De hele week al staat er in de tuin van onze buren-schuin-achter een party-tent. Niet zo’n gewone met vier poten die bij een
flinke windstoot omgaat; nee, het is een echte grote, waar wel honderd mensen
in passen. En dat is ook de bedoeling, want de buurman viert zaterdag zijn
vijftigste verjaardag. Wij zijn ook uitgenodigd.
De schuin-achter-buren wonen er nu zo’n jaar of vier en we
hebben niet heel veel contact. Onze tuinen zijn zó begroeid dat we niet bepaald
bij elkaar naar binnen kijken, en er zit ook nog water tussen. Af en toe komen
we elkaar buiten tegen en dan zeggen we tegen elkaar dat we eens samen koffie
moeten drinken. Niet lang geleden maakten we er eindelijk een concrete afspraak
van en hebben we uitgebreid bijgepraat. We kennen elkaar namelijk al langer dan
die vier jaar.
Toen wij ons huis kochten, een twee onder één kap, kochten
zij het andere huis onder de kap. De kale klei-en-zandvlakte om het huis
groeide onder onze handen uit tot tuinen om in te zitten. Over de afscheiding ertussen was goed
overleg en achterin bleef een opening, waardoor zowel kinderen als volwassenen
even konden gaan buurten. Na een paar jaar ging buurman in België werken en
vertrok het gezin naar een plaats dicht bij de grens. Het contact verwaterde. Af
en toe hoorden we via via hoe het hen verging. Ze konden niet erg aarden en
wilden graag terug. Enkele jaren na hun vertrek waren ze weer naar onze streek
verhuisd in een dorp verderop. Maar ze wilden nog preciezer ‘terug’ en aasden
op het stuk grond direct achter hun eerdere woning. Na nog een tussenverhuizing
naar een andere wijk in ons dorp, kregen ze het voor elkaar. Ze kochten de
bouwgrond en zetten er een huis neer. Onze oude naaste buren waren nu onze
schuin-achter buren geworden.
De vijftigste verjaardag van de buurman is een groot,
lawaaiïg feest. Tussen de vrienden en familie zitten veel mensen die we vroeger
ook op verjaardagen ontmoetten. Grappig om die na zo’n tijd weer tegen te
komen. We hangen een tijdje geanimeerd rond een statafel, maar mijn conditie is
nog niet zo ver dat ik een heel feest staand aankan. Zitten is geen optie, want
om een gesprek te voeren moet je op oorhoogte van je medefeesters zijn. Na
anderhalf uur hou ik het voor gezien en H. gaat met me mee. Terwijl we omlopen
naar ons eigen huis, horen we de jarige een hevig versterkte toespraak houden
en dan de muziek weer losbarsten. Thuis zak ik dankbaar op de bank om
comfortabel nog een tijdje te luisteren naar de vrolijke geluiden uit de
feesttent.
Herkenbaar dat soort feestje en hoe blij je dan kunt zijn met je eigen huis
BeantwoordenVerwijderen