Onze kinderen waren allebei hier, het paasweekend. J. was er al een paar weken, omdat zijn kamer in Leiden te klein is voor deze langdurige coronaperiode van binnenblijven. E. kwam na wat aarzelen toch ook hierheen voor een onderbreking van haar eenzame thuiswerken-met-minimale-sociale-contacten. Ze voelde zich een beetje schuldig vanwege de oproep om er vooral niet op uit te gaan met Pasen. Maar het was toch wel fijn om een lang, zonnig weekend de beschikking te hebben over een tuin met terras en een ruim huis - en vooral om mensen te zien. Levende mensen in plaats van mensen op een schermpje.
Versgebakken scones bij het ontbijt. |
Toen ze vrijdag aankwam, wilde E. geen knuffel. Ze was zó gewend geraakt aan afstand dat het gewoon te eng was om zo dichtbij anderen te komen. Maar vanmorgen (maandag) bood ze toch aan om mijn wenkbrauwen te epileren (‘het is wel een zooitje, jouw wenkbrauwen’) en ik masseerde haar schouders, die vastzitten van de hele dag met de laptop aan de keukentafel en de stress.
Om een uur of vier vanmiddag is het tijd om terug te gaan naar Amsterdam. Omdat J. na zoveel weken bij z’n ouders wel weer even behoefte heeft om een paar dagen in z’n eigen omgeving te zijn, is zijn zus zo vriendelijk om hem mee te nemen en een omweg te maken. Later in de week ga ik hem ophalen, want de trein vindt niemand een fijn idee. Het kan goed heel rustig zijn, maar je weet het gewoon niet.
Dus stouwen ze het fiatje van E. vol met hun spullen en vertrekken. E. klaar voor weer een paar weken eenzaam thuisblijven. J. op weg naar een paar dagen lekker alleen zijn.
We zwaaien ze samen uit. ‘Goeie reis!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten