Voordat we in oktober naar Peru gingen, hadden we de gewoonte ontwikkeld om elke zondagmorgen een eind te wandelen. De laatste vijf, zes weken waren dat stevige wandelingen met zoveel mogelijk hoogteverschillen (voor zover dat in Nederland bestaat).
Sinds we terug zijn van die vakantie, zijn onze zondagen aanmerkelijk luier en vandaag vinden we dat we maar weer eens iets buiten moesten gaan doen. Het wordt een fietstochtje naar Nijmegen, langs plekken waar we niet zo vaak komen. We zwerven in de buurt van het Goffertpark rond en komen uit op de Weg naar Jonkerbos, waaraan het Jonkerbos Oorlogskerkhof ligt.
“Dat heb ik nou eigenlijk nog nooit bezocht”, zegt H.
“Wil je er nĂș naartoe?” vraag ik en na een korte aarzeling besluit hij dat we dat best even kunnen doen. We steken de weg over en zetten onze fietsen neer tegen het lage hek. Het kerkhof ligt er verlaten bij. “Jonkerbos War Cemetry” staat op een bordje bij het hek, dat gewoon open kan.
Achter een open stenen bouwwerk ligt een weids grasveld met verschillende rijen graven. Het kerkhof is vanaf de weg wel zichtbaar, maar nu we het hek door zijn, zien we pas hoeveel van die witte stenen er staan. We lopen langs de rijen. Op sommige stenen staat alleen maar dat er een soldaat ligt, zonder naam, maar op de meeste stenen staan naam, rang en regiment van de dode. En de leeftijd! Het zijn vrijwel allemaal jonge mannen, jongens vaak nog, van 19 of 23. Jonger dan onze kinderen.
De afgelopen weken heb ik me voor m’n werk verdiept in de biografie van Roald Dahl die gevechtspiloot was in de tweede wereldoorlog. Hij heeft verhalen geschreven over die periode, waarin ik las hoe de piloten zich klaarmaken om te vliegen en een paar uur later zitten te wachten hoeveel van hen deze keer niet meer terugkeren. Dat waren deze mannen, die hier onder al die rijen witte stenen liggen.
Het kerkhof is netjes bijgehouden, de graskantjes strak afgestoken. In het open gebouwtje staan banken voor bezoekers en we stellen ons voor hoe de steeds oudere familieleden van de gesneuvelden zo’n plek hard nodig hebben na een bezoekje aan een graf. Achter een deurtje ligt een register, een boek waarin iedereen iets kan opschrijven. Op het plakkaat aan de andere muur lezen we dat hier 1629 militairen van het Britse gemenebest begraven liggen en dan nog 13 van andere nationaliteiten. Allemaal gesneuveld in de tweede wereldoorlog.
Zwijgend lopen we terug naar het hek. Dat was een ongeplande, maar indrukwekkende onderbreking van ons fietstochtje. We stappen weer op de fiets en rijden na een tijdje weer naar huis. Moeten we vaker doen, gewoon even naar buiten op een zondagmorgen. Dan zie je nog eens wat.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Ja, daar word je stil van..
BeantwoordenVerwijderenje leven geven, zou ik het doen?