We moeten naar notaris Lautenbach in Heemskerk. Aan de
Kerklaan nummer 11. Mijn broer en ik hebben geen enkele moeite om dat adres te
onthouden; we zijn allebei geboren op Kerklaan 11 (maar dan niet in Heemskerk).
Een symbolische plek dus om afstand te doen van ons ouderlijk huis, want dat is
waar we voor komen.
Vanaf onze eigen Kerklaan rijden we in colonne naar
Heemskerk. De makelaar, de kopers, mijn broer en tenslotte H. en ik.
‘We liggen mooi op schema’, zegt onze makelaar tevreden als we om tien voor 1 aanbellen. Maar in de agenda bij de notaris staat half 2.
‘Ze is naar huis om te lunchen’, zegt de medewerkster die ons binnenlaat. ‘Maar ik zal haar bellen. Misschien kan ze wat eerder terug zijn.’
We mogen plaatsnemen in een zijkamer met rondom comfortabele banken. Twee aan twee raken we aan de praat. Over het huis, het dorp, Amsterdam, wie nu waar woont en waarom. Genoeg om elkaar te vertellen. Maar goed ook, want het duurt lang. De notaris is niet eerder terug. Integendeel.
Om kwart voor twee is ze er nog niet. En koffie krijgen we ook niet aangeboden.
Juist als H. de zijkamer uitloopt om te vragen of ze ons vergeten zijn, komt de medewerkster zeggen dat de notaris onderweg is.
Even later is ze er. Iedereen krijgt een hand en de kopers worden uitgenodigd om alvast naar het kantoor te komen. Na een paar minuten mogen wij ook het kantoor in. Gelukkig komt er nu wél koffie. We zijn er aan toe.
‘We liggen mooi op schema’, zegt onze makelaar tevreden als we om tien voor 1 aanbellen. Maar in de agenda bij de notaris staat half 2.
‘Ze is naar huis om te lunchen’, zegt de medewerkster die ons binnenlaat. ‘Maar ik zal haar bellen. Misschien kan ze wat eerder terug zijn.’
We mogen plaatsnemen in een zijkamer met rondom comfortabele banken. Twee aan twee raken we aan de praat. Over het huis, het dorp, Amsterdam, wie nu waar woont en waarom. Genoeg om elkaar te vertellen. Maar goed ook, want het duurt lang. De notaris is niet eerder terug. Integendeel.
Om kwart voor twee is ze er nog niet. En koffie krijgen we ook niet aangeboden.
Juist als H. de zijkamer uitloopt om te vragen of ze ons vergeten zijn, komt de medewerkster zeggen dat de notaris onderweg is.
Even later is ze er. Iedereen krijgt een hand en de kopers worden uitgenodigd om alvast naar het kantoor te komen. Na een paar minuten mogen wij ook het kantoor in. Gelukkig komt er nu wél koffie. We zijn er aan toe.
Nu ze er is, wil de notaris ook
opschieten. Zonder poespas neemt ze de akte van overdracht met ons door. Omdat iedereen
het concept per mail al had gekregen, hoeft niet alles voorgelezen te worden.
Alle paspoorten worden gecontroleerd, niemand heeft vragen over de akte. Nu komt
het meest formele gedeelte.
‘Ja, dit moet even’, zegt de notaris alsof ze zich daarvoor moet verontschuldigen, ‘anders zijn jullie allemaal voor niets gekomen.’ Dan haalt ze diep adem en terwijl ze op elke pagina van de akte een paraaf zet, met de bladzijden op tafel tikt om ze netjes recht op elkaar te krijgen, een paperclip op het document clipt en dan een overduidelijke blik op de klok werpt, raffelt ze de officiële formule af over ieders aanwezigheid en goedkeuring etcetera. Dan vraagt ze of we de sleutel nog moeten overhandigen aan de kopers. We kijken haar allemaal verbaasd aan. Dat is toch een essentieel onderdeel van de overdracht.
‘Nou ja’, zegt ze ‘het gebeurt ook wel eens dat mensen elkaar in de wachtruimte de sleutel al gegeven hebben.’
‘Ja, dit moet even’, zegt de notaris alsof ze zich daarvoor moet verontschuldigen, ‘anders zijn jullie allemaal voor niets gekomen.’ Dan haalt ze diep adem en terwijl ze op elke pagina van de akte een paraaf zet, met de bladzijden op tafel tikt om ze netjes recht op elkaar te krijgen, een paperclip op het document clipt en dan een overduidelijke blik op de klok werpt, raffelt ze de officiële formule af over ieders aanwezigheid en goedkeuring etcetera. Dan vraagt ze of we de sleutel nog moeten overhandigen aan de kopers. We kijken haar allemaal verbaasd aan. Dat is toch een essentieel onderdeel van de overdracht.
‘Nou ja’, zegt ze ‘het gebeurt ook wel eens dat mensen elkaar in de wachtruimte de sleutel al gegeven hebben.’
Waarschijnlijk is de notaris blij
dat het allemaal zo vlot ging. Maar wij hebben wat minder haast. We nemen
hartelijk afscheid van de kopers, die ons op het hart drukken dat we welkom
zijn als we nog eens in het huis willen komen kijken. Mijn broer en ik beloven om dat zeker een keer
te doen. Het is tenslotte het huis waar we zijn opgegroeid.
Mooie blog jammer dat de notaris alles zo afraffelde en geen oog had voor de gevoelens van de mensen bij haar in de spreekkamer maar ja het kan zijn dat dit bij het beroep hoort wat deze dame uitvoert.
BeantwoordenVerwijderen