Een gast en een vis blijven drie dagen fris.
Dat is een gezegde waar ik deze week regelmatig aan moet denken. Vanaf vorige week is .ons huishouden uitgebreid van drie naar vijf personen. Dochter E. en haar vriend komen een tijdje bij ons terwijl ze op zoek zijn naar een woning in Den Haag.
De ervaring leert, dat langdurig verblijf van E. hier vaak aanvaringen geeft. Ze woont al vier jaar op zichzelf en heeft zo haar eigen gewoontes. Dagelijkse vanzelfsprekendheden worden een discussiepunt.
Hoe gooien we het keukenafval weg en kan dat niet handiger? Gebruiken we halfvolle melk of magere? Hoe lang na de houdbaarheidsdatum wordt eten definitief afgekeurd? Hoe lang draag je kleding voor het in de was gaat? Gaat er wasverzachter bij of niet?
En dan hebben we het nog niet gehad over het verdelen van huishoudelijke taken.
Tot nu toe gaat het erg goed. Omdat de inwoners niet vroeg op hoeven, lopen we elkaar ’s morgens niet in de weg in de badkamer. We eten gezellig samen en op dagen dat wij werken, wordt er voor ons gekookt.
Ik probeer het huis extra opgeruimd te houden. In de keuken merk ik goed dat meer mensen meer afval produceren. Op een hoekje van het aanrecht staan voortdurend lege pakken van sap of ijsthee waar kleine rommeltjes in – en naast – gegooid worden en de bak voor plastic afval is altijd vol.
Vandaag ben ik het even helemaal zat. De gisteren geleegde plastic-bak staat half open omdat iemand er een paar grote verpakkingen heeft ingepropt. Daar bovenop zijn nog wat losse dingetjes gelegd zodat de boel er uit komt vallen als het deksel helemaal open gaat.
Ik laat m’n huisgenoten weten, dat nu maar eens iemand anders die bak buiten mag gaan leeggooien (het regent ook nog vandaag) want dat ík het dus niet doe! Er wordt beledigd gereageerd. “Ik kan er ook niks aan doen hoor.” en “Die bak is ook te klein”. “Onzin”, foeter ik. “Een grotere bak moet óók geleegd worden, en dan zal het ook wel aan mij overgelaten worden.”
De volgende die iets plastics heeft weg te gooien propt het tóch nog bij de volle bak in. Ik kan dat gepuil niet uitstaan, maar kijk een andere kant op. Ik ga een stukje schrijven en vergeet het plastic.
Een uurtje later komt er een zoete geur uit de keuken. Mijn dochter is een appeltaart aan het bakken. Demonstratief komt ze bij me langs met een bakje vol appelschillen. “Dit gooi ik even buiten in de compostbak”, deelt ze mee. Ik moet lachen. Meestal vermijdt ze de compostbak omdat die stinkt.
Vanavond hebben we dus appeltaart bij de koffie. Lekker. Maar ik ben wel benieuwd wie nou uiteindelijk dat plastic naar buiten gaat brengen.
zondag 9 oktober 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten