“Heeft iedereen z’n tas in een kluisje gedaan? Volg mij
maar deze gang in. Mensen die een bril op hebben mogen die hier achterlaten.
Binnen heb je hem niet nodig. Zijn alle telefoons uit? Dan gaan jullie nu door
deze deur naar binnen en daar zul je je gids ontmoeten. Veel plezier.”
We staan met z’n zessen in een kleine ruimte. Als de deur
dicht gaat, zien we ergens nog een klein streepje licht, maar dat zal straks
ook verdwijnen.
Een blinde gids staat ons op te wachten. Ze stelt zich aan ons voor
en vindt in het donker één voor één onze handen om te schudden. Dan gaan we op
pad door de onzichtbare ruimte. In één hand een blindenstok, de andere hand
tastend langs de muur die ons hier als houvast kan dienen.
Ineke heet onze gids. Ze heeft een stevige, vrolijke stem
waarmee ze ons voortdurend de weg wijst, geruststelt, aanwijzingen geeft,
grapjes maakt en steeds laat weten dat ze in de buurt is.
Ons groepje doet de
‘vakantie’ rondleiding. We gaan naar Italië, zo vertelt Ineke. Dat doen we met
het vliegtuig, en nu zijn we op weg naar de band waar de koffers aan zijn
gekomen. Na een paar meter moeten we de veilige muur loslaten en voel ik voor
me de ‘band’ met bagage. Ik herken een grote koffer, een kleinere koffer en dan
voel ik iets dat ik niet thuis kan brengen. Weer een koffer… een buggy…
Verderop hoor ik de stem van Ineke, die de voorste van ons gezelschap vanaf de
koffers naar een volgende plek begeleidt. Even later voel ik na een laatste tas
niets meer.
Ik stap de leegte in, maar daar is mijn gids alweer. Ze pakt mijn
tastende hand en legt die tegen een volgend stuk muur. “Volg deze muur maar,
dan kom je vanzelf bij het hotel.” Dan praat ze weer tegen de hele groep: “Ik
heb namelijk een geweldig viersterrenhotel voor jullie geboekt. Je komt nu bij
de balie. Voel maar wat er allemaal op de balie staat.”
Een laptop staat er en een telefoon. En een belletje,
waarop iedereen die het vindt even een klap geeft om het te laten rinkelen.
Vanaf het hotel gaan we naar de markt, waar ik met mijn neus tegen de tassen en
sjaals aan loop die bovenaan de kraampjes hangen. Ik ruik uien, voel een
kokosnoot en een paar onduidelijke groentes, er is kraampje met schoenen. Ineke
roept iemand naar de overkant om te komen ‘kijken’ naar de leuke zonnebrillen
en even later leidt ze mij naar het pashokje waarin ik die leuke jurk kan
passen die ik intussen vast wel gevonden heb.Voetje voor voetje schuifel ik over de markt.
Geconcentreerd probeer ik alles thuis te brengen wat ik voel en ruik.
Veel te
snel moeten we alweer door, want er zijn ook – wat een buitenkansje – kaartjes
geregeld voor een belangrijke voetbalwedstrijd. Weer staat Ineke klaar om
iedereen bij de hand te pakken, een opstapje op te leiden en een plaats op de
tribune te wijzen. “Hier is nog een plaats waar je kunt zitten.” Met mijn stok
verken ik het opstapje en als ik die hindernis genomen heb, voel ik naar voren
waar de lege plaats is. Ik voel benen en mijn collega grinnikt dat de lege
plaats iets verder naar links is. Terwijl iedereen een plaats zoekt, is
langzaam het geluid van een voetbalwedstrijd opgekomen. Het geluid is nu op
volle sterkte en Ineke roept er enthousiast doorheen hoe spannend het is. Als
er een doelpunt valt, juichen we en trappelen uitgelaten op de houten tribune.
Maar veel tijd hebben we niet. Nog voordat de wedstrijd is afgelopen, moeten we
alweer verder, want er staat nog een trip door Venetië op het programma.
Schuifelen langs een muur, de hand van Ineke en dan zit ik op een boot. Je
hoort water kabbelen en het wiebelt. Omdat ik zelf zo vaak met een kleine boot
op het water kom, heb ik hier wat meer fantasie nodig om in het verhaal mee te
gaan. Ineke doet haar best. Ze vertelt over Venetië en dat we naar het San
Marco plein gaan om daar op een terrasje wat te drinken.
Om de beurt uit de boot stappen is lastig, want ik weet
niet waar iedereen is en of ik per ongeluk voordring of achterblijf. Ik tik
regelmatig zachtjes met mijn hand tegen de rug van degene die voor me staat en
als die buiten bereik is, zal het mijn beurt wel zijn om op de wal te stappen.
Ik krijg gelukkig weer hulp van Ineke.
In een rijtje gaan we op weg naar het
San Marco Plein. Weer kunnen we een muurtje volgen, dat ons om een scherpe
bocht leidt en dan is het even een geharrewar om een lege kruk aan de bar te
vinden. Voorzichtig voel ik langs een aantal benen, en dan heb ik m’n kruk.
Voor 90 cent kunnen we ieder een drankje bestellen. Ik heb alleen een hele
euro, wat wel erg makkelijk is. Om het moeilijk te maken, vraag ik mijn buurman
of we samen zullen doen. Ik geef hem mijn euro, krijg een dubbeltje terug en we
proberen samen te controleren of er nu 1,80 op tafel ligt. Best lastig, zelfs
als je weet dat elke munt z’n eigen ribbelpatroon rondom heeft. Alles wat je
neerlegt, is meteen weg.
Terwijl iedereen z’n blikje of flesje leegdrinkt, vraagt
Ineke ons hoe we denken dat ze er uit ziet. Er worden wat leeftijden geroepen
en alle haarkleuren komen voorbij. Ze onthult dat ze een roodharige met
sproeten en flaporen is. Buiten zal even later blijken dat dat een glasharde
leugen was, want onze kleine gids is spierwit van haar en een stuk ouder dan
iedereen gedacht had. Ze heeft er echt lol in.
Ik heb geen idee hoe lang we binnen geweest zijn. Als
iemand vertelt dat het een uur was, ben ik verbaasd. Net als de meeste anderen
dacht ik dat het veel korter was. Er is weer licht, de brillen mogen weer op en
de tassen uit de kluisjes. Het was precies wat de naam zegt: een donkerbeleving.
Bijzonder om mee te maken, maar ik ben toch wel erg blij dat het voor mij maar
een tijdelijke beleving was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten