zondag 26 oktober 2025

Gidsen op de afvalberg

Een lange trap loopt naar beneden met aan beide kanten (kale) struiken. In de verte beneden staat een groepje mensen in kleurige regenkleding“Er hebben zich zestien mensen aangemeld,” zegt H. terwijl hij op zijn telefoon kijkt. “Hoe gaan we het doen vandaag? Wil jíj beginnen of zal ik dat doen?” We staan op het punt om voor de tweede keer samen als gids op te treden bij een begeleide wandeling over de afvalberg in Weurt.

Het is een grijze zondagmorgen en volgens buienradar houden we het niet droog vandaag. Maar als we bij het startpunt onze fietsen neerzetten, staan er al twee mensen te wachten. Om tien uur zijn op twee na zijn alle deelnemers aanwezig en gaan we beginnen. Ik heet iedereen welkom en vertel iets over het ontstaan van deze wandelroute. 

Het is een samenwerking tussen de ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen), het Dijkmagazijn (Centrum voor natuureducatie) en VLB (Vrijwillig Landschapsbeheer). Na veertig jaar afval verzamelen is een deel van de vuilnisberg grondig ingepakt, met een flinke laag aarde bedekt en beplant met struiken.
 
Intussen is er een natuurgebied ontstaan waar veel dieren leven. Insecten en vogels, maar ook muizen, hazen, konijnen en zelfs reeën en vossen. Omdat de afvalcentrale aan de andere kant van het terrein (en grenzend aan deze groene heuvel) nog in bedrijf is, mag het niet opengesteld worden voor publiek. Maar wandelingen met een gids mogen wél. 

Het blijkt in een behoefte te voorzien. Sinds deze zomer de wandelingen begonnen, zijn ze steeds volgeboekt. Samen met een groepje IVN-gidsen hebben we een korte opleiding bij de ARN gehad om over de afvalberg en haar geschiedenis te kunnen vertellen. En met die groep geven we nu bij toerbeurt de rondleiding. 

Een heuvel met groen gras, waar middenin een boomstammentrap over naar beneden komt. Op die trap lopen mensen in de regen, capuchons op, naar beneden kijkend om niet mis te stappen
Ik weet de belangrijkste informatie wel, maar H. is beter op de hoogte van de geschiedenis en de werking van de centrale. Ik ben dan weer beter in de planten en struiken. Zo vullen we elkaar aan. We starten op een breed pad met aan beide kanten grauwe abelen die ons aankijken met tientallen ogen op de stammen.
 
In het natte gras vinden we populierenzwammen en in de jonge eiken van het ‘geboortebosje’ bekijken we de verschillende soorten gallen. Dan gaan we het hek door en de berg op over de nieuw aangelegde boomstammen-trap. Steeds staan we stil om iets te vertellen. Bovenaan de berg zie je nog een onafgedekt stuk stortberg waar hier en daar plastic uit de grond steekt.  

Net als we op het uitkijkpunt staan, begint de voorspelde regenbui. Jammer. We blijven daarom niet al te lang van het uitzicht genieten. Weer beneden vragen we of iedereen tevreden is over de tocht. Er wordt geknikt, er barst een gesprek los over hoe losjes er vroeger met afval werd omgegaan. Iedereen vond het interessant, we krijgen bedankjes en handen. Dan duikt iedereen in z’n capuchon en door weer een bui gaan we ieder naar ons warme, droge huis. Het was een koude, natte, maar zeer geslaagde ochtend.   
 



 

zondag 19 oktober 2025

Het echte vakantiegevoel

Kasteel Ruurlo
We hebben zin in een dagje weg en besluiten de Graafschaproute te fietsen. Op zaterdag staan we op tijd op en met de fietsen achterop rijden we naar de startplaats in Vorden. In ons routeboekje staan alle fietsknooppunten aangegeven en we vinden makkelijk het eerste nummer.  

Fietsen langs de knooppunten vinden we handig. Je hoeft niet de hele tijd op een telefoontje te kijken (bril op, bril af). We volgen gewoon de opgegeven reeks nummertjes. Van Vorden fietsen we door een bosrijk gebied naar Lochem, waar we de fietsen neerzetten en een rondje door het centrum lopen om het leukste koffietentje uit te zoeken.

In dat leukste koffietentje nemen we koffie met twee taartpunten en een mes om ze te delen. Ik warm mijn koude handen aan m’n cappuccino en we kijken samen nog eens in het routeboekje. Kasteel Ampsen hebben we gemist, maar verderop gaan we kasteel Ruurlo bezoeken. Dat is een museum, met o.a. een tentoonstelling van Carel Willink.

Bij Ruurlo moeten we even van de route af om bij het kasteel te komen. We dachten gewoon de bordjes te kunnen volgen, maar Museum More Kasteel Ruurlo wordt goed geheim gehouden. Zelfs als we volgens de app vlakbij zijn, is nergens een richtingbord naar het kasteel te bekennen. Toch ís het er wel. 

Terwijl we de fietsen op slot zetten, zien we twee dames in sjieke, lange jurken langslopen. Even later een jongeman strak in het pak. En nog meer mensen in feestelijke kleren. We lopen langs de lange-jurken-dames en geven ze een compliment voor hun elegante outfit. De feestgangers nemen een afslag en wij gaan naar de museum-ingang.

De schilderijen van Carel Willink vallen nogal tegen. Het zijn er niet zo veel en de meeste zijn vrij saai. Maar er is ook een zaaltje met een paar prachtige jassen van ontwerpster Fong Leng en de verrassing is een expositie met kijkdozen, kamers en video’s van een karton-kunstenares. Geweldige, complete minikamers van karton die ook weer als achtergrond dienen in wonderlijke, grappige filmpjes. 

Dit kleine museum is perfect om als tussendoortje op een fietsdag te bezoeken. We komen er glimlachend uit, fietsen het laatste stukje terug naar Vorden en zijn precies op tijd thuis. Daar heeft I. net pizza’s voor ons  gehaald. Goed geregeld, en zo krijgen we zelfs als pensionado’s het echte vakantiegevoel.



zondag 12 oktober 2025

Drukke tandartspraktijk


Behandelkamer tandarts

Mijn afspraak bij de tandarts is om vijf voor 9 ’s morgens. Ik moet ik me haasten om op tijd te zijn. In zeven minuten fiets ik naar de praktijk, waar ik me precies om vijf voor negen registreer ‘aan de paal’.

Op gepaste afstand van elkaar zitten er al vier mensen op de bankjes in de wachtkamer.  We wachten. Af en toe komt er een tandarts of een assistente de lange gang door om iemand te halen.  Mij niet.
Er staat een bordje bij het tijdschriftenrek: ‘Als u al langer dan vijftien minuten moet wachten, kom dan even naar de balie.’  Na twintig minuten ga ik vragen of er iets niet klopt. De receptioniste gaat even informeren en verzekert me dat ik ieder moment geroepen kan worden.

En jawel, een minuut later kan ik terecht bij Faust, mijn favoriete tandarts. Terwijl we door de gang naar de behandelkamer lopen, zeg ik dat het geen best begin is als je zo vroeg op de dag al zo uitloopt. Faust knikt en verontschuldigt zich. Dan vertelt hij dat het tegenwoordig steeds drukker is in de praktijk. “Patiënten wachten steeds vaker te lang met een behandeling die eigenlijk nodig is en dan wordt het ineens een spoedgeval dat tussendoor moet.”

Ik vraag of dat komt omdat mensen het misschien niet kunnen betalen, maar hij denkt dat het vooral een kwestie van mentaliteit is. Mensen vinden dat ze alles zelf wel kunnen bepalen. Dus wordt een advies vaak niet opgevolgd.

Intussen zit ik in de tandartsstoel. Faust praat verder. “En verder zijn wij de enige praktijk in de gemeente waar asielzoekers terechtkunnen. Alle anderen weigeren dat. Sja, het is af en toe een beetje gedoe met vertaal-apps en zo, maar die mensen moeten toch ook geholpen worden.”

Onder het praten door heeft hij de stoel achterover laten zakken en hij pakt het gereedschap om mijn gebit te gaan controleren. “En die uitlooptijd halen we niet meer in. Want voor jouw behandeling moet ik ook gewoon netjes de tijd nemen.”
Dat doet hij. En dan zegt ie tevreden dat ik mijn gebit netjes bijhoud en dat ik over een half jaar een nieuwe afspraak krijg.

De stoel gaat weer omhoog en ik wandel naar de balie voor de afspraak. “Maakt het uit bij welke tandarts?” vraagt de receptioniste. “Ja, bij Faust graag,” zeg ik. Want hij is niet alleen een prima tandarts, maar hij heeft ook zijn hart op de goeie plek zitten. En zo’n half uurtje extra wachten neem ik dan graag voor lief.

 

zondag 5 oktober 2025

Applaus voor de afzwemmers

kinderen in het water langs de rand van een zwembad
‘Ik wacht op je bij het zwembad,’ appt mijn vriendin N.  Om kwart over twee zwemt haar 7-jarige dochtertje T. af, maar ze zijn al vroeg op weg. Ik trek snel mijn zwempak aan onder m’n kleren en fiets naar het zwembad. 

N. heeft me door de glazen deur aan zien komen en komt me buiten begroeten. In de hal staan haar oudere dochter en de kleine A. Ze trekken me mee naar de wachtruimte met stoeltjes en tafeltjes, waar we onze schoenen uittrekken. T. staat  in haar roze badpak met ruches bedremmeld vlakbij haar moeder. 

Toen T. haar A-diploma haalde, nog geen drie maanden geleden, was er een misverstand: moeder N. had niet begrepen dat er een grappig ritueel bestond: elk afzwemmend kind mocht na het zwemmen en vóór de diploma-uitreiking mama of papa van de rand in het water duwen. Dat mislukte dus voor T. en die was ontroostbaar.

Omdat N. niet zeker is van haar zwemkunst en bovendien niet in badpak zou verschijnen met vaders in de buurt, beloofde ik als surrogaat-oma mee te gaan bij het B-diploma. 

Maar T. kijkt niet op als ik hallo zeg en klampt zich ineens in tranen aan haar moeder vast. 
Gelukkig heeft ze een doortastende zwemjuf. Die pakt haar vriendelijk maar vastberaden bij de hand en brengt haar naar de rij kinderen die al in badpak klaarstaan. Wij supporters zoeken een plekje langs de kant tussen heel veel anderen. 

Het is lang geleden dat mijn eigen kinderen hun diploma’s haalden en ik kijk met verbazing hoe het nu gaat. Eerst lopen de afzwemmers in een rij langs het publiek, dat gevraagd wordt te applaudisseren. 
Het is het eerste van vele applausrondes. Ieder kind dat onder een mat door is gezwommen krijgt een applaus. Er wordt geklapt na een paar banen schoolslag-heen-rugzwemmen-terug, applaus voor watertrappelen, applaus voor het beruchte ‘duiken door het gat’ en tenslotte voor een half baantje borst- en rugcrawl. 

Dan is het afzwemmen klaar en kondigt de badmeester aan dat elk kind een ouder van de rand het water in mag duwen. Ik wacht tot T. me een duwtje geeft, maar ze is zelf al enthousiast van de kant gesprongen, dus spring ik maar achter haar aan. Plagerig laat de badmeester ons een aardig tijdje watertrappelen (‘zijn jullie al moe?’) en dan moet iedereen snel afdrogen en aankleden, want over tien minuten worden de diploma’s uitgereikt. 

N. bedankt me hartelijk en buiten gaat T. samen met mij en haar diploma op de foto. Trots en blij. En al was het maar voor een paar minuutjes watertrappelen. Ik ben tevreden dat ik ben meegegaan. 

maandag 29 september 2025

Omfietsen

Ik heb de wind mee als ik naar mijn vriendin K. fiets. Windkracht vier, dat gaat lekker vlot. Op de terugweg wordt dat flink trappen, maar ik heb tenslotte een elektrische fiets, dus dat komt wel goed. Twee kilometer voordat ik bij de woonboot van K. ben, staan langs de dijk een kleine twintig notenbomen op een rij.  Wat ik hoopte blijkt te kloppen; met deze wind valt er wat te rapen. Moeiteloos verzamel ik een zak vol noten. 

Een kilometer verder. Na de volgende bocht ligt de boot waar ik moet zijn. Maar dwars over de dijk staan onaangekondigd over de hele breedte metalen hekken met een rood-wit lint eraan. Niet leuk. Omdat mijn ervaring is dat er op de fiets haast altijd wel een sluip-paadje te vinden is, trek ik één van de hekken een klein stukje open, duw m'n fiets door de kier en zet het hek netjes terug.  

Maar twintig meter verderop is de weg echt helemaal opengebroken. Op een bulldozer zit een man die me in het oog krijgt. Ik sta op het punt om te draaien als hij boos tegen me roept: TERUG! En nog een keer nóg wat harder: TERUG!!! Met een gestrekte wijsvinger wijst hij aan waar ‘terug’ is. Alsof ie het tegen een hond heeft. “Hoe ben je door die afzetting gekomen?” 

Ik haal mijn schouders op en draai om. Oké, ik zit verkeerd, maar daarom hoeft ie nog niet zo tegen me te schreeuwen. Opnieuw schuif ik het hek een stukje open. Erachter staat een andere wegwerker die langs me loopt, door het geopende hek. Zonder commentaar schuift hij het tussen ons dicht.  

En nu? Een halve kilometer terug, van de dijk af, het dorp door, zoeken waar ik de dijk weer op kan achter de afsluiting. Dat is een eind ná de woonboot, dus ik krijg een voorproefje van de tegenwind van de terugweg. Ik mopper in mezelf over de fiets-onvriendelijke afzetting.  

K. woont op een plekje aan een rivier-arm van de Waal dat tot voor kort fantastisch was. Vanuit de ramen van de boot is het uitzicht altijd anders. Het water dat in hoogte wisselt, de vogels, het eiland aan de overkant waar je soms een stuk strand ziet en waar soms de wilgen tot hun knieën in het water staan. Dat uitzicht is er nog steeds als je maar de goede kant op kijkt. Aan de andere kant is al het groen verdwenen en wacht een zandvlakte op het komende bouwproject. Dat is ook de reden van de wegafzetting. Niets aan te doen.  

De deur van de woonboot is open. K. en ik begroeten elkaar hartelijk. We hebben het niet over bouw- en sloopwerkzaamheden maar drinken koffie, lezen elkaar boekfragmenten voor, lunchen, praten en kijken de goede kant op naar buiten. Tot de dag is omgevlogen en ik weer op mijn fiets stap. Tegen de wind in terug. De noten laat ik achter. Op de terugweg vind ik wel weer nieuwe.  

dinsdag 23 september 2025

De mooiste dijk van Nederland

Bijna een jaar geleden schreef ik in een blogpost dat ik begonnen was aan een boek over de geschiedenis van VLB. Daar ben ik nooit op teruggekomen, maar dat betekent niet dat het niet gelukt is. 

Stapeltje exemplaren van het boek "De mooiste dijk van Nederland"
In juni was het boek klaar. "De mooiste dijk van Nederland; 50 jaar vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen". Voorzien van veel foto's, van voor naar achter meegelezen en geredigeerd, mooi opgemaakt en naar de drukker gestuurd. 

Toen lag er een doos vol Mooiste Dijken te wachten tot de geschikte datum om het eerste exemplaar aan de burgemeester aan te bieden. Het beste moment bleek pas in augustus aan te breken. De gelegenheid was een lezing over de toekomst van onze bloemrijke dijken. Een passend onderwerp en een datum waarop de burgemeester kon komen.

Burgemeester Daphne Bergman nam niet alleen het boek in ontvangst, maar bleef de hele avond en was heel geïnteresseerd in de lezing en de vereniging. Na afloop deelden we de boeken uit en natuurlijk bleven er nog een heleboel over. Die zijn nu te koop voor een tientje per stuk. 

Het was een leuke, tijdrovende klus om het te schrijven. Nu zijn er weer andere leuke klussen op mijn pad. Zoals het schilderen van teksten op mooie, houten borden, het maken van een werkbroek met veel zakken, het tekenen van de katten van dochter E. en het bijhouden van de website van VLB. Altijd genoeg te doen. 

zondag 21 september 2025

Nog één vakantieblogje

 (vervolg van "Luxemburg"

Na twee nachten in onze luxe tent verhuizen we naar een veel kleiner maar lekker droog huisje. Om tien uur moeten we uit de tent zijn, maar we hoeven niet tot drie uur 's middags te wachten met inchecken in het huisje. Onze bagage wordt met het golfkarretje regelrecht van de ene naar de andere plek op het vakantiepark gebracht.  

Vandaag gaan we naar Echternach, het oudste stadje van Luxemburg. Er moet een enorme Romeinse villa aan de rand van het stadje liggen, maar die slaan we over. We lopen een tijdje door Echternach, drinken koffie, bekijken de enorme voormalige abdij en besluiten naar de Wolfsschlucht te wandelen. 

Het is geen lange wandeling maar wel eentje die een flink eind omhoog gaat. Langs een smal pad met ronde keien klimmen we gestadig door tot we aan het begin van de kloof staan. Het uitzicht is geweldig. Tussen hoog oprijzende rotsen loopt een kronkelig pad van trappetjes met daar tussendoor steenbrokken, rechtopstaande en omgevallen bomen, mossen en varens.  

Op een informatiebord zie je hoe de kloof ontstaan is door het overhellen en afbreken van een brok van het oorspronkelijke steenplateau. We lopen een klein stukje omlaag tot onderaan het trappetjespad en dan wordt het pas écht klimmen. Het is een imposante plek. Een mens is maar klein als ie naast zo'n enorme rotswand loopt. 

Zodra we terug zijn in ons huisje breekt er een flinke bui los. We hebben eigenlijk de hele vakantie geluk met het weer. De meeste regen valt 's nachts of als we ergens binnen zijn.  

Onze laatste vakantiedag gaan we opnieuw naar de stad Luxemburg. Deze keer naar Musée National d'Histoire et d’Art. En we maken nu een ronde door 'Grund’, de oude benedenstad. Er loopt een riviertje door dat we volgen. We besluiten dat Luxemburg een mooie en bijzondere stad is.  

Nog één nachtje in het kleine huisje en dan is de vakantie om. We rijden vlot terug naar ons eigen fijne huis. Met onze eigen fijne tuin waar de paprikaplant helaas gestorven is van de droogte maar waar de tomaatjes aan de tomatenplant juist rood beginnen te worden. 

Gidsen op de afvalberg

  “Er hebben zich zestien mensen aangemeld,” zegt H. terwijl hij op zijn telefoon kijkt. “Hoe gaan we het doen vandaag? Wil jíj beginnen of ...