De vliegclub is op de tweede verdieping en bovenaan de trap staat E. me al op te wachten. Na onze vorige afspraak waarin wij, lang geleden klasgenoten, opnieuw kennismaakten, zullen we nu de lucht in gaan.
Op een briefje moet ik mijn gegevens achterlaten. E. verzamelt de spullen die mee moeten en dan verlaten we, aan de ‘verboden voor onbevoegden’ kant, het clubgebouw om naar de hangar te lopen. Daar staat de PH VFC (Victor Foxtrot Charly).
Als je een auto huurt, kijk je voor je vertrekt alleen even of er geen beschadigingen zijn waar jij straks voor moet opdraaien. Met een vliegtuig op stap gaan is andere koek. E. controleert eerst het oliepijl. Dan haakt hij een metalen stang aan het vliegtuigje om het met de hand naar buiten te trekken. Daar doet hij een rits veiligheidscontroles en tankt genoeg bij om onze tocht te kunnen maken (verdeeld over de tanks in de linker en de rechtervleugel).
In de cockpit vertelt E. me wat alle wijzertjes betekenen en is er een
lange checklist die stap voor stap afgewerkt moet worden. Doen alle
lichten het? Er worden knoppen ingedrukt of op de goede stand gezet,
hendels los- of vastgezet, getallen genoteerd, een kompas goed afgesteld
en tenslotte doen we de veiligheidsriemen om, zetten we de headsets op
en vraagt E. aan de toren toestemming om te vertrekken.
Dat moet
vanaf baan 05, zegt de toren en E. knikt. Dat had hij al gedacht. We
taxiën naar het begin van de baan en draaien daar om, om tegen de wind
in op te stijgen. Met een bocht verlaten we het vliegveld en terwijl E.
de communicatie met de toren afrondt (alles in het Engels) zie ik de
wereld beneden veranderen in een maquette met kleine gebouwtjes en
piepkleine autootjes.
(lees hier: Vliegen deel 2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten