vrijdag 14 maart 2014

Begrafenis in Ransdorp

Het is fijn dat m’n broer en schoonzus me komen ophalen bij het station. Mijn trein is op tijd en zij ook; het is pas half 10 als we bij de kerk van Ransdorp aankomen. We blijven een tijd in de auto zitten, want het is koud buiten.

Tegen kwart over tien stappen we uit en lopen om de kerk heen. Voor de ingang staan kleine groepjes mensen en verderop in het straatje zien we juist de auto met de kist aankomen. Letterlijk stapvoets, want voor de wagen uit loopt de naaste familie van de overledene.
Als we de kleine kerk binnengaan, is er nog net een bankje voor ons vrij. Voor nog volgende binnenkomers worden klapstoeltjes aangedragen die er vrij gammel uitzien. Ze moeten even later weer opzij als de kist binnengedragen wordt met m’n oude ome Jaap, omringd door zijn kleinzoons. We staan voor hem op.
Voor in de kerk staat een kleine vrouw te wachten tot iedereen op z’n plaats zit. “Een vrouwelijke dominee…” zegt mijn schoonzus fluisterend, “of is ze van de uitvaartdienst?”
De jonge vrouw is inderdaad de dominee. Dat is overduidelijk zodra ze haar mond open doet. Met een zalvende stem die me aan lang geleden doet denken, heet ze ons welkom. “De kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, de verdere familie, de dorpsgenoten.” Ze spreekt over de overledene met alleen zijn achternaam, wat vreemd afstandelijk klinkt. Dan wordt er gezongen. Liederen uit de bundel “Johannes de Heer”, die mijn oom zelf heeft uitgekozen.
Dat vertelt mijn neef, zijn oudste zoon, als die even later het woord krijgt. Hij vertelt ook dat zijn vader bij de begrafenis geen preek met mooie verhalen over hemzelf wilde. Nee, het moest gaan over Jezus. Van die taak kwijt de vrouwelijke dominee zich op gedragen toon.
Mijn gedachten dwalen terug naar afgelopen herfst, toen ome Jaap zijn 90e verjaardag vierde. Oud en broos zat hij toen te genieten. Iedereen die hem kwam feliciteren keek hij aandachtig aan om zeker te weten wie hij voor zich had. Achteraf gezien was het een afscheid van iedereen. Nu komen we hem de laatste eer bewijzen.
Als de preek is afgelopen, zucht mijn schoonzus naast me opgelucht. “Dit is de meest christelijke begrafenis die ik ooit heb meegemaakt”, fluistert ze. Ze komt zelf niet uit een gelovig nest en ik probeer me voor te stellen hoe je dán tegen zo’n kerkdienst aankijkt
Op het kleine kerkhof naast de kerk wordt ome Jaap na de dienst begraven en dan is er koffie en kunnen we onze neven en nichten condoleren.
Gehuild wordt er niet. Er heerst de typische, weemoedige sfeer die hoort bij een begrafenis van iemand die klaar was met z’n leven. Het is een goede gelegenheid om familie te ontmoeten die je verder niet zo vaak ziet.

Na genoeg condoleances, gesprekken en broodjes brengt mijn broer me weer naar de veerpont achter het Centraal Station van Amsterdam. Intussen is het mooi weer geworden. Met mijn gezicht naar de zon op de pont voelt het bijna als een lekker dagje uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Verdriet

In mijn droom ben ik een weekend met familie op vakantie. Een vaag gezelschap, waarvan ik vooral mijn moeder meemaak. Ik sta samen met een p...