zondag 25 maart 2012
De Nieuwe IJstijd
De voorstelling begint al om 19.00 u. en het is duidelijk waarom: een groot deel van het publiek bestaat uit jonge gezinnen. Kinderen van alle leeftijden zitten nieuwsgierig in de theaterzaal om zich heen te kijken. Sommige echt wel jonger dan de 8+ uit het boekje.
Maar er zijn ook bezoekers zonder kinderen. Marten Toonder schreef voor alle leeftijden. “De Nieuwe IJstijd” begint met een getekende storm op drie grote panelen. In het donker, met veel geraas.
De panelen zijn de hele voorstelling als een interactieve Bommel-strip aanwezig. Er zijn maar drie spelers: een forse Ollie B. Bommel, een kleine, frĂȘle Tom Poes en een duizendpoot die de schurkachtige professor Sickbock neerzet, maar ook nog een aantal andere personages.
Het verhaal is eenvoudig. De slechterik Sickbock verandert de stand van de aarde, waardoor de polen ontdooien en hij daar bodemschatten kan weghalen. Bommel en Tom Poes weten dat plan te verijdelen.
De manier waarop met drie spelers, een paar requisieten en drie (steeds veranderende) strip-panelen gespeeld wordt, is knap. Op een leeg toneel wordt met grote bewegingen door diepe sneeuw gelopen, van een helling geskied en met een bordkartonnen auto (de Oude Schicht) heen en weer gereden.
Vooral Tom Poes heeft de lichaamstaal die we kennen van de plaatjes, tot aan het geheven vingertje en de ene opgetrokken wenkbrauw als hij een list verzint.
Doordat spelers tussen de panelen door naar achteren kunnen, en soms in getekende vorm op zo’n paneel terugkomen, heeft de voorstelling de sfeer van een stripverhaal. De verzuchtingen van “Heer van stand” Bommel en de gedragen uiteenzettingen van Sickbock zijn letterlijk de taal van Toonder, zoals hij die in 1947 opschreef. Toch is het verhaal voor iedereen goed te volgen.
Natuurlijk komt de aarde weer terug in z’n goede stand. Met veel gedender, geschud en lichteffecten. Heer Bommel en Tom Poes komen veilig thuis en er wordt een eenvoudige, doch voedzame maaltijd genuttigd.
Het slotbeeld op het middelste decor-paneel is het verstripte hoofd van Marten Toonder.
Na een lang applaus hoor ik een vader eerbiedig aan zijn kleine zoon uitleggen wie die man op de tekening is.
In het jaar dat hij 100 zou zijn geworden, maakt weer een nieuwe generatie kennis met zijn werk. Marten Toonder is nog springlevend.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten