Voor ons personeelsblad heb ik een interview gehouden met
collega M. die haar twaalf en een half jarig jubileum vierde. Het werd een
gesprek over haar werk, maar ook over persoonlijke dingen zoals wat ze in haar
vrije tijd graag doet.
Tijdens het interview liet ze zich kritisch uit over een
project dat volgens haar niet goed aangepakt was door het management. Een
beetje zorgelijk vroeg ze zich daarna af of dat zo wel in het personeelsblad
kon.
“Een beetje kritiek moet toch kunnen,” vonden we allebei.
Ik beloofde dat ik het zorgvuldig zou verwoorden en dat ze het stuk vóór de
publicatie te lezen kreeg om te checken of ik haar goed had geciteerd. Dat
gebeurde en met haar toestemming ging het artikel naar de drukker.
Een paar weken later. Het personeelsblad is uitgedeeld en
ik blader het tevreden door. Er staan een paar leuke artikelen in en de column
van mijn blinde collega is weer leuk. Dan gaat het tijdschrift in mijn la en
het werk gaat door. Later die week gaat er een mail rond van de postkamer. Er
moet met spoed een grote zending cd’s de deur uit, die allemaal met de hand in
een speciaal hoesje moeten worden verpakt. Iedereen die een uurtje kan missen,
wordt gevraagd om even te komen helpen. Ik heb geen dringende deadlines en loop
naar beneden om mijn hulp aan te bieden.
We zitten rond een paar tafels vlak bij de koffieautomaat met een paar mensen een tijdje ijverig in te pakken als M. langsloopt om koffie te halen. Als ze met een paar volle bekertjes koffie terug loopt, kijkt P. van de postkamer haar na. “Daar gaat ze, de kroegtijger,” zegt hij. Twee tellen ben ik verbaasd, dan weet ik waar hij het over heeft. In het interview heeft ze ook gezegd dat ze graag op stap gaat, naar de kroeg. Ik schiet in de lach: “Het is maar net wat je bijblijft uit zo’n interview”, zeg ik.
“Nou ja,” zegt P. verdedigend. “Ik heb het onthouden
omdat ik dat helemaal niet van haar had verwacht!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten