In een mail schreef de professor me dat zijn kamer een beetje lastig te vinden was. Daarom beschreef hij nauwgezet hoe ik er moest komen: eerst met de lift naast de receptie naar de vijfde verdieping. Dan het hele gebouw door naar de lift aan de andere kant. Met die lift terug naar de derde verdieping, om de vide heen en daar is de bewuste kamer.
Met de beschrijving in mijn hand vind ik de kamer en meld me netjes op de afgesproken tijd. Ik vraag of er ergens in het gebouw een obstakel is of een storing waardoor deze vreemde omweg met twee liften nodig is, maar hij legt uit dat het gebouw zo in elkaar zit, dat je vanaf de hoofdingang simpelweg niet in één keer met de lift naar deze plek op de derde verdieping kunt komen. Er is weliswaar nog een andere ingang, maar daar kun je om veiligheidsredenen alleen met een pasje naar binnen.
Ja dus, er is wel degelijk nagedacht over de functionaliteit. In een verklarend artikel van de architect gaat het over interactie, dynamiek, flexibiliteit en zichtlijnen. Dat is dan wel een ander niveau dan binnenkomen en de plek vinden waar je moet wezen. Maar dan zijn dan ook wel erg aardse dingen voor een bevlogen architect om zich mee bezig te houden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten