vrijdag 22 oktober 2010

Ondersteuning

De herfstvakantie valt een beetje ongelukkig uit voor een gezin met scholieren in verschillende regio’s. Zoon J. heeft deze week vrij en gastzoon M. volgende week pas. Ik zou ook graag een weekje vrij nemen, maar weet niet goed wanneer.
Dat probleem lost zichzelf op door verplichtingen op m’n werk. Deze week vrij nemen zit er gewoon niet in.

Op dinsdagavond blijkt M. niet naar school geweest te zijn. Hij is teleurgesteld en gedemotiveerd omdat hij geen boeken heeft, weinig aansluiting heeft met medeleerlingen en een vip-behandeling krijgt van de leraren. Geen verplichtingen, geen sancties… Zo kun je toch niet als een gewone, Nederlandse scholier functioneren.
Ik schrik ervan en we hebben een lang gesprek. Daarna formuleer ik zorgvuldig een mail naar de school om het probleem extra onder de aandacht te brengen.

Woensdag ben ik thuis. Op het programma van J. staat vandaag een boekverslag dat na de vakantie ingeleverd moet worden. Het boek is uit, maar hij vindt het erg moeilijk om een samenvatting te formuleren. “Probeer maar eens om mij te vertellen waar het boek over gaat”, help ik hem op weg. Dat doet hij. Vervolgens gaat hij boven achter de computer zitten om het op te schrijven. Maar ik ken mijn pappenheimer. Regelmatig ga ik even kijken of hij zich niet door van alles laat afleiden. Af en toe zit ie vast en help ik hem weer op weg.
Tussendoor heb ik een telefoongesprek met de contactpersoon van M. over het boekenprobleem en hoe we dit zo snel mogelijk op kunnen lossen.

’s Avonds na het eten bel ik m’n vader. Hij heeft de hele dag niemand gesproken en is somber. Ik probeer hem een beetje op te peppen en luister naar zijn gebruikelijke verhaal. Als ’s avonds de hulp is geweest voor zijn steunkousen en medicijnen doet hij de televisie uit en realiseert zich dat hij alleen is. Er is niemand anders meer in huis. En iedere dag opnieuw verwart en verbaast hem dat. Hij hoeft niemand te vragen of het licht uit kan en moet gewoon zelf, alleen, gaan slapen.
Ik neem met hem door welk bezoek hij deze week gehad heeft en nog kan verwachten. Vertel hem wanneer ik weer kom en hoop dat hij zich na ons gesprek wat minder eenzaam voelt.

Als ik met een zucht de telefoon neerleg, legt H. z’n hand op mijn rug. “Dat heb je weer goed gedaan.” Zegt ie. “Je bent deze week flink bezig met opvoeden en ondersteunen. Sommige mensen vragen een PGB aan voor dit soort hulp.” En even later krijg ik een lekkere kop koffie van hem.
En dat is dan weer míjn persoonlijke ondersteuning.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Doe-lijstje

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras. H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt vee...