We lopen door het grote tuincentrum, op zoek naar wat
plantjes voor in de potten op het terras.
In een nieuwe, bruine pot willen we verschillende soorten
vetplantjes zetten. En dat brengt ons meteen op het idee voor een kadootje.
Voor onze jarige buurvrouw kunnen we ook wel een mooie schaal vullen met kleine
plantjes.
De planten zijn duur. Kleine, vierkante potjes met
vrouwenmantel, een plant die zich in onze tuin rijkelijk vermeerdert, kosten al
gauw drie euro. Hetzelfde geldt voor campanula’s, penningkruid en kruipend
zenegroen.
Als je onze achtertuin in vierkantjes ter grootte van de potjes bij het tuincentrum verdeelt, en elk vierkantje telt voor drie euro, dan hebben we een flink kapitaal achter ons huis liggen.
Als je onze achtertuin in vierkantjes ter grootte van de potjes bij het tuincentrum verdeelt, en elk vierkantje telt voor drie euro, dan hebben we een flink kapitaal achter ons huis liggen.
We zetten aarzelend een paar dingen in de winkelkar en
mopperen dat het eigenlijk niet leuk meer is, zoveel geld voor een paar
plantjes, die niet eens altijd even florissant zijn.
Bij de vetplantjes lopen we een tijd rondjes. We vinden
niet dezelfde dingen mooi en proberen het eens te worden over de keus. Als we
voor de tweede keer een rijtje plantjes omwisselen voor andere spreekt een
vrouw ons aan.
“Als jullie vetplantjes willen kopen...”
Ze komt wat dichter bij, kijkt om en dempt haar stem.
“Dan weet ik een plek waar je ze veel goedkoper kunt
krijgen.”
Ze vertelt dat er in een wijk iets verderop een vrouw
woont die als liefhebberij vetplantjes kweekt en die gewoon in haar voortuin
verkoopt voor twee kwartjes.
“Als ze niet thuis is, kun je het geld gewoon in de
brievenbus gooien.”
Ze legt uit waar de vrouw woont maar kan niet vertellen
hoe de straat heet. “Een gewoon rijtjeshuis is het. Je ziet het vanzelf.”
We besluiten dat we er best even kunnen gaan kijken en
zetten onze zorgvuldig uitgekozen verzameling terug in de bakken. “U bent wel
slecht voor de klandizie hier”, grinniken we. Maar vervolgens zoeken we een
extra mooie bloembak voor het kadootje en we nemen nog wat tuinkruiden en een
peperplant mee.
Dan stappen we op onze fietsen en gaan op
zoek naar de particuliere vetplantjesverkoop. We moeten even zoeken,
maar dan zien we het. In de tuin van een gewoon rijtjeshuis staan aan
weerszijden van een smal paadje meters lange, verhoogde bakken vol plantjes. Ze zien
er goed verzorgd uit en volgens een keurig, handgeschreven bordje kosten ze
vijftig cent per stuk.
We zoeken er zo veel uit als er in de fietstas passen en
staan op het punt om geld in de brievenbus te gooien als de deur opengaat en de
bewoonster naar buiten komt. We vertellen haar hoe we in het tuincentrum getipt
werden en dat het toch wel erg leuk is wat ze allemaal in haar tuin heeft
staan. En van dat geld in die brievenbus. Dat zoiets nog kan in deze tijd.
Ze zegt dat er wel eens mensen zonder betalen iets
meenemen, maar dat het zo jammer is om je daardoor te laten bepalen. “Nou, wij
worden hier helemaal vrolijk van”, verzekeren we haar. “We komen vast nog wel
eens terug!”
Het is maar tien minuten fietsen naar huis. Daar zetten
we meteen alle nieuwe aanwinsten in de potten. De mooisten gaan in de schaal
voor de buurvrouw, en die is echt blij met haar kadootje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten