ook twee vrouwen van hun fiets. Ze hebben een kaart bij zich waarop ze het adres controleren. Ik vraag waar ze die vandaan hebben en ze vertellen dat de kaart het toegangsbewijs is. Je kon hem na je betaling ergens afhalen.   

Aha. De mail waar dat in stond heb ik dus niet gekregen. Maar we wandelen toch maar de tuin in. Ook hier enthousiasme en trots. We kijken niet alleen rond, maar hebben ook een leuk gesprek met de bewoonster over het hoe en waarom van de indeling, de planten, de schaduwhoek en hoe jammer het is dat veel mensen liever een tegelplateau hebben dan een tuin.  

Het volgende adres is een volkstuinencomplex. Twee van de tuiniers staan bij de ingang te vertellen waar iets te zien is en dat we beslist ook de gezamenlijke vlindertuin moeten bekijken. Een joviale dame met een enorme bril verwelkomt ons in de eerste volkstuin. Een zorgvuldig onderhouden paradijsje met tientallen soorten bloeiende bloemen. We maken een rondje. 

De brilmevrouw is in gesprek, maar als we dag roepen en duimen opsteken: ‘mooie tuin!’ komt ze nog vlug iets vertellen over de vele soorten en hoe ze soms zaden krijgt of ruilt. Dat herinnert me eraan dat ik zakjes zaad uit onze eigen tuin bij me heb, omdat ergens op de route een zadenruilplek moet zijn. Ik geef haar witte malve. Ze wil me wel een plantje teruggeven, maar da's niet zo handig op de fiets. We zwaaien. 

Er volgen nog een stuk of zeven tuinen. Elk plekje anders, maar allemaal met trotse eigenaars die niets liever doen dan vertellen over hun planten, hoe het er eerst uitzag, wat ze veranderd hebben, wat wel en niet goed werkt. Bij een centraal pleintje zitten meerdere eigenaren aan een tafel in de zon. Willen we koffie? Een appel? En hebben we de vlindertuin al bekeken? 

Het wordt tijd om terug te fietsen naar het hotel en dan een restaurantje te zoeken. Daar praten we na over onze dag in Rotterdam. Geen haven, geen Euromast, geen markthal, geen kubuswoningen, maar tuinen (en de Kunsthal). Een geslaagde dag. 

donderdag 19 juni 2025

Knolraap en lof, schorseneren en prei

We zijn in twee etappes naar Rotterdam gefietst en op zaterdagmiddag hebben we ons geïnstalleerd in onze hotelkamer-voor-twee-nachten. Voor morgen hebben we een plan, voor het restje van vandaag nog niet. Eens zien of er iets leuks te doen is. Niet te vermoeiend asjeblieft, want we hebben er al 75 kilometer fietsen opzitten. 

Portrettekeing van drs. P. met in zijn hand een enorm lange, rokende sigaar
H. vindt een voorstelling in het Luxor Theater: ‘Rock mee met Drs. P.’ 
‘Kijk, er zijn nog kaartjes verkrijgbaar.’ Hij laat het zien op de website.  
Ik ben een groot fan van de doctorandus; van de humor en het taalgebruik in zijn teksten. Ooit heb ik Drs. P. geïnterviewd - samen met Ivo de Wijs – en dat was een feestje. 

Dus ja, we kopen kaartjes, gaan op tijd een restaurantje zoeken aan de West-kruiskade en lopen daarna op ons gemak naar het Luxor Theater.  

Ik had een zaal vol grijze hoofden verwacht, maar het publiek is een mix. Naast H. zit een dertiger en daarnaast een oudere man. 
‘Ben je fan?’ vraagt H. hem, ‘of moest je mee van je vader?’ 
Hij moet lachen.  
‘Het is mijn verjaardagscadeau voor mijn vader!’ vertelt hij en wijst naar de man naast hem. Leuk! We vermoeden dat er in de zaal meer ouders met volwassen kinderen zitten. Mijn dochter I. zou het ook zeker leuk gevonden hebben. 

De avond is een hommage aan drs. Heinz Polzer, tien jaar geleden overleden, maar nog lang niet vergeten. Het programma wordt aan elkaar gepraat door Ivo de Wijs, die tussen de liedjes door allerlei leuke anekdotes vertelt. Die liedjes worden vertolkt door heel verschillende artiesten, jong en oud, van matig tot geweldig. Het bekende lied ‘De Veerpont’ (oftewel Heen-en-weer) horen we van drs. P. zelf, te zien op een hilarische oude film.  

In de zaal wordt meegezongen, meegeklapt en aan het eind van de voorstelling krijgt Erik van Muiswinkel de hele zaal zo gek om het refrein ‘Knolraap en lof, schorseneren en prei’ met de handen schuddend in de lucht (als bij een gospel) mee te zingen. Vanaf het balkon waar wij zitten is dat een prachtig gezicht. 

We komen helemaal vrolijk terug in het hotel, waar we nog een biertje drinken en elkaar vertellen wat we het leukst vonden.  
En morgen... een onverwachte kant van Rotterdam. Het is namelijk open tuinen weekend en daar hebben we zin in. 

woensdag 11 juni 2025

Pen-en-gat verbindingen


Ik ben de eerste dinsdagmorgen bij De Timmercursus.  
“Wat is het rustig, ben ik zo vroeg?”  
“Zo is het ieder jaar,” zegt Jos, de timmerman, “hoe dichter bij de zomer, hoe stiller het wordt.”  
Om negen uur zijn we met z'n zevenen. Vijf cursisten, de timmerman en zijn assistent.  

Iedereen gaat aan de slag met z'n eigen project. Ik ben bezig met de deur van mijn minibieb-kastje.  “Wil je het op de makkelijke of de moeilijke manier?” heeft Jos me vorige week gevraagd. “Oftewel, wil je nog wat nieuws leren?”  Natuurlijk wil ik nog wat nieuws leren en daarom gaat het deurtje met pen-en-gat-verbindingen in elkaar. Dat begint met zorgvuldig meten en aftekenen.  

Aan de werkbank naast me staat M. te zuchten. Hij werkt aan een opklapbare, ronde statafel en ook daar komt veel meetwerk aan te pas.  
“Dat hebben ze ons niet verteld hè,” zeg ik tegen hem, “dat je voor deze cursus wiskunde in je pakket moest hebben.”  
Terwijl hij een verkeerd gezette potloodlijn uitgumt, schudt hij z'n hoofd en lacht.  

Ik dacht dat ik aardig driedimensionaal kon denken. Dat wil zeggen: vanuit de losse onderdelen bedenken hoe iets precies in elkaar moet. Ik kan tenslotte ook kleding maken, waarbij dat ook nodig is. Maar stof is vergevingsgezinder dan hout. Een afwijking van twee millimeter kan bij een houten deurtje letterlijk ontwrichtend zijn.  

 Als eindelijk al m'n afgetekende lijnen goedgekeurd zijn, zaag ik de latten voor het kozijn af en dan laat Jos me zien hoe de freesmachine werkt. Ik maak vier prachtige langwerpige gaten. Tegen die tijd is een groot deel van de ochtend voorbij. We drinken met z'n allen koffie terwijl de hond van Jos om koekjes loopt te schooien. 

Nu de gaten klaar zijn, zijn de pennen aan de beurt. Recht zagen is nog steeds moeilijk, maar ik ben hier om te leren, toch! Ik doe m'n best en waar het scheef gaat, krijg ik een beetje hulp om het recht te breien. Veel te snel is het alweer twaalf uur.  
Volgende week verder. Maar eerst heb ik nog huiswerk ten doen: een plaatje plexiglas kopen voor in het deurtje.  

 

donderdag 5 juni 2025

Ontbijtje op donderdag

Donderdagmorgen half acht. Ik hoor buiten het geratel van een bak op wieltjes … 
‘Groenbak’, bedenk ik, want het is donderdag. Ja, de groenbak moet aan de straat! 
Ik rol uit bed, schiet een lang vest aan en loop naar beneden om de bak naar de stoeprand te rijden; hij zit stampvol snoeiafval van de geknipte heg.

Nu ik toch klaarwakker ben, blijf ik meteen maar op, ook al staat er niks speciaals op het programma. Tien minuten work-out, douchen, aankleden. In de slaapkamer ligt H. intussen niet meer te slapen, maar bekijkt op z’n iPad de commentaren op de val van het kabinet. Een eindeloze reeks berichten, filmpjes, uitspraken, steeds meer van hetzelfde.

“Heb jij vanmorgen iets waar je op tijd moet zijn?” vraag ik.
“Nou, ik heb wel een heleboel dingen die ik vandaag moet doen,” zegt H. 
“Zullen we eerst in het dorp ergens gaan ontbijten?” stel ik voor.
“Hm…” 
Dat klinkt niet erg enthousiast. Maar als ik tien minuten later vraag om een duidelijk antwoord is het toch een ja.

Ik heb een lunch-restaurantje in gedachten, maar online zien we dat ze daar geen ontbijt serveren. Ontbijten blijkt lang niet overal te kunnen en het ene restaurant waar het wél kan, gaat pas om tien uur open. 
“Bakker Bart kan ook,” zie ik, “maar dan ga ik eigenlijk net zo lief lekkere broodjes halen om thuis een lekker ontbijtje te maken.” 

“Doe dat dan maar,” zegt H. “Dan kook ik alvast een ei voor je.”
Ik haal niet alleen broodjes, maar ook perssinaasappels en een stuk brie. 
Als ik thuiskom heeft H. de tafel gedekt met anders-dan-anders-serviesgoed. Hij perst de sinaasappels uit en even later zijn we in onze eigen keuken ‘uit eten’.
Met precies de dingen die wij lekker vinden en een stuk goedkoper dan in welk restaurant dan ook. 
Toch leuk om een gewone donderdag nét een beetje speciaal te beginnen.
 

zaterdag 31 mei 2025

Weekendje achtertuin

uitzicht over de achtertuin - op de voorgrond zes grote, bloeiende sieruienEr zitten duiven in onze krentenboompjes. In de achtertuin zien we ze aan komen vliegen en in het gebladerte verdwijnen. Soms verliezen ze bijna hun evenwicht als ze een besje proberen te eten dat nét iets te ver weg is. Dan zien we de struik schudden.

Steeds als ik de voordeur uit ga, vliegen er drie, vier, vijf duiven geschrokken op. Zaten ze net lekker te eten, komt er weer een méns de boel verstoren! De auto hebben we voor alle zekerheid op een andere plek gezet, want tijdens het eten wordt er druk gescheten.

Op deze warme dag eten we buiten. We zitten voor deze gelegenheid naast elkaar; rug naar het huis, gezicht naar de tuin. Achter ons zit, hoog op het dak, een merel die een onnavolgbaar lied zingt. Verderop klinkt het banalere gekek van eksters.

Er is na het kurkdroge voorjaar nog niet genoeg regen gevallen, maar wát er viel is dankbaar ontvangen. De tuin ziet er prachtig uit. Als we uitgegeten zijn, blijven we een tijd zitten kijken. Ik wijs naar de pioenroos, die na vijf jaar zonder bloei eindelijk een dikke knop heeft. H. constateert tevreden dat de wilg na z’n laatste knotbeurt weer fors is uitgelopen. 

close-up van de rose ooievaarsbek. Naast de bloem zit een gaasvliegDe snoei- en knotsessies en andere werkzaamheden bij Vrijwillig Landschapsbeheer hebben ons geleerd om anders te kijken. De ooievaarsbek die als ie de kans krijgt onze hele tuin overwoekert, is een feest voor insecten. We geven hem wat meer ruimte. De hortensia met z’n weelderige bloemschermen heeft de kleine beestjes niets te bieden. We overwegen hem weg te halen om plaats te maken voor een meer inheemse plant.

 Het is nog steeds warm, maar we gaan nu toch maar eens naar binnen. Het begint te betrekken. Misschien gaat het straks flink regenen. Volgens het weerbericht is die kans groot, maar krijgen we morgen weer een zomerse dag. Gaan we lekker een eind fietsen. 
Klinkt als een heel relaxed pensionadobestaan, maar eigenlijk is het gewoon weekend. Maar wel een heerlijk zomers weekend. Gewoon in onze eigen tuin. 

zaterdag 24 mei 2025

Dertig jaar vuilnis en tien jaar natuur

De ARN-berg is een natuurgebiedje bovenop de oude vuilstortplaats. Het is niet vrij toegankelijk omdat de ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen) op hetzelfde terrein nog steeds in bedrijf is, maar soms is er een rondleiding.

Terwijl we achter onze gids (de directeur zelf) aanlopen, hoor ik voor me een vrouw aan haar vriendin het verschil uitleggen tussen zachte dravik en ijle dravik. Twee grassoorten die je hier tegenkomt.

We zijn over een pad tussen hoge struiken door naar het uitkijkpunt geklommen, van waar we aan de ene kant over de Beuningse Plas uitkijken en aan de andere kant Nijmegen zien liggen. Onder onze voeten ligt dertig jaar aan vuilnis met daar bovenop een laag aarde waar zich in tien jaar tijd een mooi stuk natuur heeft ontwikkeld. Er zijn struiken aangeplant en er hebben zich inmiddels allerlei dieren gevestigd, waaronder een stuk of tien reeën.

We lopen hier omdat de Vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer, waarvan H. inmiddels voorzitter is, gaat samenwerken met de ARN. Op een stuk gemeentegrond dat grenst aan ‘de berg’, gaan we een informatietuin inrichten naast een appelboomgaard die de vereniging onderhoudt. Tussen de boomgaard en de ARN-grond komt een (afgesloten) brug.

Samen met de ARN en nog een partij wordt er een wandeling uitgezet, die straks onder begeleiding gelopen kan worden. De toekomstige begeleiders krijgen nu een rondleiding over de vuilnisberg met veel informatie over de geschiedenis van het afvalverwerkingsbedrijf, over de opbouw van de berg (en natuurlijk hoe veilig alle rotzooi van onder tot boven is ingepakt, met buizensystemen om gassen en vocht af te voeren).

Waar de ARN directeur dan weer niet zoveel van weet, is welke struiken en planten hier groeien. Daarvoor hebben we wat mensen van de IVN natuureducatie bij ons, die ook mee gaan draaien bij de rondleidingen.

Het is geen lange wandeling, maar wel leuk, afwisselend en leerzaam. Zo zie je aan de rand van de heuvel een desolaat terrein waar uit de grond wapperende stukjes plastic steken en allerlei onduidelijke half-begraven voorwerpen liggen. Er wordt nog steeds afval gestort, al is het lang zoveel niet meer als veertig jaar geleden. Alleen wat op geen enkele manier meer gerecycled kan worden, beland nog op een stortberg.

Dus het kan nog wel even duren voordat dit gedeelte van het terrein vol is en ook ingepakt en vernatuurd kan worden. Ik zou zeggen, hoe langzamer hoe beter, want lieve help, wat produceren we met z’n allen een hoop afval. Letterlijk een hele berg!

Rondje muziek

Het is druk bij het dorpshuis maar we vinden nog een plekje om onze fietsen neer te zetten. Buiten staan drie statafels met bordje A, B en C...