Mijn fysiotherapeute gaat met pensioen. Ik ken haar al
sinds ik bij haar zwangerschapsgym deed, 24 jaar geleden. Sindsdien komen we
elkaar regelmatig tegen bij het boodschappen doen en maken dan een praatje. Als
iemand van ons gezin fysiotherapie nodig heeft, gaan we naar haar en nu mijn
arm nog steeds niet helemaal bekomen is van acht weken gips, kom ik weer
regelmatig in haar praktijk.
De laatste keer vertelde ze dat ze met pensioen gaat.
Ik was verrast, want ik wist niet dat ze al tegen de 65
liep.
Ze zei dat ze het eens allemaal op een rijtje gezet had
en tot de conclusie gekomen was dat het kon. Dat het eigenlijk een gunstig
moment was om met haar praktijk te stoppen.
Of ze het niet zou missen, vroeg ik. Maar nee, ze had
haar werk altijd erg leuk gevonden, maar nu vond ze het toch wel heerlijk om
gewoon dingen in en om het huis te kunnen doen, wat vaker met vakantie te gaan en tijd
hebben voor de kleinkinderen.
Nadenkend fietste ik naar huis. Dat iemand die haar werk
met zo’n kennelijk plezier doet zo blij kan zijn om met pensioen te gaan... Ik
kan me niet zo goed voorstellen dat ik liever zou stoppen met werken. Vakantie
is heerlijk, maar juist omdat het tijdelijk is, lijkt mij.
Twee dagen later. Samen met H. loop ik over de vrijmarkt
te slenteren. We neuzen bij de kraampjes, kopen hier en daar een boek en komen
af en toe bekenden tegen. Eén van die bekenden is L. We hadden hem al een tijd
niet gesproken en hij vertelt blijmoedig dat ie al bijna twee jaar met pensioen
is. “En hoe bevalt dat?” vraag ik hem. Ik weet dat hij leraar op een school met
moeilijke leerlingen was met veel hart voor zijn werk. Tot mijn verbazing
vertelt hij dat ie het werken niet mist. Nee, hij geniet van zijn vrije tijd en
zijn hobbies.
“Ik kon het nooit begrijpen”, zegt hij, “van oudere
collega’s die met pensioen gingen... dat ze er ineens naar uitkeken om te
stoppen. Maar nu heb ik gemerkt dat het bij mij ook zo werkte. Als de datum
eenmaal in zicht komt, hoef je ineens niet meer zo nodig.”
Hij ziet er al net zo tevreden uit als mijn
fysiotherapeute.
Natuurlijk geloof ik hem, maar ik moet ineens wel erg
denken aan het boek “De vrouwen van Stepford” van Ira Levin. De vrouwen van het
stadje Stepford doen met grote hartstocht het huishouden, en niets anders dan dat.
Nieuwkomer Joanna houdt helemaal niet van huishoudelijke taken en begrijpt niet
dat bijna al die vrouwen zo zijn. Ze praat erover met de twee enige vriendinnen
die ze er vindt, maar na een tijdje blijken die de een na de ander ook in een
huishoudrobot veranderd te zijn. Tenslotte zien we vanuit een ander perspectief
dat ook Joanna zich aanpast.
Het gaat vanzelf. Het doet helemaal geen pijn, en als je
eenmaal de knop hebt omgezet, blijk je daar heel tevreden van te worden.
Misschien komt dat allemaal ooit nog, maar nu vind ik het vooral een beetje griezelig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten