vrijdag 8 januari 2010

Benjamin

Vrouwen worden gemiddeld vijf jaar ouder dan mannen. In het verzorgingshuis waar mijn schoonvader woont, is hij de enige man van het huiskamerproject. Vanuit de gang kijken we door het raam van de gezamenlijke huiskamer of hij daar is. Vijf vrouwen zitten om de lage tafel thee te drinken, en in een hoekje zien we het witte hoofd van pa, die in z’n stoel zit te dutten.
We lopen naar binnen en groeten de dames. Op de bank de zus van pa, samen met haar teruggevonden jeugdvriendin, die ze blij voor de vierde keer aan ons voorstelt. Daarnaast in haar rolstoel de slechthorende mevrouw uit Friesland. We geven handen en komen dan bij pa, die we voorzichtig wakker maken. Het duurt een paar minuten voor hij weet welke zoon hij voor zich heeft en dan pas ik ook weer in het plaatje.
We vinden een plaatsje in de kring en krijgen thee. “Koekje erbij?” vraagt de verzorgster. “Och, ik geloof niet dat ik veel in huis heb”, zegt tante zorgelijk. Ze wordt vriendelijk gerustgesteld: er zijn koekjes voor de gasten. Een vlotte twintiger helpt een zesde bewoonster naar binnen en gaat knus tussen de twee vriendinnen op de bank zitten.
“Je gaat steeds meer op je vader lijken”, zegt tante tegen H., die prompt ter vergelijking zijn hoofd vlak naast dat van z’n vader houdt. Er wordt over het weer gepraat. Sneeuw en ijs. Aan de wand hangt de Friese vlag en H. vraagt de Friese mevrouw of ze vroeger veel geschaatst heeft. Nou en of! Ze heeft haar kinderen moeten beloven om niet achter haar rollator het ijs op te gaan. Tante en haar vriendin geven de jonge verzorger een compliment over zijn nieuwe spijkerbroek en tante vindt dat H. toch wel erg op z’n vader gaat lijken. “Jawel”, zegt H. “maar ik ben wel een jonkie hè, ik kom pas kijken.” De dames giechelen. De één is 96, de ander 98. “Dan is pa ook nog een Benjamin hier”, constateert H., “die is pas 91.”
Pa lacht. Hij zegt niet zo veel, maar vindt het allemaal best.
H. is in zijn element tussen de oude dames. Tante vindt hem eigenlijk best op z’n vader lijken, maar dan zonder bril, waarop H. een leesbril uit zijn binnenzak haalt en op zet. Nu vindt iedereen de gelijkenis nog sprekender!
Als we na een uurtje weer opstappen om naar mìjn vader te gaan, geeft m’n schoonpa de groeten mee. We schudden iedereen weer de hand en vertrekken. Zes dames wensen ons een goede terugreis en zwaaien tot we uit zicht zijn. In het hoekje zakt pa z’n witte hoofd weer langzaam op zijn borst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de ...