Vorige zomer heeft H. een insectenhotel gemaakt. We hadden op tv de documentaire “My garden of a thousand bees” gekeken, waarin natuurfilmer Martin Dohrn in coronatijd de bijen in zijn eigen tuin volgt. H. was meteen zo enthousiast dat hij met stoeptegels, planken en stukken wilgenstam aan de slag ging.
Toen het bouwwerk stond, bleef het er stil. Geen gezoem en heen- en weer gevlieg. Ik zocht op internet naar de spelregels van zo’n insectenhotel en we kwamen er achter dat het op een verkeerde plek stond en dat er nóg een paar dingen anders hadden gemoeten. We besloten het even te laten voor wat het was. Maar dit voorjaar verplaatste H. het hele hotel naar een zonnige plek op het zuiden. En het hielp. Zodra de zon ging schijnen begonnen er bewoners te komen.
Ik vind het leuk om te kijken naar de beestjes die een plek zoeken in het insectenhotel. Voor de boomstammetjes, de stukken riet en de dennenappels heeft H. fijn gaas gespannen om te voorkomen dat het hotel een vogelrestaurant wordt. Ik had verwacht dat bijen, vliegen en wespen soepel door de gaatjes van 1 bij 1 cm. zouden vliegen, maar ze hebben er moeite mee.
Vaak landt een bij midden in zo’n gaasgat op het smalle ijzerdraad, verliest haar evenwicht, maakt een koprol en vliegt weer buiten. Nog een keer proberen, weer een koprol. Bij een landing iets verder naar één kant kan ze zich blijkbaar aan de zijkant vasthouden, want dan gaat het goed. Dan worden zorgvuldig een aantal mogelijke woningen geïnspecteerd.
Naar binnen, oh nee, hier woont al iemand, en weer naar buiten. Naar binnen …. Neuh, te smal hier, naar buiten. Naar binn-, oh, sorry, daar komt net iemand anders naar buiten. Naar binnen en … nu blijft ze er een hele tijd in. In de bijendocumentaire hebben we gezien hoe bijen in zo’n gangetje voor elk eitje een kamertje metselen. Dat is leuk om te weten. Na verloop van tijd zie ik dat verschillende gaten helemaal dichtgemetseld zijn.
Vandaag is het bewolkt. Het is stil rondom het insectenhotel. Waar de beestjes blijven als de zon niet schijnt is me een raadsel. Maar als de zon terug is, begint het gezoem weer. Dan ga ik weer af en toe een kwartiertje kijken naar de insectendocumentaire in m’n eigen achtertuin.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Knolraap en lof, schorseneren en prei
We zijn in twee etappes naar Rotterdam gefietst en op zaterdagmiddag hebben we ons geïnstalleerd in onze hotelkamer-voor-twee-nachten. Voor ...

-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Helemaal ontsmet stap ik onder de douche vandaan. Van het ziekenhuis kreeg ik de instructie om voor de operatie hibiscrub en bactroban in h...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten