zaterdag 18 juni 2011

jarig

“Vind je het eigenlijk nog wel leuk om jarig te zijn?” vraagt mijn dochter als we op mijn verjaardag aan tafel zitten.
“Ja hoor”, zeg ik naar waarheid. Want jarig zijn vind ik meestal heel gezellig. Mensen sturen lieve kaarten of mailtjes, er komen vrienden langs, je eet en drinkt lekkere dingen en je hebt de hele dag een speciale status. “Ik hoef vandaag niet af te wassen, want ik ben jarig.” Nee, daar heb ik allemaal niets op tegen.
Maar daar gaat haar vraag natuurlijk niet echt over.
Peinzend zegt ze: “Er zijn ook mensen die het liever niet meer vieren als ze steeds ouder worden”. Ze heeft het niet over bejaarden. In haar vriendengroep van vroege twintigers vinden degenen die tegen de dertig lopen zichzelf behoorlijk op leeftijd; toen ik zelf na allerlei omwegen aan een universitaire studie begon, was ik 27 en dat was voor veel jaargenoten onvoorstelbaar oud. Inmiddels is een verschil van acht, negen jaar niet meer zo dramatisch. Hoe erg is het om ouder te worden? Niet zo erg dat ik mijn verjaardag voortaan wil negeren. Het zou trouwens niet helpen.

Als s’avonds mijn gasten binnenkomen, word ik gefeliciteerd met m’n “negenendertigste verjaardag”, met “weer een jaartje jonger geworden”. Een buurvrouw verzekert me dat mijn leeftijd me niet is aan te zien. Ik merk dat al die omzichtige opmerkingen behoorlijk de nadruk leggen op mijn naderende ouderdom. Toch lach ik er vrolijk om en hef met mijn bezoek het glas op nog meer komende jaren. Er komt nou eenmaal ieder jaar een jaartje bij, niets aan te doen. Gefrustreerd ben ik er niet over, maar ik ga nou ook weer niet van de daken roepen hoe oud ik ben. Ook hier niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de ...