Het is fijn dat m’n broer en schoonzus me komen ophalen bij
het station. Mijn trein is op tijd en zij ook; het is pas half 10 als we bij de
kerk van Ransdorp aankomen. We blijven een tijd in de auto zitten, want het is
koud buiten.
Tegen kwart over tien stappen we uit en lopen om de kerk
heen. Voor de ingang staan kleine groepjes mensen en verderop in het straatje
zien we juist de auto met de kist aankomen. Letterlijk stapvoets, want voor de
wagen uit loopt de naaste familie van de overledene.
Als we de kleine kerk binnengaan, is er nog net een bankje
voor ons vrij. Voor nog volgende binnenkomers worden klapstoeltjes aangedragen
die er vrij gammel uitzien. Ze moeten even later weer opzij als de kist
binnengedragen wordt met m’n oude ome Jaap, omringd door zijn kleinzoons. We
staan voor hem op.
Voor in de kerk staat een kleine vrouw te wachten tot
iedereen op z’n plaats zit. “Een vrouwelijke dominee…” zegt mijn schoonzus
fluisterend, “of is ze van de uitvaartdienst?”
De jonge vrouw is inderdaad de dominee. Dat is overduidelijk
zodra ze haar mond open doet. Met een zalvende stem die me aan lang geleden
doet denken, heet ze ons welkom. “De kinderen, kleinkinderen,
achterkleinkinderen, de verdere familie, de dorpsgenoten.” Ze spreekt over de
overledene met alleen zijn achternaam, wat vreemd afstandelijk klinkt. Dan
wordt er gezongen. Liederen uit de bundel “Johannes de Heer”, die mijn oom zelf
heeft uitgekozen.
Dat vertelt mijn neef, zijn oudste zoon, als die even later het woord krijgt. Hij vertelt ook dat zijn vader bij de begrafenis geen preek met mooie verhalen over hemzelf wilde. Nee, het moest gaan over Jezus. Van die taak kwijt de vrouwelijke dominee zich op gedragen toon.
Dat vertelt mijn neef, zijn oudste zoon, als die even later het woord krijgt. Hij vertelt ook dat zijn vader bij de begrafenis geen preek met mooie verhalen over hemzelf wilde. Nee, het moest gaan over Jezus. Van die taak kwijt de vrouwelijke dominee zich op gedragen toon.
Mijn gedachten dwalen terug naar afgelopen herfst, toen ome
Jaap zijn 90e verjaardag vierde. Oud en broos zat hij toen te
genieten. Iedereen die hem kwam feliciteren keek hij aandachtig aan om zeker te
weten wie hij voor zich had. Achteraf gezien was het een afscheid van iedereen.
Nu komen we hem de laatste eer bewijzen.
Als de preek is afgelopen, zucht mijn schoonzus naast me
opgelucht. “Dit is de meest christelijke begrafenis die ik ooit heb
meegemaakt”, fluistert ze. Ze komt zelf niet uit een gelovig nest en ik probeer
me voor te stellen hoe je dán tegen zo’n kerkdienst aankijkt
Op het kleine kerkhof naast de kerk wordt ome Jaap na de
dienst begraven en dan is er koffie en kunnen we onze neven en nichten
condoleren.
Gehuild wordt er niet. Er heerst de typische, weemoedige sfeer die hoort bij een begrafenis van iemand die klaar was met z’n leven. Het is een goede gelegenheid om familie te ontmoeten die je verder niet zo vaak ziet.
Gehuild wordt er niet. Er heerst de typische, weemoedige sfeer die hoort bij een begrafenis van iemand die klaar was met z’n leven. Het is een goede gelegenheid om familie te ontmoeten die je verder niet zo vaak ziet.
Na genoeg condoleances, gesprekken en broodjes brengt mijn
broer me weer naar de veerpont achter het Centraal Station van Amsterdam.
Intussen is het mooi weer geworden. Met mijn gezicht naar de zon op de pont
voelt het bijna als een lekker dagje uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten