Het is een goed walnotenjaar. Een notenboom heb ik zelf
niet in de tuin, maar ik weet er wel een paar te staan die hun noten laten
vallen in openbaar gebied. Vanaf september heb ik regelmatig een rondje
gefietst dat de ene keer maar een paar noten opleverde en de andere keer flink
wat. Het record was zesendertig na een ochtend met veel wind. Daarna was het ook wel zo’n beetje afgelopen
met noten rapen.
Vanmiddag kwam A. met haar kinderen langs, gewapend met
een extra notenkraker en een fles wijn. We gingen pasta met walnotenpesto
maken. Het is een gezellig klusje om met z’n allen om de grote tafel noten te
kraken. Drie notenkrakers hadden we, elk met een ander systeem, die we allemaal
door elkaar gebruikten. We kwamen er niet uit welke het best werkte, maar er schoot regelmatig een noot of een stuk dop door de kamer.
Toen we 200 gram noten bij elkaar hadden gepeld, had de jongste er genoeg van. Voor hem werden een paar auto’s te voorschijn gehaald om mee te spelen, maar even later kwam H. thuis, die de kast met stripboeken open deed. Vanaf dat moment waren we nog met z’n tweeën in de keuken: oudste kind en ik. We roosterden de gepelde walnoten en gebruikten het grootste deel om een heftige pesto te maken. Vier knoflooktenen gingen er in, twee geperste citroenen, een flink stuk Parmezaanse kaas en een kwart liter olijfolie. En basilicum natuurlijk. Het was grappig om te zien hoe de keukenmachine in een seconde het groen van een hele basilicumplant ‘op at’. Met de stukken harde kaas die we hem daarna voerden, had ie wat meer moeite.
Samen maakten we behalve de pesto nog twee salades en een flinke pan driekleuren-pasta. Daarna konden we aan tafel.
Was het lekker? De meesten vonden van wel, maar de
jongste had toch liever de losse noten die door één van de salades zaten. Gelukkig
was er ook nog een voedzaam toetje: tiramisu.Toen we 200 gram noten bij elkaar hadden gepeld, had de jongste er genoeg van. Voor hem werden een paar auto’s te voorschijn gehaald om mee te spelen, maar even later kwam H. thuis, die de kast met stripboeken open deed. Vanaf dat moment waren we nog met z’n tweeën in de keuken: oudste kind en ik. We roosterden de gepelde walnoten en gebruikten het grootste deel om een heftige pesto te maken. Vier knoflooktenen gingen er in, twee geperste citroenen, een flink stuk Parmezaanse kaas en een kwart liter olijfolie. En basilicum natuurlijk. Het was grappig om te zien hoe de keukenmachine in een seconde het groen van een hele basilicumplant ‘op at’. Met de stukken harde kaas die we hem daarna voerden, had ie wat meer moeite.
Samen maakten we behalve de pesto nog twee salades en een flinke pan driekleuren-pasta. Daarna konden we aan tafel.
Wie gekookt heeft, hoeft niet af te wassen. Dat vonden de keukenprinsessen een prima regel. Alle anderen maakten de keuken weer helemaal netjes en daarna konden de gasten naar huis met een potje walnotenpesto en zelf hadden we ook nog een kom vol over.
Toch leuk, wat je allemaal kunt doen met die geraapte noten. En ze zijn nog lang niet op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten