donderdag 15 september 2011
Daan Bovenberg
Op woensdagmiddag heb ik een afspraak bij de kapper.
Ik mag even plaatsnemen in één van de makkelijke stoelen die om een laag tafeltje staan. Er zit al een moeder met twee kleine jochies en een vader van een wat grotere jongen die al geknipt wordt. Met een kop koffie zit ik goedgehumeurd te wachten en kijk hoe de jongste van de twee broertjes op z’n knieën voor de tafel gaat zitten om een voetbaltijdschrift door te bladeren. Een jaar of drie is ie, met een dikke bos krullen en een kennelijke interesse in voetbal. “PSV”, zegt hij in zichzelf, en dan begint ie zachtjes te zingen: “ Alle mensen gaan naar het stadion, naar het stadion… naar PSV”. Hij is helemaal verdiept in zijn voetbalgedachten, wijst foto’s aan en roept af en toe enthousiast “GOAL!” of “PSV!”
“Ssst” , zegt zijn moeder als het een keer erg luid wordt, “niet zo hard!” Maar hij laat zich niet uit zijn concentratie halen.
Als hij weer een bladzij omslaat, kijkt tot z’n verrukking een heel elftal hem aan vanaf een grote foto. “Daan Bovenberg!” juicht de kleine voetbalfan. “Allemaal Daan Bovenberg”, en zijn kleine vingertje zweeft langs alle mannen op de foto.
Nu komt grote broer zich er toch even mee bemoeien. Hij legt zijn eigen tijdschrift opzij en loopt naar het tafeltje. “Nee”, zegt hij vriendelijk. “Niet allemaal. Dít is Daan Bovenberg. Alleen deze.” En hij wijst op de foto.
Dan gaat hij terug naar z’n stoel. Een beetje verlegen kijkt ie opzij naar de wachtende vader, die het glimlachend gevolgd heeft. “Ik heet zelf ook Daan.” Zegt hij zacht. En met een klein lachje: “maar niet Bovenberg”.
Even later komt een jonge kapper naar de jongens toe lopen “Wie gaat er mee de autostoel halen?” Blijkbaar zijn ze hier eerder geweest; de tijdschriften zijn vergeten en de twee jongetjes huppelen mee naar achteren. Daar wordt een hoge stoel vandaan gehaald met een autostuur er aan. Daan die niet Bovenberg heet, mag sturen terwijl z’n haar netjes wordt opgeschoren.
Ik heb mijn koffie op en zie met bewondering hoe handig de kapper al kletsend met de kleine mannen z’n werk doet. Lang kan ik niet blijven kijken, want ik ben aan de beurt om geknipt te worden. Bijna een half uur later dan de afgesproken tijd, maar dat merk ik dan pas.
Ik denk dat ik de volgende keer maar weer op een woensdagmiddag ga.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten