zondag 11 maart 2018

Bikkelen

En ineens is het dan toch lente. Hoog tijd om in de tuin aan de slag te gaan. Onder het rommelige ‘oude hout’ van de vaste planten begint al nieuw groen te schemeren. Alle rommel moet weg! Nu!
We bikkelen een hele dag door en dan ziet de woeste, verwaaide wintertuin er ineens heel anders uit. Open en kaal en vol belofte. Nu zie je vanuit het raam de polletjes narcissen, die prompt in bloei schieten. De hyacint, die een beetje gekneusd is door de late vorst, komt alsnog naar boven.

Als je over het paadje langs ons huis naar achteren loopt, moet je een beetje bukken omdat de appelboom een stevige tak uitsteekt in de richting van het huis. Net iets te laag. Aan de andere kant van het paadje, tegen het huis aan, staat een klimop. Die wordt ook steeds brutaler. Hij begint aan de regenpijp te trekken, die kapot dreigt te gaan. We besluiten de klimop helemaal weg te knippen en gaan meteen enthousiast aan de slag.

Na een uurtje is de regenpijp vrij en ligt er een grote stapel groen. De opdringerige tak van de appelboom is ook meteen maar afgezaagd.  Ik knip alles klein en verzamel het in een enorme plastic zak waar we jaren geleden zand in bezorgd kregen en die we hebben bewaard. De komende weken zullen we het in etappes af laten voeren in de groenbak.

Wat een verschil. In plaats van klein loopgaatje in het groen, is er nu een breed, vrij pad om langs naar de achtertuin te lopen. Wel kaal, maar dat is over een paar weken wel weer anders. Ineens heb ik er genoeg van. Terwijl H. nog met een kettingzaag een paar struikjes achterin te lijf gaat, ga ik naar binnen.
Koffie.
Zitten.
Naar buiten kijken.

Het terras ligt nog vol rommeltjes. Her en der liggen nog stapels takken. Een stapel omgevallen plastic potjes moet nog opgeruimd worden. Maar ik zie de tuin zoals ie over een tijdje is: een groen paradijsje, waar we in het weekend buiten kunnen ontbijten en ’s avonds vanaf het waterterras nog een eindje kunnen gaan varen. De winter is voorbij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...