Op een zonnig terras op het marktplein zit ik tegenover de docent waar ik 35 jaar geleden bij ben afgestudeerd. Hij was toevallig met H. aan de praat geraakt tijdens een vergadering waar ze vanuit verschillende clubs bij zaten en toen H. mijn naam noemde, rinkelde er een belletje.
Er volgde een mailwisseling en een lunchafspraak waar ik nieuwsgierig naartoe ga. Herken ik mijn oud-docent? Hebben we elkaar iets te vertellen? Het is allebei Ja.
Omdat we ons allebei een werkzaam leven lang met jeugdliteratuur hebben beziggehouden, is er een duidelijk gespreksonderwerp.
Onderweg heb ik me afgevraagd hoe oud B. inmiddels is. Hij moet tegen de tachtig lopen dacht ik. Ergens tijdens ons gesprek bevestigt hij dat vermoeden.
“Ik ben nu tachtig,” zegt hij en dan, na een korte stilte, “Nu moet jij zeggen: maar daar zie je er helemaal niet naar uit!”
Ik schiet in de lach en herhaal het zinnetje braaf.
Humor, een gezamenlijke interesse, mensen die we allebei kennen, het maakt het gesprek makkelijk en leuk. Ik vraag hoe het mogelijk is dat B. zich mij zo goed herinnert, want hij moet toch heel wat jaargangen studenten voor zich hebben gehad.
Het is een combinatie van factoren:
ik ben afgestudeerd in zíjn specialisatie, jeugdliteratuur, met een scriptie-onderwerp dat hem erg interesseert.
Ik heb later regelmatig artikelen gepubliceerd in een tijdschrift over jeugdliteratuur en voor de uittrekselbank jeugd.
De periode dat ik studeerde was voor hem een intense tijd, waarvan hij zich sowieso nog veel herinnert.
Ons gesprek schiet alle kanten op, maar B. brengt het steeds terug naar mijn geschiedenis. Waarom ben ik jeugdliteratuur gaan studeren? Waarom dit scriptie-onderwerp en waarom wilde ik niet promoveren op dat onderwerp? Als een volleerd interviewer, wat hij tenslotte ook is.
Als hij betaald heeft (“volgende keer mag jij betalen”) nemen we afscheid en gaan we ieder een kant op. Grappig, dit was de tweede keer dit jaar dat ik met iemand van lang geleden lunchte. Is dat toeval of zou dat nou echt iets zijn voor pensionado’s?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Gidsen op de afvalberg
“Er hebben zich zestien mensen aangemeld,” zegt H. terwijl hij op zijn telefoon kijkt. “Hoe gaan we het doen vandaag? Wil jíj beginnen of ...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...

Geen opmerkingen:
Een reactie posten