Yanagawa(10 juni)
Eén van onze laatste dagen in Japan. Mijn dochter en ik gaan naar Yanagawa. We hebben een kaartje gekocht voor de treinreis + een boottocht en we vertrekken vanaf station Yakuin (in Fukuoka), dat vlak bij ons hotel is. Op de plaatjes ziet Yanagawa er prachtig groen uit en na al die dagen rondlopen in grote, drukke steden hebben we daar echt zin in. Het is een kleine drie kwartier rijden en dan zijn we er. Om het station te kunnen verlaten, moeten we onze tickets laten zien en dan blijken we ineens bij een groep te horen. De stationsbeambte met witte handschoentjes wijst dat we iets verderop moeten wachten. Daar staan allemaal mensen met dezelfde kaartjes als wij; ze wachten op het shuttlebusje dat naar de vertrekplaats van de boot gaat. Dat komt al snel en we worden samen met de hele groep in het busje gedirigeerd. Om ons heen wordt alleen maar Japans gesproken; wij zijn de enige Europeanen in het gezelschap.
Het Yanagawa dat we tot nu toe zien, lijkt helemaal niet op
de foto’s uit de folder. We rijden langs een soort industrieterrein en dan
tussen lelijke huisjes door. Het is niet erg ver, maar we zijn blij dat we al
deze bochten en smalle straatjes niet zelf uit hoeven te zoeken. Even later
stappen we uit de shuttlebus en lopen we naar een smal kanaal waar een rij
boten ligt. Het zijn open bootjes met aan beide kanten een lange bank, waar in
totaal een stuk of 18 passagiers kunnen zitten. Een man met een rieten hoed
staat achter in de boot en helpt ons allemaal aan boord. Daar zitten we, tussen
Japanse toeristen in een bootje dat afvaart door een kanaal tussen de huizen.
Het groene paradijs laat nog even op zich wachten, maar we kijken elkaar aan en
lachen vrolijk. Dit mag dan niet zijn wat we verwacht hadden, bijzonder is het
wel.
De gids vertelt veel interessante wetenswaardigheden over de
route waar we erg weinig van mee krijgen, want het is allemaal in het Japans.
Soms zegt hij ineens een paar woorden Engels, wat we vanwege de uitspraak niet
altijd meteen doorhebben. Intussen puntert hij de boot handig door bochten en
onder bruggetjes door. Over elke brug vertelt hij iets. Als we onder de derde
brug door varen, begint hij te zingen, een lied dat precies zo lang duurt als
de brug en dat door de akoestiek mooi vol klinkt. We applaudisseren. Hoe verder
we komen, hoe groener de oevers worden, tot we uiteindelijk op de plaats komen
waar de promotiefoto’s gemaakt moeten zijn. Er staan bomen met rode bloemen,
waar onze Japanse groepsgenoten niet van opkijken. De bloeiende hortensia’s
vinden ze daarentegen heel bijzonder, terwijl wij die gewoon thuis in de
achtertuin hebben.
Het is prettig om zo op het water te zijn. De mensen om ons
heen op de boot zijn vriendelijk. Wijzen ons af en toe iets aan en geven ons de
twee rode bloemen die van de bomen precies in onze boot vallen. ‘Arigato’,
zeggen we en ze knikken ons toe. We zien een paar waterslangen en schildpadjes
en genieten van het tochtje. Na zeventig minuten zijn we aan het eind van de
rondvaart en worden we weer uit de boot geholpen. We nemen de lijnbus terug naar
het treinstation.
Op de terugweg naar Fukuoka moeten we een overstap maken in
Dazaifu. We hebben gezien dat daar een tempel is met een mooie tuin en die gaan
we nog even bekijken. Het blijkt een drukke, toeristische plaaats waar we
gezellig een tijdje rondlopen. De tuin ligt buiten de toeristische route. Eerst
gaan we een bijgebouwtje van de tempel binnen – schoenen bij de deur
achterlaten – en daar, vanaf een houten vlonder, kunnen we de gestileerde tuin
overzien. Een fijne, rustige plek waar we een tijdje op onze sokken blijven
staan kijken voordat we terugkeren naar Fukuoka.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten