woensdag 1 juli 2015

Japan, Kyoto

 

Op 30 juni stak een man zichzelf in brand aan boord van de Shinkansen, de supersnelle Japanse trein tussen Tokio en Osaka. Er waren twee slachtoffers: de man zelf en een andere passagier, en er waren enkele tientallen gewonden. Als ik het bericht lees, schrik ik op. Op hetzelfde traject reden wij een paar weken geleden en vroegen ons af of hier nou nooit calamiteiten waren; de vertragingen bij de Shinkansen zijn per jaar in seconden uit te drukken. Dit jaar zijn daar ineens heel veel seconden bij gekomen. Een Japanse krant meldt: Alle diensten van de Tokaido Shinkansen lijn werden onmiddellijk na het incident geschorst, maar ze werden weer hervat om 14.09 u. Dat is ongeveer twee en een half uur na de gebeurtenis.

Als wij van Fukuoka naar Kyoto rijden, denken we nog dat er nooit iets mis gaat met deze treinen. Onze trein komt precies op tijd aan en we gaan meteen door met een lokale trein naar Arashiyama. Daar moet het beroemde bamboe-bos zijn, dat volgens de Lonely Planet gids een absolute aanrader is.
We lopen vanaf het station achter de massa aan over een leuk straatje met winkeltjes waar veel jonge vrouwen in kimono’s lopen en ook stoere riksja-rijders: sterke jongens (en een paar meiden) die hun karretje met één of twee passagiers de stijgende weg op trekken. Het valt me op dat er alleen Japanse toeristen in de riksja’s zitten. Zou dat zijn omdat Westerlingen gemiddeld veel (groter en) zwaarder zijn? Of zouden alle Europeanen, net als wij, een ongemakkelijk gevoel krijgen bij het idee om iemand zich zo voor jou te zien afbeulen?

 
We lopen zelf omhoog, tot de Togetsukyo bridge, waar we een tijdje op blijven staan om te kijken naar de kleine watervalletjes, de bosrijke berg verderop en de boten op de rivier. Een mooie plek. Meisjes in geisha-achtige kleren fotograferen elkaar met hun mobieltjes en willen ook best door ons gefotografeerd worden. Eerst met hun eigen mobieltje en dan met dat van H.

Op een plattegrond kunnen we zien waar het bamboebos is. We moeten een stukje klimmen. Hier is het wat minder druk dan vlakbij het station, maar de verstilde, serene plaatjes waarin het bos wordt aangeprezen, geven toch een iets andere sfeer dan de echte plek. Wel bizar, zo’n bos van enorme, kale bamboestengels. Als je omhoog kijkt, zie je de eindeloze, rechte stammen. Maar erg groot is het bos niet en naast ons, voor ons en achter ons zijn medetoeristen. We komen zelfs bekenden tegen! Een Duits echtpaar met wie we eerder in een bus in Fukuoka aan de praat raakten. Grappig.
Na het bamboebos willen we naar Iwatayama, het monkeypark waar je aapjes mag voeren vanuit een mensenkooi. We zijn gewaarschuwd dat het een flink eind klimmen is, dus ik zet me schrap. Een pad dat voornamelijk uit trappen bestaat, gaat de beboste berg op. Het is een vrij warme dag, maar in de schaduw van de bomen is het heerlijk. In een rustig tempo gaan we omhoog en sneller dan ik had verwacht, komen we bij de houten keet, waar je binnen zakjes fruit en pinda’s kunt kopen om door de grote, met gaas bedekte ramen aan de apen te voeren. Als het voer op is, gaan we naar buiten om van het uitzicht te genieten. We kijken over Kyoto, dat één van de weinige steden is waar niet alles in WOII is platgebombardeerd. Er staan nog oude gebouwen en er is nauwelijks hoogbouw. Kyoto heeft daardoor een heel ander karakter dan andere Japanse steden.

’s Middags bezoeken we de Golden Temple, ook weer een bezienswaardigheid die je beslist niet mag overslaan als je in Kyoto bent. De tempel is inderdaad prachtig, vooral ook door de ligging op een eiland, omringd door schilderachtige bomen. Je kunt niet bij het eiland komen, maar er wel omheen lopen om het elegante, glanzend gouden gebouw van alle kanten te bekijken.

Nu hebben we wel even genoeg gelopen en we besluiten om op het station onze koffers uit de locker te halen en ons hotel op te zoeken. Een traditioneel, Japans huis, dat een apart verhaal verdient

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...