Binnen in het kerkje is het koud, dus we zijn blij dat we even naar buiten kunnen. Gekleed in blauw en wit zitten we een beetje te praten, te neuriën en te wachten op de volgende groep die naar ons komt luisteren. Maasvensters heet het lentefestival waar we aan meedoen. We hebben met ons projectkoor een kort programma van vijf liederen over Nijmegen. Ongeveer een kwartier.

In de verte zien we een groep mensen aankomen. Voorop loopt een gids met een vlaggetje en dat is voor ons het signaal dat we weer naar binnen moeten. Daar wachten we tot het publiek in de smalle kerkbankjes is geschoven. Dan zingen we voor de derde keer het repertoire. Het gaat steeds soepeler en de kunst is om niet op de automatische piloot te gaan.
De akoestiek is geweldig hier en het publiek ook. Elke groep is enthousiast en twee keer krijgen we zelfs een staande ovatie. Tijd voor toegiften is er niet, behalve die ene keer dat er iemand jarig blijkt te zijn en we gezellig “Lang zal ze leven” inzetten. Na de zesde ronde zijn we allemaal moe, maar heel tevreden.
Met z’n allen gaan we nog even naar de afsluiting, met een band en een drankje. Dan begint het projectkoor uit elkaar te vallen. De een na de ander vertrekt. “Tot ziens, tot de volgende keer,” zeggen we tegen elkaar. Want we zijn dan wel geen vast koor, maar komen elkaar steeds weer tegen bij allerlei projecten. En dat is altijd weer leuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten