Zaterdagmorgen. We zijn niet vroeg voor de wekelijkse
boodschappen, maar gelukkig vinden we toch nog een parkeerplekje. Als we bij de
Albert Heijn naar binnen gaan, zien we dat er doosjes worden uitgedeeld aan
mensen die de winkel verlaten.
“Wilt u een ontbijtje meneer?”
Voordat de man die wordt aangesproken het doosje heeft
kunnen aanpakken, roept H. opgewekt “Geef die meneer er maar twee! Hij heeft
thuis een hele lieve vrouw.” De man is een oud collega van hem en hij loopt
grinnikend op hem af om hem te begroeten. Het ontbijtmeisje legt lachend twee
doosjes en twee verpakte broodjes in het boodschappenkarretje en vraagt aan H.
of hij ook een ontbijtje wil.
“Wij moeten eerst de winkel nog door”, zegt hij. “Je
staat er straks vast ook nog wel.”
Het meisje kijkt op haar horloge en fronst. “Nou…. Officieel
delen we ze tot 12 uur uit. Ik geef u er voor alle zekerheid nú alvast twee.”
H. bedankt haar en we lopen de winkel in.
Een half uurtje later staan we bij de kassa. Achter ons
sluit een man aan met een bijna leeg karretje en H. vraagt hem hoffelijk of hij
vóór wil. In één adem zegt hij tegen een oude man die met drie pakjes lucifers
aan komt dat híj dan ook maar even voor moet gaan.
De caissière raakt er van in de war, want onze
boodschappen staan al op de band. Er ontstaat een vrolijk geharrewar en als de
oude man ten slotte zijn lucifers wil afrekenen, blijkt hij alleen contant geld
bij zich te hebben, terwijl dit een pin-kassa is.
H. zegt wat ik denk: “Dan pin ik dat toch voor u!”
Als de man terug wil betalen, wimpelt hij het af.
“Wij hebben gratis ontbijtjes gekregen, krijgt u gratis
lucifers.”
Hij vindt het prima en we kijken hem na terwijl hij
langzaam naar de uitgang loopt. Daar staan nog steeds mensen ontbijtjes uit te
delen. De broodjes zijn op, maar er staat nog een flinke stapel van de
kartonnen bakjes. Ik krijg er twee in mijn kar gemikt voordat ik kan zeggen dat
we er al twee hebben. H., die een paar meter achter me loopt, krijgt ook twee
doosjes in z’n handen geduwd. Kennelijk willen ze de spullen graag kwijt.
En zo komen we thuis met zes pakketjes, waarin: twee kleine kuipjes boter, een minipotje jam, een miniverpakking met honing en een theezakje.
De volgende morgen doen we opbakbroodjes in de oven en zetten
een mandje vol mini’s op tafel. Het ziet er gezellig uit. We houden ruim genoeg
over om weg te geven aan een vriendin met kinderen. Die hebben er vast net zo
veel plezier van als wij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten