Toevallig blijkt het open monumentendag te zijn in het
weekend dat we al een tijdje geleden hebben geprikt voor een bezoek aan mijn
zwager en schoonzus in Haarlem. Het is een mooie zaterdag en nadat we in de
achtertuin koffie hebben gedronken, gaan we op pad. Op de fiets naar het
vertrekpunt van een tocht langs monumenten, die zwager J. al heeft uitgedacht.
Haarlem is een leuke stad en het is nog leuker als je op
allerlei plekken naar binnen mag die normaal gesloten zijn voor publiek. We
beginnen bij molen De Adriaan en lopen daarna langs allerlei vriendelijke
hofjes, gaan even binnen bij een glas-in-lood winkeltje en staan een tijdje in
een smal steegje waar we uitleg krijgen over de oorsprong van het
‘broodhuisje’: een rijke priester liet een testament na waarin bepaald werd dat
van de opbrengst van zijn vermogen ‘ten eeuwigen dage’ brood moest worden uitgedeeld
aan de katholieke Haarlemse armen. En zo gebeurde het. Vanuit het broodhuisje
werd van 1665 tot ca. 1940 wekelijks brood uitgedeeld. Ook nu staan er grote
manden met kleine, luxe broodjes die iedereen mag pakken. Je hoeft niet eens katholiek
te zijn. Als dank stoppen we een gift in de bus die er naast staat.
Op een grachtje zien we op een gevel de wonderlijke tekst:
Begrafenis Bos “de Vrijwillige Liefde Beurs”. De deur van het pand staat wijd
open en binnen horen we iemand enthousiast vertellen. Nieuwsgierig haken we aan
en horen het verhaal van een kleine begrafenisverzekeringsmaatschappij die nog
steeds blijkt te bestaan. De man die vertelt is een van de huidige regenten en
hij laat ons in de volgende kamer een aantal enorme, opengeslagen kasboeken
zien. In krullerige letters is daarin opgetekend welke cliënten wanneer hun 5
cent premie voldaan hebben. Er is zelfs in één keer een bijdrage van vijf
florijnen betaald. Dat moet een rijke klant geweest zijn.
Dan komt het topverhaal, dat de regent ons glunderend
vertelt. Toen het de stad Haarlem een tijd financieel tegenzat, heeft de rijke
begrafenisverzekeraar de stad een lening gedaan van 1000 gulden. “Weliswaar is
de rente altijd netjes betaald, maar de lening bestaat nog steeds,” gaat hij
verder. “En het mooie is: het onderpand op de lening is ‘alle de stads inkomen
en goederen’, dat wil dus zeggen: de stadsrechten!” Hij lacht breed. “Dus
steeds als er een nieuwe burgemeester benoemd wordt, nodigen wij die uit om het
document te laten zien dat de lening bevestigt. En dan besluiten we gezamenlijk
dat die lening nog lang niet afgelost hoeft te worden!” We mogen een kopie van
het document meenemen.
De hele middag dwalen we door de straten van Haarlem. Het
laatste gebouw waar we naar binnen gaan is het stadhuis. “Hier zijn we
getrouwd,” vertelt mijn schoonzus als we de raadszaal door lopen. In de
Gravenzaal krijgen we uitleg door alweer een enthousiaste vrijwilliger. Over de
speciale burgemeestersstoel met een ‘kuif’. En als dat fraaie opzetstuk aan de
stoel zit, mag zelfs koningin Maxima er niet op zitten. Alléén de burgemeester!
Dan is het vijf uur. De open monumentendag is voorbij. Het
was er een perfecte dag voor op een goeie plek. Leuk om zo eens nader kennis te
maken met Haarlem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten