Toevallig heeft mijn dochter een vrije dag als ik met mijn twee slechtziende redacteuren een vergadering bij mij thuis heb afgesproken. Ze wil ze wel even van de trein gaan halen in haar Fordje Ka. Passen daar twee passagiers en twee geleidehonden in? Vast wel.
Terwijl zij op weg gaat naar het station, zet ik koffie en speculaas klaar en maak al wat voorbereidingen voor de lunch, zodat dat straks niet te veel tijd kost. We hebben veel te bespreken en om half drie moeten ze weer weg.
Als ze een tijdje later binnenkomen is het huis meteen vol
hond. Twee vrolijke labradors verkennen het huis, slobberen gulzig van het
water dat ik voor ze neerzet en snuffelen in alle hoeken voordat ze een plekje
zoeken in de buurt van onze voeten.
We beginnen met koffie, koek en even bijkletsen. Het gaat
vooral over de honden, die dan ook behoorlijk aanwezig zijn. De grootste heeft
meteen vriendschap met mijn dochter gesloten, die, volwassen als ze is, meteen
weer de Mama-ik-wil-ook-een-hond reflex heeft. De blonde labrador is sinds kort
de geleidehond van E. Ze vertelt hoe blij ze met hem is en hoe anders hij is
dan haar vorige hond, die al een paar jaar geleden overleden is. De kleinere zwarte is een stuk ouder, en ondergaat het dolle
geduw en gesnuffel van de ander een beetje lijdzaam.
Maar als we na de lunch
even naar buiten gaan, zodat de twee nog even kunnen rennen voor de terugreis,
is het de zwarte die over een slootje springt, een rietsigaar vangt en woest
stukbijt en weigert om meteen braaf terug te komen als het baasje roept. We zijn maar net op tijd terug. De taxi voor A. staat al
voor en de chauffeuse zegt een beetje kribbig dat ze op het punt stond om weer
weg te rijden.
“Maar er was afgesproken dat jullie eerst zouden bellen”,
zegt A. geschrokken. Ze stapt in de taxi en deze keer luistert haar zwarte
monster gelukkig meteen en komt netjes voor haar voeten zitten.
E. gaat met de bus naar het station en omdat mijn dochter
inmiddels vertrokken is, breng ik haar naar de halte. Met de fiets, want een
kilometer lopen kan ik op het moment niet. Je moet goed nadenken over hoe je
iemand met een geleidehond de weg wijst. Ik vertel waar wel en geen stoep
loopt, waar een oversteek is en waar we links of rechtsaf moeten. Dat is
precies genoeg informatie voor E. om haar hond de goede commando’s te kunnen
geven. En de rest doet hij. Als ik ze even voor laat gaan omdat op een voetpad
zo’n zig-zag hekje staat, zie ik dat de hond keurig precies genoeg ruimte maakt
om E. door het hekje te laten. “Wat doet ie dat knap”, roep ik vanaf m’n fiets
en E. zegt trots: “Dat is de eerste keer dat we zo’n hekje doen!” Bij de
bushalte laat ik het duo met een gerust hart achter.
Ik fiets naar huis om een verslag te gaan maken van onze
vergadering. Het was een productieve bijeenkomst, maar dat is niet interessant
voor een blog; dat komt gewoon in de notulen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten