Op zaterdagmorgen hoor ik zoon J. rond halftien de trap af komen. Zwijgend gaat hij naast me aan de ontbijttafel zitten. Op mijn “goeiemorgen” antwoordt hij met wat gebrom en als ik opzij kijk zie ik dat z’n gezicht op oorlog staat.
“Wat is er aan de hand?” vraag ik en hij barst los: “Wáárom moeten die buren hierachter zo nodig élk weekend de heg knippen. Het is nu al zéker een uur bezig en dan is het steeds na tien minuten even stil en net als je denkt dat het klaar is, begint het weer!”
In een wijk waar iedereen een flinke achtertuin heeft, horen dit soort geluiden erbij. Op een zonnige zondag is er altijd wel iemand binnen gehoorafstand bezig met een elektrische heggenschaar, een grasmaaier of een kettingzaag.
Maar inderdaad, je kunt ook overdrijven. Ergens schuin achter ons huis, achter het water, woont een buur die een hartstochtelijke relatie met lawaai-apparaten lijkt te hebben. En zo te horen gaat hij voor het serieuze werk: alles lekker snoerloos met degelijke benzinemotoren.
Het hoeft er buiten maar een beetje op te lijken dat het mooi weer wordt en er klinkt van achter de manshoge ligusterhagen geloei, geraas of gedender. Zitten wij in de vroege avond nog lekker even op het terras, dan moeten we harder praten om een grasmaaier of heggenschaar te overstemmen. Is het twee dagen later een mooie zaterdag om in de achtertuin bezig te zijn, dan moet er alwéér een heg geknipt worden. Met een geraas dat je tot in de volgende wijk kunt horen. Weten we een dag later zeker dat die heg nu toch klaar moet zijn, dan wordt er een oorverdovende kettingzaag aangezet en is het zagen na een tijdje blijkbaar gedaan, dan volgt na een halfuurtje rust het geratel van een hakselmachine. Zo gaat het al een aantal weken achter elkaar.
We hebben besloten ons er niet aan geloei, geraas en gedender te ergeren, want begin je je aan zoiets eenmaal te storen, dan gaat het je steeds meer tegenstaan. Maar ik begrijp dat J. ervan baalt.
Terwijl ik op deze zaterdagmiddag met de deur open dit blogje schrijf, realiseer ik me dat ik al zeker een uur geen machine gehoord heb. Ergens zingt een merel en er koert een duif. Ze komen helder door zonder storende achtergrondgeluiden. Zou de tuin van de achterburen dan toch eindelijk een keer helemaal geknipt en geschoren zijn? Dan wordt het hoog tijd om naar buiten te gaan en daar van de stilte te genieten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Atelier
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten