maandag 19 september 2011

Verzamelen


Dit jaar leverde ons kleine appelboompje een geweldige oogst op. Al vroeg in augustus begonnen ze bij een stevige wind uit de boom te vallen en kwamen we tot de conclusie dat ze geplukt moesten worden.
Van de beschadigde exemplaren maakten we appelmoes en de gave appels zetten we in een grote, platte doos in een hoek van de kamer om na te rijpen. Een mooi gezicht. Twee weken later kwam er een platte doos met peren bij, in overleg met de buren van hun boom gehaald.
Intussen begonnen ook de hazelnoten te rijpen. Op internet vond ik de bevestiging van mijn vermoeden dat ook de nootjes van een Turkse hazelaar eetbaar zijn. Zo’n boom hebben we naast ons waterterras staan, en bij een fietstochtje kwam ik er ook één tegen langs een openbaar fietspad. Naast de dozen fruit kwam een krant te liggen met daarop uitgespreid de verse hazelnootjes. Ze moeten goed drogen voordat ze een beetje lekker zijn.
Het verzamelen werkt verslavend. Na de ontdekking van de Turkse hazelaar, let ik bij elke wandeling en fietstocht op de bomen langs de route en er blijken verrassend veel notenbomen in de buurt te staan. Walnotenbomen bedoel ik dan. De meeste staan in tuinen, maar hebben vaak wel wat takken die bijvoorbeeld boven de stoep hangen, zodat je hier en daar een losse noot kunt vinden. Maar mijn favoriet staat gewoon in het niemandsland langs een landweggetje. Daar heb ik inmiddels genoeg walnoten verzameld om weer een nieuwe categorie bij m’n verzameling te voegen. Een dienblad vol.
De voorraad appels is al aardig geslonken, maar noten blijven er nog steeds bij komen.
Vorige week hoorde ik op de radio een enthousiaste man vertellen over het verzamelen van eetbare paddenstoelen in Nederland. “Is het niet gevaarlijk om zomaar paddenstoelen te eten die je vindt?” werd hem gevraagd, maar dat wuifde hij nonchalant weg.
Ik denk niet dat ik snel het bos in zal gaan om een maaltje paddenstoelen te plukken, maar ik weet wel een plek waar tamme kastanjes groeien. Die zullen inmiddels ook wel rijp zijn. Misschien wordt het toch wel tijd voor een boswandeling. Tenslotte is de doos appels bijna leeg. De verzameling kan wel weer een beetje aanvulling gebruiken. Tamme kastanjes dus. En die zijn het lekkerst als je ze poft.
Heb ik meteen een excuus om me weer eens aan een andere verslaving te wijden: vuurtje stoken.

2 opmerkingen:

  1. De kastanje die jij wild noemt (met eetbare vruchten), noemen wij 'tam'. In de bossen ten noorden van de Rijn in onze stad raapten wij met de kinderen 'tamme tukkels' op mooie zondagochtenden.
    De wilde kastanje heet ook wel paardenkastanje. Daar vallen van die glimmende bonken uit die niet eetbaar zijn - of misschien door paarden ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vergissing!
    Ik heb ze meteen getemd

    BeantwoordenVerwijderen

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de ...