zaterdag 16 juni 2018

Kleinschalig feestje

Om kwart voor twee gaat de telefoon. M’n neef staat op het station in Nijmegen en ik heb beloofd hem op te halen. Een kwartiertje later stapt ie in. Drie zoenen: gefeliciteerd! We gaan m’n verjaardag vieren vandaag. Het wordt een bijzonder, piepklein feestje, want M. is vandaag de enige gast.

Twee weken geleden plaatste ik een open uitnodiging in de neven- en nichtengroep op facebook. Verschillende mensen vonden het een leuk idee, maar … vakantie, werk, afspraken. Juni is een drukke maand. Alleen M. schreef meteen dat hij de uitdaging wel aan wilde gaan; “dat wil zeggen de reis-uitdaging, als niet-automobilist.”
De neven- en nichtengroep is best groot. Mijn moeder kwam uit een gezin van negen. Als kind zag ik een aantal van hen regelmatig, maar dat is lang geleden. Via de facebookgroep is er sinds een paar jaar weer contact en in 2016 hadden we zowaar een reünie. Daar sprak ik mijn neef M., die ik me van vroeger herinnerde als baby en van wie ik eigenlijk alleen maar wist van welke tante en oom hij “er eentje was” en dat hij ooit een zwaar auto-ongeluk had overleefd. En nu komt ie dus op mijn verjaardag.

Een feestje met één gast doet me denken aan een verhaal van Toon Tellegen. Maar waar de dieren in zijn verhalen ongemakkelijk bij elkaar zitten, hoef ik me met M. geen moment af te vragen waar we het eens over zullen hebben. Hij heeft zóveel te vertellen, dat ik hem na een uur onderbreek om hem te herinneren aan de afspraak dat we zouden gaan roeien: een VIP-rondleiding door de Beuningse vaarten.

Praten kan in een boot ook. Dat doen we. En we stoppen regelmatig voor een foto, want M. is een enthousiast fotograaf. Voor hem is dit een onbekende wereld en ik vind het leuk om alles te laten zien. De fuut die onderduikt en op een heel andere plek weer boven komt, de zwaan die koninklijk dichterbij komt voor een portretfoto, de meerkoet met een jonkie dat pas net uit z’n ei is, en alle mooie bruggetjes en eilandjes.

Als we terugkomen, is het al tegen vijven. H. heeft beloofd om voor ons te koken en terwijl wij kijken of de foto’s goed gelukt zijn, gaat hij aan de slag met pizzadeeg. We eten met z’n vieren, want zoon J. is ook thuis. Lekkere pizza, lekkere tiramisu en een kop koffie toe. En ineens moeten we ons haasten voor de trein van 8.43 u. Ik breng m’n neef weer naar het station. In de auto terug zit ik te glimlachen. Toen ik een open uitnodiging deed voor een verjaardagsfeestje, had ik me een ander resultaat voorgesteld. Maar deze middag op het water was helemaal oké!

zaterdag 9 juni 2018

Babysitten in de wachtkamer

“STILTE!  Wilt u zachtjes praten? Er zijn mensen bezig examens te maken.”
Op wel tien plekken in de wachtruimte hangen A4-tjes met die boodschap. Ik kijk naar de slapende baby in de kinderwagen voor me en hoop dat ze nog even blijft slapen. N. heeft me instructies gegeven over flesjes en fruithapjes en er staat een tas klaar voor alle mogelijke noden van haar baby. We hebben elkaar omhelsd toen ze zenuwachtig naar de examenzaal ging voor haar inburgeringsexamen leesvaardigheid: “Heel veel succes!”

Ik heb me voorbereid op een pittige dag met een boze, huilende baby, die van niemand iets wil weten behalve van haar moeder. Zo was het de afgelopen keren dat ik bij ze thuis kwam. Maar als ze vijf minuten later wakker wordt, ligt ze een tijdje vriendelijk rond te kijken en dan met een rood aangelopen koppie te persen.

Een schone luier dus. Maar de toiletten zijn vlak naast de examenzaal en een aankleedtafel heb ik er niet gezien. Ik vraag het meisje achter de balie of er een plek is waar ik een baby kan verschonen en leg uit dat ik bang ben voor geluidsoverlast. “Huilt ie erg als je hem een schone luier geeft?” vraagt het meisje en ik zeg dat ik dat niet weet, omdat ik het nog nooit gedaan heb.

Een vriendelijke jonge vrouw vraagt in gebroken Nederlands of ze kan helpen. “Ik heb twee kinderen,” zegt ze. Maar dat is het probleem niet. Ik lach: “ik heb ook kinderen, dat komt wel goed.” Het balie-meisje wijst naar de andere kant van de rustige wachtruimte. “Heb je iets om hem op te leggen? Ik dank dat dáár niemand er last van heeft.” Okee… op de grond dan maar. Ik pak in het voorbijgaan mijn regenjas van de kapstok en ze vraagt een beetje verschrikt: “Is dat uw eigen jas?”

Als ik baby T. begin uit te pellen, begint ze te huilen, maar als ik de volle poepluier heb verwijderd, laat ze zich rustig schoonpoetsen en een frisse, nieuwe luier aandoen. Het stinkpakketje gooi ik in de vuilnisbak naast de koffie-automaat. Het zal niemands koffiebeleving verpesten, want er komt toch alleen maar heet water uit de automaat, en bij wijze van cappucino een plasje waterige melk.

Met een schone baby in de kinderwagen ga ik buiten een stukje wandelen. Na een tijdje valt ze weer in slaap en als we terug zijn, komt N. de examenzaal uit. Zuchtend. Het was moeilijk, maar wie weet, heeft ze het toch gehaald. Ze kijkt naar haar slapende kind. “Is ze helemaal niet wakker geweest?”

’s Middags moet N. nóg een examen doen. Baby T. blijft in een goed humeur vandaag. Ik had een beetje tegen deze dag opgezien, maar het valt me erg mee. Dat geldt voor N. ook. Dat ze deze twee examens geprobeerd heeft, vind ik heel dapper, want met twee jonge kinderen en een baby heeft ze heel weinig gelegenheid om te studeren. Ik hoop dat ze het goed gedaan heeft. We zullen zien.

zaterdag 2 juni 2018

Bibbeldy Boop

Er ligt een serieus uitziende vensterenvelop op de mat, geadresseerd aan Bibbeldy Boop, op dit huisadres. Bibbeldy Boop… een grapje misschien om de aandacht te trekken? Ik kijk naar het logo op de enveloppe en herken een studentenverzeraar. Het ligt me bij dat die een tijd geleden mijn zoon wel eens bestookt hebben met ludieke werfpost.

Ik open de envelop en lees de brief die erin zit: “Beste Bibbeldy”, begint die, “Je wordt binnenkort 18 jaar …” Jaja, Bibbeldy zal zelf haar/zijn financiële zaken moeten regelen, waaronder een zorgverzekering. Dat kan natuurlijk het best bij deze verzekeraar.

Ik grinnik en vraag me nieuwsgierig af hoe ze erbij komen dat op dit adres iemand met deze naam woont, die binnenkort 18 wordt. Ik bel zoon J.: “Heb jij je misschien ooit online ergens geregistreerd onder de naam Bibbeldy Boop?” Ik leg uit waarom ik dat vraag en hij denkt een tijdje na. Hij kan het zich niet herinneren, maar het ís iets dat hij gedaan zou kunnen hebben. Net als ik heeft hij er namelijk een hekel aan om voor een of ander wissewasje op het internet alle persoonlijke gegevens die gevraagd worden braaf in te vullen.

Het is natuurlijk helemaal niet belangrijk; die brief kan gewoon bij het oud papier. Maar op de een of andere manier heb ik er lol in dat de handel in persoonlijke gegevens dit soort gekke dingen kan opleveren. Een poging om een niet bestaand persoon over te halen een verzekering te nemen.  Je zou d’r bijna aanmelden voor de gein. Maar dat is me teveel gedoe. Bibbeldy Boop gaat nú de papierbak in. Onverzekerd.

zondag 27 mei 2018

Tussendeuren

Sinds gisteren woont E. op haar nieuwe adres in Amsterdam. Een gerenoveerde woning in de kolenkitbuurt op vierhoog. We hebben haar geholpen met klussen en zagen het kale appartement steeds meer veranderen in een gezellig huisje. Weliswaar stond het nog vol dozen toen we er gisteravond vertrokken, maar als je die even wegdenkt, is het een fijne plek om te wonen.

Vierhoog betekent acht (korte) trappen op, want een lift is er niet. Goed voor conditie dus. En helemaal als je een heleboel spullen naar boven moet brengen. Omdat alle grote dingen (bed, bank, kledingkast, wasmachine) al boven staan, kunnen we gewoon met onze auto verhuizen. Drie keer rijden E. en ik heen en weer van de oude woning, een paar straten verderop, waar ze de afgelopen jaren woonde, naar de nieuwe. Steeds met een auto vol dozen, tassen, nog wat kleine meubeltjes en heel veel kleding.

We doen het met z’n tweeën, want H. is de hele ochtend in worsteling met een badmeubel, dat zich niet makkelijk in elkaar laat zetten en al helemaal niet makkelijk laat aansluiten op het waternet. En echt, dat ligt niet aan hem, want een jaar geleden sloot hij bij ons thuis fluitend zo’n ding aan. Terwijl hij, na veel gepuzzel, mopperend constateert dat er in het Ikea-pakket een verloopstuk ontbreekt, lopen wij trap op, trap af en zetten de boel vol met verhuisspullen.

Uiteindelijk is de badkamer woon-klaar en de volgende klus gaat een stuk voorspoediger: de tussendeuren! In deze huizen zaten ooit overal deuren tussen de voor- en de achterkamer. Bij E. zitten die er niet meer in, maar ze wil ze wel graag en heeft wekenlang gezocht naar passende deuren en een systeem om er schuifdeuren van te maken. Toen bleek een buurvrouw, die wél tussendeuren had, ze juist kwijt te willen…

De drie afgeragde, oude deuren hebben de afgelopen week een metamorfose ondergaan. De bladderende verf is er afgebrand, gaten zijn gevuld, er is geschuurd en nu hoeven ze alleen nog een nieuw laagje verf. Maar vandaag gaan we kijken hoe goed ze passen en hoe ze bevestigd kunnen worden. Terwijl ik loop op- en in te ruimen, zie ik mijn man en dochter steeds enthousiaster worden. De deuren passen echt precies! Het maakt het geklooi met het badmeubel helemaal goed.

Met het sluiten van de tussendeuren is aan één kant een knusse slaapkamer ontstaan, met middenin een groot bed met laden waar je al je zooi snel in weg kunt moffelen. Het is tien uur in de avond als we vlug nog wat plintjes vastschroeven en dan al het gereedschap verzamelen dat met ons mee terug mag naar Beuningen. E. heeft een geïmproviseerd gordijn opgehangen en popelt om straks haar nieuwe bed uit te proberen.

Zaterdagavond om 11 uur rijden we weg uit Amsterdam. Moe van een hele dag klussen en sjouwen. Tevreden dat het huis van E. zo ver klaar is dat ze er in kan wonen. En hoe leuk het ook was om haar te helpen, we verheugen ons nu ook weer op een weekend waarin we even helemaal niks hoeven.

woensdag 16 mei 2018

Toerist in Amsterdam

Mijn dochter heeft een huis gekocht in Amsterdam. Vorige week maandag kreeg ze de sleutel en kon het klussen beginnen. Omdat het een grondig gerenoveerde woning is, valt er heel wat te doen. Net als bij een nieuwbouwhuis wordt het kaal opgeleverd: er moet nog een vloer en een keuken in en niet alleen moeten alle muren geschilderd worden, maar ook de authentieke paneeldeuren waarvan er heel veel zijn.

H. heeft een hele week vrij genomen. Hij gaat met een auto vol gereedschap naar Amsterdam en staat E. vanaf de officiële sleuteloverdracht met raad en daad bij. Ik kom pas donderdag – samen met zoon J. – met de trein en we zijn die dag klusser nummer 5 en 6. Mijn dochter heeft veel vrienden die niet te beroerd zijn om de handen uit de mouwen te steken. Er zijn al vele handen met verfrollers in de weer geweest.

Donderdagavond gaan H. en ik in het nieuwe huis slapen. We zoeken de meest stofvrije hoek van het huis om daar een dik tweepersoonsluchtbed neer te leggen en we plakken een groot stuk plastic voor het raam.  ’s Morgens zijn we amper opgestaan als dat plastic spontaan weer naar beneden komt. Goeie timing!

Ook vrijdag maken we ons nuttig en houden we ’s nachts het gereedschap en de verfrollers gezelschap. Maar E. vindt het eigenlijk niet kunnen. Ze deelt ons mee dat ze voor de nacht van zaterdag op zondag een hotelkamer voor ons heeft geboekt.  

Zaterdag neem ik vrij. Op die dag staat al een jaar een vriendinnen-dag gepland, dus ik laat de klussers achter om een dagje in de zon te zitten, te wandelen, te varen en vooral bij te kletsen. Als ik terugkom, haalt E. me van het station en brengt ons naar The Alfred Hotel aan de Lairessestraat.

Een stofvrije hotelkamer met een zacht, schoon bed. Na twee nachten in het klushuis voelt het geweldig luxe. Het personeel spreekt alleen maar Engels en we voelen ons toeristen. Het is de eerste keer van m’n leven dat ik in Amsterdam in een hotel verblijf. Voorlopig zal het ook zeker de laatste keer zijn, want E. heeft ons een sleutel gegeven van haar huis, dat binnenkort geen bouwput meer is, maar een comfortabele, gezellige woning. 

woensdag 9 mei 2018

Korting

Een paar keer per jaar ploft er een stapeltje van drie dezelfde Spoor-tijdschriften op de mat. “Exclusief voor abonnementhouders van NS”. Eén voor mij, één voor mijn zoon en één voor mijn dochter. Geen van hen heeft ooit de moeite gedaan een adreswijziging door te geven of het tijdschrift af te zeggen. Meestal gaan twee van de drie ongezien de papierbak in en blader ik nummer drie even door.
Vandaag besluit ik om eindelijk maar eens door te geven dat één zo’n tijdschrift ook wel genoeg is. De kortingsacties zijn zelden interessant voor ons en al helemaal niet voor iedereen tegelijk. Terwijl ik met twee exemplaren naar de papierbak loop, valt mijn oog op een meereisretour Amsterdam. Toevallig gaan zoon en ik morgen samen naar Amsterdam en is (hemelvaartdag) zijn week-ov dan niet geldig. De aanbieding betekent ongeveer drie euro extra korting, dus die gaan we gebruiken.

Ik scheur het bonnetje af, maar dat is geen vervoerbewijs. Er moet eerst ingelogd worden om met een kortingscode een kaartje te bestellen. Oké: inloggen dus. Ik ga de hele bestelprocedure door en tien minuten later komt er een mailtje binnen van NS reizigers. “Let op”, begint de mail met grote, rode letters: “deze mail is niet geldig als vervoersbewijs. Uw e-ticket downloadt u op uw persoonlijke pagina.”

Zucht. Ik ga naar de ‘persoonlijke pagina’, waar ik de optie krijg om het ticket te downloaden én printen. Eh, maar printen kan ik niet vanaf m’n laptop. Ik wil alleen downloaden en opslaan. Dat probeer ik te doen, maar terwijl het document zich zelfstandig van pdf naar docx converteert, raakt het volgens een pop-up beschadigd. Opnieuw downloaden lukt niet en ik ben een tijd aan het prutsen tot het lukt om iets op een usb-stick te zetten.  Intussen ben ik al ruim een half uur bezig om deze drie euro korting te krijgen (en intussen om niet negen euro extra kwijt te zijn)

Eindelijk lukt het me dan om een e-ticket uit te printen. Het ziet er merkwaardig uit, maar er zit een grote QR code op en ik ga er vanuit dat dát het belangrijkste is. Het papier gaat in m’n tas. En mocht een controleur het morgen wagen om dit niet als vervoersbewijs te accepteren, dan ga ik de NS in een ongelooflijk kwaaie brief vertellen dat ze alle drie die leuke tijdschriften voortaan op een plek kunnen stoppen waar de zon niet schijnt!

woensdag 2 mei 2018

Eut m'n aigen teun


Ze ruiken zo lekker, lelietjes van dalen. Dit jaar heb ik er meer dan ooit in de tuin. Lelietjes van dalen doen me denken aan mijn schoonvader. Hij had ze vlakbij de achterdeur staan en gooide er altijd liefdevol de koffieprut bij. Daar gedijden ze goed op.

Een lieve man was het, m’n schoonpapa. En ik heb hem vooral op m’n netvlies zoals hij door de tuin liep. Als we op bezoek kwamen, deed ik vaak even een rondje tuin met hem. Dan keken we wat er bloeide, plukte hij hier en daar de uitgebloeide bloemen weg, wees me pollen die te groot werden en waar ik best een stukje van mee mocht hebben.

Later, toen hij in een verpleeghuis woonde, namen we hem soms met z’n rolstoel mee naar buiten. Dan wees ik hem wat ik zag bloeien in de tuinen en noemde de namen. O ja, dan wist hij het weer: seringen, vingerhoedskruid, akelei.

De akelei die ik ooit van hem kreeg, komt nog steeds ieder jaar op in mijn tuin. En net als de lelietjes, doet die me aan hem denken. Witte, geurige lelieklokjes en paarse akelei. Ze passen mooi bij elkaar. Ik haal er wat binnen en zet ze op de keukentafel in een vaasje dat bestaat uit vijf flesjes naast elkaar.
Ergens in m’n hoofd hoor ik in zangerig Zaans: heee, heb je die eut je aigen teun?  Ja pa. Leuk hè

Luxemburg

Voor het staartje - nou ja, een flinke staart - van onze vakantie rijden we naar Luxemburg. H. wilde graag nog een paar nachten kamperen, ma...